Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdfantastische literatuurEtym: Gr. phantazesthai = zich inbeelden; phantastikos = bekwaam om beelden te vormen. Verzamelnaam voor een heterogene groep literaire werken die op de een of andere wijze de gangbare rationele wereldbeelden (lijken te) doorbreken. De definitie van wat fantastische literatuur genoemd wordt, laat zich formuleren in twee uitersten. Aan de ene kant valt er alle literatuur onder waarin iets voorkomt dat niet tot de normale alledaagse werkelijkheid behoort of dat als ‘bovennatuurlijk’ ervaren wordt. Als genre tussen wat men de literatuur van het vreemde (l’étrange) of wonderbaarlijke (le merveilleux) zou kunnen noemen en de literatuur van het onbestaanbare omvat de fantastische literatuur in deze zin een groot aantal subgenres, zoals griezelliteratuur (gothic novel, spookverhaal, vampierverhaal e.d.), sprookjes, ridderromans, mythologische verhalen, magisch-realistische literatuur (magisch realisme), het imaginair reisverhaal, leugenliteratuur en sciencefiction. Fantastische literatuur is vooral sinds het begin van de 19de eeuw met de romantiek sterk opgekomen. Thema’s en motieven die in volksverhalen sterk zijn blijven voortleven, kwamen opnieuw in zwang en vonden alle mogelijke literaire verwerkingen: spoken, vampiers, raadselachtige verschijningen en verdwijningen, dwergen, reuzen, tot leven gewekte doden enz. Het genre kende veel succes, vooral in Frankrijk (‘conte fantastique’, bijv. Nodier, Janin, vertalingen van Hoffmann) en Duitsland (E.T.A. Hoffmann, Phantasiestücke in Callots Manier, 1814). In het Angelsaksische taalgebied was E.A. Poe de belangrijkste vertegenwoordiger. Aan het einde van de 19de eeuw vermelden we vooral Villiers de l’Isle-Adam en Maupassant (Le Horla, 1887). In de 20ste eeuw zijn o.m. Lovecraft, J.L. Borges, Jean Ray en Thomas Owen belangrijk. In het Nederlandse taalgebied treffen we voorbeelden van fantastische literatuur in de hierboven omschreven ruimere zin aan in het werk van o.m. Kneppelhout (De legende van het eiland Moen, 1875), Bordewijk (Fantastische vertellingen, 1919), Belcampo en Hugo Raes. Lit: T. Todorov, Introduction à la littérature fantastique (1971) L. Vax, Les chefs-d’oeuvre de la littérature fantastique (1979) Het fantastische, speciaal nummer van De Revisor 8 (1981), 5 Fantastische literatuur, themanummer van Bzzlletin 24 (1994-1995), 226-227 J.L. Steinmetz, La littérature fantastique (Que sais-je?, 19973) D. Schouten. Duivelse boeken. Twee eeuwen griezelliteratuur in de Lage Landen: een bibliografie (1997) B. Denis & D. Gravez (red.), Du fantastique réel au réalisme magique, themanummer van Textyles: Revue des lettres belges de langue française (2002).
|