Alle de brieven. Deel 2: 1676-1679
(1941)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendGepubliceerd in:
| |||||
Korte inhoud:Bestrijding van Regnier de Graaf's opvatting over ovulatie. Voortgezet onderzoek van het sperma en van tanden en been. Onderzoek en beschouwing over den bouw en den groei van het haar. | |||||
Figuren:Bij dezen brief behooren volgens de nummering acht afbeeldingen. Slechts drie afbeeldingen (fig. 1, 3 en 4), in inkt vervaardigd, zijn in origineel aanwezig. Evenals fig. 2, die gepubliceerd werd in de Phil. Trans. Vol. XII. No. 142. 1678. t/o blz. 1035, stellen deze ‘vaaten in het mannelijck saat’ voor. Fig. 5, 6 en 7 zijn teekeningen van stukjes been. Twee hiervan werden afgedrukt in de Phil. Trans. Vol. XII. No. 140. 1678 op blz. 1002, n.l. fig. 5 en 6 of 7. Welke van deze laatste gepubliceerd werd, is niet uit te maken. Fig. 8 (een ‘haertge’) staat op blz. 1004. | |||||
Letter No. 39 [25].
| |||||
Published in:
| |||||
Summary:Calls in question Regnier de Graaf's views on ovulation. Further examination of sperm. An examination of teeth and bone. An examination of the structure and growth of the hair; Leeuwenhoeck's views on the subject. | |||||
Figures:According to the text there should be eight figures. Only three figures (figs. 1, 3 and 4), ink-drawings sent by Leeuwenhoeck, have been preserved in the original. Figs. 1-4 give the vessels in the male semen; fig. 2 is printed in the Phil. Trans. Vol. XII. No. 142. 1678, opposite p. 1035. Figs. 5, 6 and 7 are fragments of bone. Two of these were printed on p. 1002 of the Phil. Trans. Vol. XII. No. 140. 1678, viz. figs. 5 and 6 or 7. Which of the latter was represented cannot now be made out. Fig. 8 (a hair) is on p. 1004. | |||||
d'Hr Nehemias Grew
Delff in Hollant den 31e Meij 1678.
Mijn Heer.
U.Edele vanden 10e April beneffens de ingeslootene transactie No 137. waer over ick bij desen danckbaer ben, is mij wel geworden waer inne onder andere gesien, dat U.Edele omme redenen gemelt, mijne missiven hebt gecommuniceert aenden Heer president de Heer Brounker, Mr Boijle, en andere dat mij aengenaem was te verstaen. Alsmede dat de tegenwerpinge bij U.Edele in desselffs voorgaende missive gedaen, alleen hebben gestreckt, om mij te stellen tot een vaster en seeckerder ondersoeck.Ga naar voetnoot1 Mijn Heer weest verseeckert, dat wat tegenwerpingen mij in toecomende sullen werden toe gesonden, mij altijt seer aengenaem sullen sijn, en wat abuijsen, ick in mijn observatien heb begaen, off in toe comende sal comen te doen, dat sal ickGa naar margenoot+ gaerne belijden. U.Edele segt Dor de Graaff verseeckertGa naar voetnoot2, dat hij heeft gesien, een vande Eijers pas gesloopen vandeGa naar voetnoot3 Vrouwel. testicul, inde tubam Fallopianam, en de eijgen plaetsGa naar voetnoot4, waer van het quam te ontsluijpenGa naar voetnoot5, inde testicul; Dat Dor de Graaff seijt, sulcx eens gesien te hebben, oordeel ick (onder verbeteringh) is niet genough want ick beelt mij in, dat dit meest doorgaens, na de versamelingGa naar voetnoot6 vande dieren most gevonden | |||||
[Delft in Holland, 31st May 1678.
Nehemias Grew.
