Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmetrisch patroonEtym: Gr. metron = maat. Term uit de prosodie voor het geabstraheerde schema (metriek) van het ritmisch (ritme) verloop van een vers-1 of een aantal bij elkaar horende verzen. Dit schema wordt meestal benoemd met behulp van termen uit de leer van het metrum. Het patroon van een strofe of van een gedicht kan anders zijn dan de patronen van de afzonderlijke samenstellende regels ervan doen vermoeden. Men zie bijv. de tweede strofe uit het jambische (jambe) gedicht ‘Aan mijn kind’ van M. Nijhoff, die luidt: Hij had / de bee/nen on/der zich / gekruist, De eerste regel van deze strofe is jambisch (jambe), de tweede is polymetrisch (polymetrie), namelijk jambisch-anapestisch (anapest), de derde is overwegend jambisch, de vierde weer polymetrisch. Gaat men, na het scanderen volgens de regels van de klankanalyse, de gegevens statistisch verwerken, dan krijgt men voor de verzen 1-4 een schema dat van syllabe 1 tot en met 8 overwegend jambisch is (1-3/0-4/0-2/1-3/0-4), maar doordat vs. 4 en (vooral) vs. 2 van dit schema afwijken, krijgt het geheel het karakter van een isosyllabisch vers. Lit: P.G. Vos, 'Patroonwaarneming in toonreeksen met metrisch geordende temporele structuur' in Ned. tijdschrift psychologie en grensgebieden 28 (1973-1974) 8, p. 565-580.
|
|