Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkluchtboekVerzameling prozakluchten (klucht-2) die duidelijk onderscheiden moeten worden van de klucht-1 als komisch toneelstuk. De kluchtboeken – een onderdeel van de populaire literatuur (triviaalliteratuur) van de 15de tot de 18de eeuw – vertonen veel overeenkomst met de middeleeuwse exempel-verzamelingen en de facetiae-verzamelingen van de humanisten. Behalve exempelen en facetiae kan men in kluchtboeken ook de volgende genres aantreffen: gedicht, apofthegma, anekdote, novelle, grafschrift (epitaaf), raadsel, Schwank-1 en spotprognosticatie. Belangrijke bronnen waaruit steeds opnieuw geput werd, waren J. Pauli's Schimpff und Ernst en A. le Metels Contes aux heures perdues. Een aantal samenstellers van kluchtboeken is bekend, o.a. Joan de Grieck, Jan van Duisberg (De geest van Jan Tamboer, 12 drukken tussen 1656-1824), Simon de Vries en Jan Zoet (Het leven en bedrijf van Clément Marot, 19 drukken tussen 1655 en het begin van de 19de eeuw). Prozakluchten zijn uitgegeven in Het zal koud zijn in 't water als 't vriest (ed. Van Kampen, Pleij, Stumpel e.a., 1980) en in Een nyeuwe clucht boeck (ed. Pleij e.a., 1983). Een descriptieve bibliografie van Zeventiende-eeuwse kluchtboeken uit de Nederlanden (1986) werd samengesteld door P.P. Schmidt. Lit: J. Bolte, ‘Zur Schwankliteratur des 16. und 17. Jahrhunderts’ in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 39 (1920), p. 75-96 R. Dekker, Lachen in de Gouden Eeuw; een geschiedenis van de Nederlandse humor (1997).
|
|