Dear Sir,
I duly received your letter of April 10th, and the enclosed Transactions. No. 137, for which I offer you my kind thanks. I was glad to see from it, among other things, that you showed my letters to Lord Brouncker, the President, Mr. Boyle and other Gentlemen, for reasons which you state. And that the objections raised by you in a previous missiveGa naar voetnoot1 only aimed at inciting me to further and more reliable investigations. You may rest assured, Sir, that any future objections will be welcome to me, and that I will own the mistakes made by me or likely to be made by me in future. Ga naar margenoot+You say that Dr. de Graaf assertsGa naar voetnoot2 to have seen one of the ova, recently escaped from the female testicle, in the tuba Fallopiana, and also the very place in the testicle that it had slipped from. I think, under correction, that it does not suffice that Dr. de Graaf avers to have seen this once, for I imagine that this must be generally the case after the copulation of | |||||
worden,Ga naar voetnoot7 alsoo ick vertrouw, dat daer omtrent, al veel ondersoeck gedaen is. Maer dat Dor de Graaff sijn selven, meerGa naar voetnoot8 heeft connen inbeelden, de plaets gesien te hebben, waer uijt de Eijeren mochten gecomen sijn, dat stae ick hem toe;Ga naar voetnoot9 want onder de Testiculen van Schapen, (die een gantsche winter op stal gemest waren) heb ick verscheijde waterblaesjens, in eene testicul gesien, die aende buijte kant vande Testicul lagen, datGa naar voetnoot10 deselve als op geborstenGa naar voetnoot11 ofte verswooren waren, sijnde aende ommetreck van ijder blaesje, ofte verbeeldeGa naar voetnoot12 Eijeren, beseth met een weijnich bloet; Dit de Graaff siende, heeft aparent sijn selven vast ingebeelt, dat dit de plaets heeft geweest, waer uijt het Eij gecomen was; Dogh dese versweringe, vande waterblaesjens inde testicul, oordeelde ick eer een defect inde natuer te sijn. Het dierke BonsemGa naar voetnoot13, wert int frans genaemt PitoijGa naar voetnoot14 int Latijn.... Het woort Hom is int generael geseijt, het mannelijck saetGa naar voetnoot15 van Vis. | |||||
animalsGa naar voetnoot3, a matter which I suppose has been often investigated. But I can quite understand that Dr. de Graaf also thinks that he saw the place whence the ova would have come, for among the testicles of sheep that had been fattened in a stable during the winter, I saw several vesicles in a testicle, on its outside, while it seemed that they had burst open or had ulcerated, for each of these vesicles or so-called eggs had a little blood in its circumference; de Graaf seeing this, apparently imagined that this must have been the place whence the egg came. However, I took this ulceration of the vesicles in the testicle rather to be a defect of nature. The little animal that we call ‘bonsem’, is called PitoijGa naar voetnoot4 in French, and...... in Latin. Generally speaking the Dutch word ‘hom’ denotes the milt or sperm of a fishGa naar voetnoot5. | |||||
Mijne observatien vande dierkens, Melck, Bloet etc. die de Hr Hoeke,Ga naar voetnoot16 onder eenige van sijne ondervindingen, heeft gesteltGa naar voetnoot17, sijn mij door deselve Heer toe gesonden.Ga naar voetnoot18 Ick sal liever sien, dat mijne observatien in toe comende, inde transactien worden gestelt, eensdeels omme dat de voorgaende daer inne staen, ten anderen, om dat ick selffsGa naar voetnoot19 niet genegen ben, eenigh boeck uijt te geven, Hoewel het selffde mij doorgaensGa naar voetnoot20 aengeraden wort. Ga naar margenoot+Omme mijne speculatienGa naar voetnoot21 te vervolgen, heb ick na het afgaen van mijn laeste missive, weder Conijnen, in een schoon doorgesaegt Houte vat, bij malcanderen laten setten, omme te vereenigen, Het wijffken was gansch niet genegen tot de versamelingh, en het Manneken dat seer furiuesGa naar voetnoot22 was, dede groote devoiren met desselffs beweginge van samevoeginge, waer door het achterlijff van het wijffken seer nat wiert, Het manneken hervatten op nieuw tot 5. à. 6. distincte malen, de actien tot versamelinge, Eijntelijck gebruijckten, het manneken, alle de actien van bewegingen, als off het met het wijffken was vereenicht geweest, daer het nochtans ter contrarie was, want het wijffken bleeff gansch met het achterlijff ingetrocken sitten, en dus quam het te geschieden, dat het | |||||
