[Jan Bastiaan Christemeijer]
CHRISTEMEIJER (Jan Bastiaan), in 1794 geboren, was in zijn jeugd in dienst en woonde o.a. den slag van Waterloo bij. Later werd hij ambtenaar bij het Prov. bestuur te Utrecht en leefde de laatste jaren van zijn leven te Amsterdam. Hij overleed aldaar 1 Jan. 1872.
Hij schreef:
De wiskunde, dichtstuk. Utrecht. 1818. 8e.
Tafereelen uit de Geschiedenis der lijfstraffelijke rechts pleging en bijzonderheden uit de levens van geheime misdadigers. Amst. 1821. Meermalen herdrukt.
Oorkonden uit de gedenkschriften van het strafrecht en uit die der menschelijke misstappen. Amst. 1821.
Verscheidenheden, verhalen van gemengden inhoud m. pl. Amst. 1821.
Vrolijke tafereelen aan de vrienden van leven en gezelligheid toegewijd Amst. 1822.
Kleine vertellingen, anekdoten en andere verstrooide opstellen. Amst. 1824.
Nieuwe tafereelen uit de geschiedenis der lijfstraffelijke regtspleging. Amst. 1828. Meermalen herdrukt.
Vaderlandsche uitboezemingen. Utr. 1830.
Landelijk schoon uit het Sticht van Utrecht en omstreken. Utr. 1836.
Het lustoord tusschen Amstel en Grebbe, en elders in het sticht van Utrecht. Schoonh. 1837. 2 dl.
Hulstbloemen. Een zestal dichterlijke bijdragen. Schoonh, 1838.
Nieuwe bijdragen tot de geschiedenis van het strafregt. In verhalen. Schoonh. 1838.
Proeve van eene algemeen bevatt. beantw. der vraag wat is de reden dat wij, op het eerste aanschouwen van sommi-