Landelijk Schoon, in het Sticht van Utrecht, en in deszelfs omstreken. Door J.B. Christemeijer. Met eene Afbeelding. Te Utrecht, bij J.G. van Terveen en Zoon. 1836. In kl. 8vo. 147 Bl. f 1-50.
Twee brieven, oorspronkelijk voor een' vriend bestemd, doch thans meer uitgebreid in het licht gezonden, en die welligt zullen worden gevolgd door eene dergelijke schets van de lagchende oorden tusschen Amstel en Grebbe en de omstreken in de meer onmiddellijke nabijheid der Steden Utrecht, Amersfoord, Rhenen enz. - ziet daar en hetgeen dit boekje bevat en hetgeen deszelfs geachte Schrijver verder belooft. De druk is net en zindelijk, en het plaatje tegenover den titel, voorstellende het Vorstelijk Lustslot te Soestdijk, van den kant des Vijvers te zien, de geoefende hand van den Lithographist backer waardig. Wie de bevallige, ongedwongene schrijfwijs van den bescheiden christemeijer kent, (en wie kent haar niet?) zal gaarne gelooven, dat wij de lectuur en het gebruik van dit werkje met volle ruimte mogen aanbevelen.
In No. VI, |
Boekbesch., |
bl. 257 en elders, staat Leiçon, lees Luçon. |
In No. VII, |
- |
bl. 289, reg. 19, |
leze men: judicat. |
In No. X, |
- |
bl. 411, reg. 26, |
- - die nu bij hem hard is. |
- - - |
- |
bl. 417, reg. 32, |
- - thomas akempis. |
- - - |
- |
bl. 426, reg. 38, |
- - misbruik. |