My observations concerning little animals, milk, blood, etc. which have been placed by Mr. HookeGa naar voetnoot6 in between the results of his research, have been sent to me by that gentlemanGa naar voetnoot7. I prefer for the future to have my observations inserted in the Transactions, partly because previous ones were published in them, partly because I am not inclined to edit a book, although I am repeatedly advised to do so. Ga naar margenoot+After sending my last letter and in order to continue my observations, I once more had a number of rabbits put together for copulation in a clean wooden cask, sawed through. The doe was not at all inclined to copulate while the buck, which was very hot, exerted himself in his attempts at union to such a degree, that the hind parts of the doe became very wet. The male repeated his tentative copulative actions 5 or 6 separate times. In the end the buck performed all the actions as if he had been united with the doe, although this was by no means so, as the doe kept sitting with the hind part entirely retracted. So it came to pass that the buck | |||||
manneken sijn saat, dat seer dickachtig, en met gansch geen dunne waterachtige materie en was vermengt, liet vallen, dat ick terstont op nam, en na verloop van omtrent 20. menuijten tijts het selffde observerende, bevont het soo helder, als off het Kristal was, vermengt met eenige, Edog seer weijnige dierkens, en hoe helder dese materie oock was, soo konde ick daer inne noch vaatenGa naar voetnoot23 bekennen, maer niet tot mijn volle genoegenGa naar voetnoot24; en ten waerGa naar voetnoot25 ick de vaaten in het mannelijck saet hadde gesien, ick soude deselve niet hebben connen onderscheijd[en], Dogh ick twijffel niet, dat bij aldien, ick de verhaelde materie sonder een minuit tijt te laten verbij gaen hadde gesien, off ick soude de vaaten, distincterGa naar voetnoot26 ontdeckt hebben. Dese mijne verhaelde observatien, hebben mij doen gedencken, off de materie, die het manneken is quijt geworden, inde actie die het gebruijckte, wanneer het trachte te vereenigen, en waer mede het Hair van het achterlijff van het wijffke seer nat wiert gemaeckt, niet en is de voerwagen, van het mannelijck saet, en dat wanneer alle dese dunne materie door groote furiuesheijt is ontloopen, Het mannelijck saat in desselffs doorgang, meerder noot lijtGa naar voetnoot27 van quetsinge; alsmede dat in dese dunne materie meest, ofte alleen de over groote menichte dierkens sijn, ende dat wanneer wij deselve, door de vaaten verspreijt sien leggen, dat het eenichsints,Ga naar voetnoot28 de oorsaeck is, dat int ontstucken scheuren vande vaaten selve, tusschen de vaaten in comen.Ga naar voetnoot29 Ick heb weder het mannelijck saat (als in mijn voorgaende gemelt) van een Hont geobserveert, en daer inne de menichvuldige dierkens gesien als voor desen, en deselvige materie vermengt met omtrent gelijcke quantiteit regenwater, en soo aenstonts, als dese materie met het water vermengt was, waren de dierkens doot. | |||||
dropped his seed, which was very thickish, and not at all mixed with a thin, watery matter. I gathered it at once and examining it after a lapse of about 20 minutes, found it to be as clear as crystal mixed with a few - by no means many - little animals. And clear though it was, I still could discern some vesselsGa naar voetnoot8 in it, albeit not very distinctly. And if I had not previously seen the vessels in the male semen, I could not have discerned them. But I have no doubt, that if I could have observed the said matter without the loss of a minute, I should have discovered the vessels more distinctly. As a result of these observations I have been thinking whether the matter, dropped by the buck while trying to copulate and wetting the hair of the doe's hindparts, may not be the vehicle of the male's sperm; and whether the sperm will not be in greater danger of hurt during its passage, when, owing to the heat of the buck, all this thin matter has been spilt. I also think that the greater part of the numerous animalcules are found in this thin matter, or at least most of them, and that when we see them lying in between the vessels this is caused by their escaping from the vessels when these are torn in pieces somehow or otherGa naar voetnoot9. I have once more observed the sperm of a dog (as I wrote in my last letter), and again seen the numerous animalcules. I have also mixed this matter with approximatively the same quantity of rain-water. As soon as it was mixed with the water, the little animals were dead. | |||||
