Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdfiguurgedichtEtym: Lat. carmen figuratum < carmen = lied, gedicht; figura = vorm. Een gedicht, ook wel beeldgedicht genoemd, waarin door de grafische ordening van de versregels het beschreven onderwerp wordt uitgebeeld (iconiciteit), bijv. een kruis, een vlinder, een appel, een altaar, zoals in het altaargedicht. Het genre vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in de inscripties die de Grieken in grafische vorm aanbrachten op geofferde voorwerpen. Ook de Romeinen (Optatianus Porfyrius) en de Karolingers (Bonifatius, Alcuinus, Rabanus Maurus) beoefenden het carmen figuratum (Gr. synoniem technopaignion). De rederijkers en de metaphysical poets (bijv. G. Herbert) waren eveneens gefascineerd door dit virtuoze en maniëristische spel. In de 20ste eeuw vond het figuurgedicht navolging in het dadaïsme, expressionisme en surrealisme. G. Apollinaire experimenteert met figuurgedichten in zijn Calligrammes (1918), o.m. met het bekende 'Il pleut', waarin de woorden als neervallende tranen zijn weergegeven. P. van Ostaijen presenteert het gedicht ‘Zeppelin’ in de vorm van een zeppelin (Bezette stad, 1921). Het figuurgedicht kende een opleving bij de dichters van de concrete poëzie. Zie ook kaligram.
Figuurgedicht van Het drukhuis van Frans de Jong. [bron: P. van Capelleveen & C. de Wolf (red.), Het ideale boek (2010), p. 140].
Lit: G. Pozzi, La parola dipinta (1981) U. Ernst, ‘The figured poem: towards a definition of genre’ in Visible Language 20 (1986), p. 8-27 U. Ernst, Carmen figuratum: Geschichte des Figurengedichts von den antiken Ursprüngen biszum Ausgang des Mittelalters (1991).
|
|