Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtroubadourEtym: Occitaans trobador = ‘vinder’, dichter < Middellat. tropare = het maken van tropen (troop-2) én het vinden van stof (inventio). Oorspronkelijk de Zuid-Franse minnedichters uit de middeleeuwen (11de-13de eeuw). Men beschouwt de troubadour als de Occitaanse tegenhanger van de Noord-Franse trouvère, o.m. op basis van een etymologische verwantschap (‘trouver’ = vinden, dichten), hoewel de trouvères tot een wat latere periode behoren. Verder moet men de troubadour, die tekst en muziek vervaardigde, onderscheiden van de chanteur en de jongleur, wier rol meestal beperkt bleef tot de uitvoering. De troubadours worden onderscheiden in 1) trobar leu (helder en begrijpelijk), 2) trobar clus (duister en hermetisch) en 3) trobar ric (gekunsteld). Beroemde representanten van deze drie categorieën zijn respectievelijk Bernard de Ventadour, Raimbaut d'Orange en Arnaut Daniel. De troubadourslyriek staat in een erg nauwe relatie tot de ontwikkeling van de Occitaanse cultuur, waarvan zij een typisch product kan worden genoemd. Hoofdthema van die poëzie is de hoofse liefde (fin'amors; zie ook minnelied-1), behandeld in de canso; ook andere genres kwamen er tot bloei: de alba (ochtendlied), ballade-2 (danslied), tenso(n) en partimen (dialoogliederen), pastorale-1 (idyllisch lied) en sirvente(s) (satirisch-politiek lied). Ongeveer 400 troubadours zijn ons met name bekend met ongeveer 2500 liederen; zij behoren tot zowat alle lagen van de bevolking. De beroemdste onder hen zijn: Guilhem IX, hertog van Aquitanië, Marcabru, Bernart de Ventadorn, Arnaut Daniel, Jaufré Rudel.
Troubadour met begeleidend strijkinstrument. [bron: H. Davenson, De troubadours (1967), p. 81].
Lit: H. Davenson, De troubadours (1967) H. van der Werf, The chansons of the troubadours and trouvères. A study of the melodies and their relation to the poems (1972) R. Stuip & C. Vellekoop, Hoofse cultuur; studies over een aspect van de middeleeuwse cultuur (1983) E. van Altena, Daar ik tot zang word aangespoord (1987) C. Hogetoorn, ‘Lyrische dichtkunst’ in R.E.V. Stuip (red.), Franse literatuur van de middeleeuwen (1988), p. 57-84 E. Baumgartner, Moyen Age: 1050-1486 (1988), deel I van Daniel Couty Histoire de la littérature française, p. 85-94 G. Zuchetto, Terre des troubadours XIIe-XIIIe siècles; anthologie commentée (1996) S. Gaunt & S. Kay, The Troubadours. An introduction (1999).
|