Ick heb na dat de verhaelde materie 36 uren in een glase pijpje (welckers diameter ontrent de dickte was van een broot mes) hadde gestaen, weder geobserveert, en gesien dat de dierkens meest doot waren; en die noch leeffden, waren seer traegh in hare bewegingen. Ick heb omme het Coninckl. collegie meerder te voldoen verscheijde afteeckeningen gedaen,Ga naar voetnoot30 omtrent de vaaten in het Mannel. saat. waer van ick 4. vande selve UEdele toe sende.Ga naar margenoot+ Jnde fig: 1. ABCDE. sijn FFF. vaaten die over malcanderen leggen, op die manier als off het eene touw over het ander Hingh. Den inhout van dese circumferentie ABCDE. beslaet soo veel plaets niet, als een sant groote, daer van 200. sanden in lengte, achter den anderen lagen gestreckt, de lengte van EC. niet souden bereijcken.Ga naar voetnoot31 Off andersGa naar voetnoot32 considereert, dat de lengte EC. is omtrent 2½ diameters van een Hair van mijn baert, En al lagen dese vaaten 100 dick op den anderen, de dickte niet en souden bereijcken van een groff sant Hier uijt kanmen oordelen uijt wat een kleijne materie, dat alle dese vaaten sijn gemaeckt. Want na mijn gesicht oordeelende, soo imagineer ick mij, dat alle de vaaten ABCDE. te samen geen 5. à. 600. deel van een sant groot sijn. Bovendien leit inde verhaelde spatie, noch vaaten, die om haer kleijnheijt bij na het gesicht ontwijcken, en die ick hier niet en heb geteijckent, noch voor mij niet en sijn te volgen, en nademael ick de teeckenkonst niet en versta, soo wil ick echterGa naar voetnoot33 hoopen, dat UEdele sal connen sien, hoe de vaaten, over en door malcanderenGa naar margenoot+ loopen, fig: 2. 3. en 4. sijn insgelijcx vaaten die geen grooter plaets beslaen, als van fig: 1. heb geseijt. Alle dese 4. distincte afteeckeningen, en hebben niet dichte bij en annex, den anderen gelegen, maer ick heb uijt een groote quantiteit (na proportie van dese vaaten) de vaaten uijtgesocht, daer deselve dunst lagen, op dat ick deselvige des te beter met | |||||
I again observed the above-mentioned matter after it had been kept for 36 hours in a glass tube (with a diameter of about the thickness of a bread-knife) and found most of the animalcules to be dead. Those which still lived were very slow in their movements. For the benefit of the Royal Society I have made several drawings of the vessels in male sperm, four of which I am sendingGa naar margenoot+ to you. In fig. 1. ABCDE, FFF are vessels, one lying on the other, as if one rope hung over another. The surface of this circumference ABCDE does not take up as much room as a grain of sand, 200 of which, arranged lengthwise one after the other, would not cover the length of EC. Or else imagine that the length EC is about 2½ times the diameter of a hair from my beardGa naar voetnoot10. If 100 of these vessels were put one upon the other they would not reach up to the thickness of a grain of coarse sand. From this one can see how minute and fine the substance is of which these vessels are composed; for, judging by sight, I imagine that all the vessels ABCDE together are not quite as big as a 500th or 600th part of a grain of sand. Moreover, there are also vessels within the above-mentioned circumference that nearly elude observation, cannot be followed by me with the eye and have not been drawn by me. As I am not an expert at drawing, I hope you will be ableGa naar margenoot+ to see how these vessels cross each other. Figs. 2, 3 and 4 are likewise vessels that take up no more room than those in fig. 1. These 4 distinct drawings show vessels which did not lie close together, for from a great quantity (in proportion to these vessels) I chose those which lay most thinly dispersed so that I might | |||||
linien, soude connen na treckenGa naar voetnoot34, U.Edele moet oock alle de geteeckende vaaten, voor ront aennemen, en daer beneffens weten, dat de vaaten niet in haer natuerlijcken stant leggen, maer dat deselve eenichsints sijn uijtgereckt, De redenen waerom ick de vaaten geen grooter spatie off begrijpp......Ga naar voetnoot35 heb gegeven, is, om dat meest doorgaens deselve, aen soo een over groot getal vaaten eijndigen, dat deselve niet en sijn na te volgen, als fig: 3. DDDD. en wanneer UEdele de dierkens in het saat, met mijn missive vanden 18e Maert gesonden, na de proportie van dese vaaten sult vergelijcken, soo moet haer gantsche lichaem, niet veel dicker gestelt worden, als de dickte vande vaaten fig: 1. EC. off D. en haer staert naer advenant. Hier op soudemen mij te gemoet connen voeren, hoe het mij mogelijck was, de vaaten te connen afteijckenen, nademael in twee distincte voorgaende missiven heb geseijt, dat de vaaten inde lucht comende, eerlangh smelten; U.Edele gelieft te weten, dat ick middelen heb gebruijckt, om de vaaten voor het smelten te bewaren; Ick heb de linien van dese vaaten, alleen simpel getrocken, sonder regart te nemenGa naar voetnoot36, op eenige dierkens, globulen, en irreguliere deeltgens, die soo hier als daer tusschen de vaaten lagen, Ga naar margenoot+Ick heb in mijn missive vanden............Ga naar voetnoot37 geschreven hoe dat het been bestont uijt doorschijnende globulen, dit selffde heb ick aen verscheijde Heeren laten sien, die dit alle hebben toe gestaenGa naar voetnoot38, en estimeerden soo danigen vergroot glas, dat soo scharp sagh, seer hoogh; Jn dit gevoelen ben ick gebleven tot primo Meij, als wanneer ick met groote force, mijn achterste kies, die boven in mijn Mont stont, die mij seer Hinderde, hadde uijtgetrocken, en de selve seer naeuwkeurigh observeerde, omme was het mogelijck, de bedervende oorsaeck te penetreren. in dit ondersoeck heb ick gesien, dat de globulen, die ons seer naeckt voor de oogen schenen,Ga naar voetnoot39 en wij seeckerlijck mosten oordeelen, | |||||
