Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Wiskunde. Dichtstuk. Door Jn. Bn. Christemeijer. Te Utrecht, bij J. van Schoonhoven. 1818. In gr. 8vo. 35 Bl. f :-10-: Bloemenknopjes van onbekenden inhoud, of eerste dichtkundige Proeven van c. Te Franeker, bij T.I. Tuinstra, enz. 1818. In gr. 8vo. 103 Bl. f 1-10-: Eerstelingen van B.A.W. Te Groningen, bij J. Römelingh. 1818. In gr. 8vo. 48 Bl. f :-15-: ’, ‘Krijgszangen van J.T. Büser, Eersten Luitenant bij het Bataillon Jagers, No. 16. Te Nijmegen, bij C.J. van Goor en Zoon. 1818. In gr. 8vo. XIV, 146 Bl. f 2-8:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1819 | 1819 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Belangrijke Tafereelen uit de Geschiedenis der lijfstraffelijke Regtspleging, en merkwaardige bijzonderheden uit de levens van geheime misdadigen. Een aantal oorkonden, oorspronkelijk bijeengebragt door J.B. Christemeijer. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1819. In gr. 8vo. IV en 243 Bl. f 2-8-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1820 | 1820 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Vrolijke Tafereelen, aan de Vrienden van Luim en Gezelligheid toegewijd; door J.B. Christemeijer. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1822. In gr. 8vo. VIII en 344 Bl. f 3-12-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823 | 1823 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Z.K.H. de Prins van Oranje, bij zijnen zegevierenden Intogt in de Hoofdstad. Door J. Brand van Cabauw. Te Amsterdam, bij J. van der Hey en Zoon. 7 Bl. f : - 15. Amstels Hulde aan den Prins van Oranje en den Prins der Nederlanden, uitgesproken door M. Westerman. Te Amsterdam, bij M. Westerman en Zoon. 7 Bl. f : - 20. M. Oortman. Uitboezeming aan mijne Wapenbroeders. Te Leiden, bij de Wed. D. du Saar. 5 Bl. f : - 10. Hendrik van Leuven, door H. Kuyper, G.z. Te Rotterdam, bij L. Vermeer. 6 Bl. f : - 15. De Noorderleeuw, Strijdzang, door denzelfden. Te Rotterdam, bij L. Vermeer. 8 Bl. f : - 15.’, ‘Vaderlandsche Uitboezeming. Te Leiden, bij de Wed. D. du Saar. 16 Bl. f : - 25. Braband in oproer, 1830. Door E.v.W. Te Breda, bij F.P. Sterk. 14 Bl. f : - 30. Vaderlandsche Uitboezemingen. Een vijftal dichterlijke Bijdragen door J.B. Christemeijer. Te Utrecht, bij van Paddenburg en Comp. 32 Bl. f : - 50. Welkomgroet aan de vrijwillige Jagers, Studenten der Utrechtsche Hoogeschool, enz. Door J.B. Christemeijer. Te Utrecht, bij van Paddenburg en Comp. 4 Bl. f : - 10. Hollands Krijgsroem, in Aug. 1831. Door J.J. Denier van der Gon, Predikant te Naaldwijk. Te 's Gravenhage, bij de Erve J. Thierry en C. Mensing en Zoon. 11 Bl. f : - 20. Hollands Leeuw in 1830 en 1831; door D.J. den Beer Poortugael. Te Breda, bij F.P. Sterk. 7 Bl. f : - 20. Noord-Brabandsche Gastvrijheid, enz. Door een' Vrijwilliger bij het Leger. Te Breda, bij F.P. Sterk. 15 Bl. f : - 30.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831 | 1831 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Nederlandsch Magazijn van Romans en Verhalen. Iste Deel. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1833. In gr. 8vo. VII en 324 bl. f 3-30.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834 | 1834 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Landelijk Schoon, in het Sticht van Utrecht, en in deszelfs omstreken. Door J.B. Christemeijer. Met eene Afbeelding. Te Utrecht, bij J.G. van Terveen en Zoon. 1836. In kl. 8vo. 147 Bl. f 1-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836 | 1836 |
[tijdschrift] Gids, De | ‘Korte berigten over boekwerken, vlugschriften enz., aankondigingen van vertalingen, letterkundig nieuws, enz.’, ‘Album.’ | In: De Gids. Jaargang 2 | 1838 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Schaduwbeelden. Uit de brieven en het geschrijf van Eutyphron aan zijnen neef en hartvriend Alcimus. Afzonderlijke uitgave, ontleend uit den Mengeloogst van J.B. Christemeijer. Te Utrecht, bij L.E. Bosch en Zoon. In kl. 8vo. 66 bl. f :-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847 | 1847 |
Aart Admiraal, J.J. Backer Dirks en H.M.C. van Oosterzee | ‘Binnenlandsche letterkunde.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1873 | 1873 |