draw them the better. You should bear in mind that all the vessels represented in these drawings are round, and that they are not in a natural position but slightly stretched. The reason why I have only given small parts of the vessels is that they mostly mix up with so large a number of other vessels that the eye cannot follow them, as in fig. 3 DDDD. If you compare the animalcules in the sperm (the drawings of which I sent in my letter of March 18th) in proportion to those vessels, their body cannot be taken to be much thicker than the thickness of the vessels EC or D in fig. 1, and their tails in proportion. To this you may object how I possibly could draw these vessels as I have told you in two previous letters that the vessels soon melt away when they come into contact with the air. Let me tell you that I applied means to keep the vessels from melting. I drew only the outlines of these vessels without paying attention to any animalcules, globules and irregular particles dispersed among them.] Ga naar margenoot+In my letter of............Ga naar voetnoot11 I wrote to tell you that bone consists of transparent globules. I also demonstrated this to several gentlemen who all attested this and had a high opinion of a magnifying glass through which things were seen so sharp. I adhered to this opinion till the first of May, when I drew with great force the back tooth in my upper jaw which gave me great pain, and examined it closely in order to discover, if possible, the cause of its decay. During this examination I found that we erred with regard to the globules, which we imagined to see so | |||||
dat globulen waren: daer in quamen te dwalen,Ga naar voetnoot40 en voornamentlijck doen ick glasen gebruijckten, die veel scharper sagen, en meerder vergrootende waren, want doen konde ick seer klaer en naeckt sien, dat het gantsche been was te samen geset, uijt uijtsteeckende seer kleijneGa naar voetnoot41 doorschijnende pijpjens.Ga naar voetnoot42 En na mijn oordeel soo souden 6. à. 700. van dese pijpjens te samen, de dickte bereijcken van een gemeen Hair, uijt mijn baert. En de pijpjens waer uijt de tant van een koe beest bestaet, oordeelde ick een weijnich dicker, Doch de pijpjens waer uijt de gekartelde beenderkens, die in het Hooft van een schelvis off kabbeljaeuw leggen, oordeel ick dunder als de eerst geseijde pijpjens. Ga naar margenoot+fig: 5. ABCDE. is een stuckje been, dat schoon men al een goet microscope heeft, echterGa naar voetnoot43 sich sal vertoonen, als off het uijt globulen was te samen geseth, want laten wij een stuckje been dat drie off vier sijdigh is, stellen voor het microscope, soo sal het schuijns afgebroocen been ABC. daer de pijpjens over dwars, ontstucken sijn gebrooken, en alderdunst sijn, als omtrent B. het licht door vallen, en als inde pijpjens comen te sien,Ga naar voetnoot44 en ons dus vastelijck comen in te beelden, dat het globulen sijn, en daer de pijpjens over langs, van malcanderen separeren, als CDEA. sullen | |||||
distinctlyGa naar voetnoot12 that we could not but take them for globules; especially when I used much stronger glasses, with greater magnification, for then I could see quite clearly and distinctly that the whole tooth was made up of very small transparent pipesGa naar voetnoot13]Ga naar voetnoot14. Six or seven hundred of these Pipes put together, I judg exceed not the thickness of one Hair of a Mans Beard. In the Teeth of a Cow, the same Pipes appear somewhat bigger, and in those of a Haddock [or cod] somewhat less. Ga naar margenoot+[Fig: 5. ABCDE is a fragment of bone which even through a good microscope will appear to be composed of globules, for if we put a three- or foursided piece of bone before a microscope the light will fall through the slantwise broken bone ABC, where the pipes have been broken across and where they are thinnest, that is at B, allowing us to look into the pipes. This will lead us to imagine that they are globules. In places where the pipes are separated lengthwiseGa naar voetnoot15, as at CDEA, we will not believe that we | |||||
wij voor geen pijpjens connen oordelen om dat het licht, daer sooGa naar margenoot+ wel niet en can door schijnen. fig: 6. is insgelijcx een stuckje been, seer na vande selve gestalte als fig: 5. fig: 7. is mede een stuckje been dat platter is. Ick heb de schinckel van een kalff, dat 6. á. 7 weecken out was mede geobserveert,Ga naar voetnoot45 maer daer in heb ick de pijpjens in soo een rechte lini niet vinden leggen, als in het voor verhaelde been, maer hier vertoonden het mij somtijts, off eenige pijpjens vereenicht waren, met andere pijpjens, ende alsoo te samen een pijpje uijt maeckten, doch alsoo dese pijpjens seer vol Vet waren, soo hinderde mij dit, int observeeren, Als oock mede oordeelde ick soo nu en dan, datter noch een soort van pijpjens waren, contrarie de eerste, ende dat dese laeste uijt het midden van het been quamen, tot de circumferentie, gelijck ick voor desen geseijt heb dat in het hout geschiet;Ga naar voetnoot46 maer off ick dese laeste pijpjens distincter, hier na sal comen te ontdecken, daer aen twijffel ick, om dat het been onmogelijck is, na mijn wel gevallen te handelenGa naar voetnoot47. Ga naar margenoot+En al hoewel verscheijde geleerde Heeren het Hair heb laten sien, die met mij doorgaens hebben toe gestaen,Ga naar voetnoot48 dat het uijt geen andere deelen en bestont dan uijt globulen, en wel voornamentl. als wij te vooren seer naecktGa naar voetnoot39 gesien hadden, hoe dat de schors van het Elant, en Harten Hairen, bestonden uijt globulen. Ick heb echter mijGa naar voetnoot49 niet vergenougt, met soodanige observatien; hebbende dan genomen het hair dat ick van mijn baert geraseert had, na dat het selvige 1. 2. 3. à. 4. dagen daer te vooren geraseert was geweest: en gesien, dat de deeltgens die wij door gemeene vergroot glasen, die seer scharp sien, en haer ront vertoonen, inder daat seer irregulier waren, die als seer | |||||
Ga naar margenoot+see pipes because the light cannot shine through so well. Fig. 6 is also a fragment of bone, much like fig. 5. Fig. 7 is also a piece of bone, only flatter.]Ga naar voetnoot16 I have also observed part of the Shin-Bone of a Calf six or eight weeks oldGa naar voetnoot17. In which the said Pipes are less strait than in a Tooth. And [here] sometimes there seemed to be several lesser Pipes joyned together, so as to constitute one greater. Yet these Pipes were very full [of fat], which hindred my better observation of them. And I am apt to think, that there was one sort of Pipes different from the former, which are continued from the Centre of the bone, towards the circumference, as the Insertions do in the Wood of a PlantGa naar voetnoot18. But I doubt whether I shall be able hereafter more distinctly to discover these last said Pipes, because I cannot handle the Bone after my own pleasure. Ga naar margenoot+[Although I showed the hair to several learned gentlemen, who always agreed with me that it consisted of no other parts than globules, especially after we had distinctly seen that the cortex of the hair of elks and stags consisted of globules, I was not contented with such observationsGa naar voetnoot19]Ga naar voetnoot20 I took the Hair of my Beard, after it had been shaved the first, second, third, and fourth days, and observed, That the little particles which we saw through the common Microscopes (which yet were very good) and which appeared round, were indeed irregular, and lay very closely pressed | |||||
gedrongen, in malcanderen lagen.Ga naar voetnoot50 Ick heb een haertge dat mij onder veelen in het oogh quam, en dat ongemeen was, om dat het aen de eene sij ront was, en op dander sij met een inwaertse bocht quam, seer na op eene sij als off twee haertgens aen malcanderen waren gewassen, dat ick na mijn vermogen heb afGa naar margenoot+ geteijckent fig: 8 ABCDE. is het haertge, en na mijn oordeel is de lengte AB. in 1½ dagh gewassen, off uijt de huijt gecomen. tusschen AB. en DE. sijn de irreguliere deeltgens, die de schors van het hair maken uijtgebeelt, die ick wel wenschte, dat ick netterGa naar voetnoot51 hadde connen na volgen. De verheveltheden van dese irreguliere deeltgens, vertoonen haer op de eene tijt duijster, en op de ander tijt weder licht, na dat ick het licht daer op, off door heb laten vallen. Jck heb dan als voor mij het gemackelijckste de verheveltheden van dese deeltgens, bruijnGa naar voetnoot52 gemaeckt, en het licht dat tusschen de bruijnte gelaten is, moetmen voor een weijnich vande hollicheden aennemen. Dese irregulierheijt vande geseijde deeltgens, oordeel ick, dat doen deselve eerst gemaeckt wierden, ten meerendeel ront waren, maer dat deselve noch sacht sijnde,Ga naar voetnoot53 en door de Huijt moetende gestooten werden, ijder als een bijsondere figuer comen aen te nemen, en dat wanneer deselve in de lucht sijn gecomen, noch eenige vochticheden in haer hebben, die alsdan uijtwasemt, dat een tweede irregulierheijt, comt te veroorsaecken, BCD. is de snee die het mes heeft gemaeckt in het raseren, die op de eene tijt noch schuijnser, en op de andere tijt weder rechter is, als na dat het hair schuijns, ofte recht inde Huijt staet, ofte na dat het Hair, voor het mes, om de botticheijt van het mes, comt te wijcken. In dit ondersoeck heb ick getracht, de globulen inde schuijnse snee, mede te ondersoecken, om alsdan een calculatie te maken, hoe veel globulen in een menuit; in het Hair gemaeckt wierden. Doch heb gesien, dat de deelen van binnen in het Hair, met de schors | |||||
one upon anotherGa naar voetnoot21. One of these Hairs I met with, which seemed rare, being on the one side convex, on the other somewhat concave, and looking like two Hairs continuous or growing together; as isGa naar margenoot+ represented by this Fig. [Fig. 8 ABCDE is the hair.] A.B. Is about a dayes growth & half out of the skin. Betwixt A.B. and D.E. are the irregular particles which make the [cortex]Ga naar voetnoot22 of the Hair. [I wish I could have made my drawings more accurate. The protuberances of the irregular parts show dark at one time and light at another as I allow the light to fall upon or through them. It was easiest for me to give these protuberances a dark colour, the light between the dark parts in a way representing the cavities. In my opinion the irregularity of these particles must be explained in this way: when first formed they were mostly round, but still being soft they had to be pressed through the skin and each took a particular form. When coming into contact with the air a certain amount of moisture which they still contained evaporated thus causing another irregularity. BCD is the cut made by the razorGa naar voetnoot22a; at one time it slants more, at another it goes straighter, depending on the straight or slanting position of the hair in the skin or on the hair bending before a blunt razor.] Prosecuting this enquiry, I try'd also to observe these Globules [in the end of the hair cut obliquely, thereby to compute how many of them were produced in the hair in one minute]Ga naar voetnoot23. But I found that the structure of the in[n]er part of | |||||
niet over een quam.Ga naar voetnoot54 Ick heb dan de wortels van het Hair, (soo uijt mijn Hant, Neus-gaten, oogh-schelenGa naar voetnoot55, wijnbrauwen, etc. getrocken) eerst gaen ondersoecken, en heb doen mijn selven vast verseeckert, dat de gantsche wortel, de schors uijtgesondert, niet en en (!) bestont dan uijt, uijt nemende seer dunne striemtgensGa naar voetnoot56, die ick voor aderen off vaten aen namGa naar voetnoot57; Oock mede is mij wel te vooren gecomen, dat de vaaten, die het hair maeckten, haer separeerden, inde wortel van het Hair, waer door de schors off wotel (!) van het hair, sigh quam te vertoonen, als off wij in een Hollen boom sagen, Oock mede heb ick mij de wortel van het Hair, met alle desselffs vaaten soo netGa naar voetnoot58 vertoont, als off wij voor ons oogen, een gemeenen boom, met alle sijn wortelen hadden sien leggen, uijt gesondert dat de vaten inde wortel alle van een ende deselve dickte waren. dese mijne observatien vervolgende, heb ick mij door gaens,Ga naar voetnoot20 seer naecktGa naar voetnoot39 voor de oogen gestelt, dat het gantsche Hair, van binnen uijt geen andere deelen en bestaet, dan uijt pijpjens, daer van de duijsent, en meer, andere minder, al na dat het hair dick off dun is, te samen een hair uijt maken.Ga naar voetnoot59 Maer off dese vaten off pijpjens in het hair, waerlijck een Hollicheijt hebben, dat en kan ick niet verseeckeren; maer het schijnt mij toe. Ick heb dan de irreguliere deeltgens die de schors van het Hair maken, vergeleken bij de bast van de boomen, en de pijpjens van binnen in het Hair bij de pijpjens die het Hout maken. Oock heb ick gesien, dat dese pijpjens niet doorgaensGa naar voetnoot60 in een rechte lini in het Hair leggen gestreckt, maer dat deselve op verscheijde plaetsen, wat krom geboogen leggen, als met F. aengewesen. Dit siende, imagineerde ick mij, dat dus wiert veroorsaeckt. de Huijt door de koude incrimpende off vaster sluijtende, wort het Hair inde Huijt vaster geklemt, waer door het Hair belet wert, dat het soo liber niet en can uijtschieten, als eenige uren daer te vooren, wanneer het warmer was. De vaaten die de binnenste deelen van het Hair maken, geen Hinderingh van dese | |||||
the HairGa naar voetnoot23a, did not agree with that of the outside or [cortex]Ga naar voetnoot22. I then examined the Roots of several Hairs, plucked out of my Hand, Nostrils, Eye-lid, Eye-brow, and other parts, and clearly saw, That the whole Root, except the [cortex]Ga naar voetnoot22, consisted of little Strings, which I suppose to be Veins or Vessels. [It also happened that the vessels forming the hair became separated in the root of the hair, causing the cortex or root to appear like a hollow tree.] And I have shew'd the Root of a Hair with all its Fibres, so plainly, as if before our Eyes, we had seen lying a common Tree with all its Roots: except that these Fibres in the Root of a Hair, were all of a thickness. Proceeding further, I likewise very clearly discern'd, that the whole Hair, except the [cortex]Ga naar voetnoot22, consisted of little Strings, whereof there were about a thousand in one Hair more or fewer, according to the thickness of the HairGa naar voetnoot24. Whether these Strings are hollow, i.e. so many Pipes or Vessels, I cannot positively say, but it seemeth to me that they are. So that I conceive we may not unfitly compare the [cortex]Ga naar voetnoot22 of the Hair (consisting of the aforesaid irregular particles) to the Bark of a Tree; and the little strings which compose all that part of the Hair within the [cortex]Ga naar voetnoot22, to the Pipes which make the Wood. These Strings, or if you please, Pipes, do not lie every where stretched out in a straight line, but in some places are somewhat crooked, as at F. [Seeing this, I imagined the cause to be this: when the skin owing to the cold shrinks or contracts, the hair is squeezed in it and is thus prevented from sprouting as freely as it did a few hours before, when it was warmer. The vessels inside | |||||
koude comende te lijden, brengen haer voetsel toe als inde warmte, en het Hair inde Huijt vast geslooten leggende, worden eenige pijpjens in het Hair krom, maer soo ras als het hair inde Huijt weder sijn schot neemt, dat dan de cromte vande pijpjens ophouden. Ick heb oock aen verscheijde Heeren getoont het Hair van een Varcken, na dat ick het selvige alvooren met een seer scharp mes, over dwars hadde ontstucken gesneden, ende daer inne gedemonstreert, hoe het bij kan komenGa naar voetnoot61 datter een Hollicheijt in een Hair gesien wort,Ga naar voetnoot62 en daer beneffens oock getoont, alle de stipjens in het selvige hair, diemen mede niet anders konde oordelen off het waren globulen, maer dit nader observerende, heb ick seer distinct konnen oordeelen dat het pijpjens off striemtgens sijn, die over dwars waren afgesneden. Mijn Heer dit ist geringe dat ick UEdele ende derselver seer geleerde Heeren Philosophen hebbe goet gedagt mede te deelen; Ick sal met verlangen gaerne verstaen, wat resolutie de Conincklijcke Societeit genomen heeft, over mijne laeste observatien, namentl. inde bekent makinge, aende gemelte Societeit, off aende werelt.Ga naar voetnoot63 Alsmede vanden ontfangh van desen, en hoe dat dese mijne observatien, UEd: geleerde Heeren Philosophen bevallen. Ick wenschte wel dat wanneer UEdele weder de goetheijt hebt, om aen mij te schrijven, dat deselve int Latijn, ofte Frans mocht geschreven werden, omme dat ick meerder occasie heb, deselve uijt het Latijn, off Frans als uijt het Engels te laten oversetten. Wanneer UEdele de goetheijt hebt om een enckelde brieff aen mij te schrijven, soo sal ick deselve met de post op Delff wachten, | |||||
the hair, not being impeded by the cold, supply food just as well as when it is warm. As the hair is jammed in the skin, some of the pipes take a curve, but as soon as the hair in the skin can grow freely, the curving of the pipes ceases.] I have also shewed several Gentlemen the Brissles of a Hog; and therein (being cut over thwart with a sharp knife)Ga naar voetnoot25 [how it will happen that a cavity is seen in a hairGa naar voetnoot26. I also showed them all the little spots in the same hair which one could only take to be globules; but observing them more closely I could distinctly see that they are pipes or fibres, cut crosswise. These, Sir, are the few things of which I wished to inform you and the learned philosophers. I am anxious to learn what the Royal Society has resolved about my last observations, whether they intend to communicate them to that Society or to the worldGa naar voetnoot27. I shall also be glad to hear that you have safely received this letter, and what you and the learned Philosophers think of my observations. I wish you would kindly write to me next time in Latin or French, because I have a better opportunity to have your letter translated from the Latin or French, than from English. If you only send me a letter, I shall expect it by post to Delft, but if | |||||
maer met eenige transactien daer beneffens, soo sal ick die over Rotterdam verwachten, als laest bij UEdele is gedaen.Ga naar voetnoot64
Afbreeckende blijve na presentatie van mijn geringen dienst.
Mijn Heer.
UEdts onderdanige Dienaer
Antonj Leeuwenhoeck
Nota. in een duijtsGa naar voetnoot65 en Engels
| |||||
you add some of the Transactions, I shall expect them via Rotterdam, like last timeGa naar voetnoot28. Offering you my slight services, Sir, I am
Your obedient servant
Antonj Leeuwenhoeck.
Note. In a Dutch-English
|
|