Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1294. 1628 augustus 2. Van J. WtenbogaertGa naar voetnoot2.Mijn heer, Ick heb uE. lestmaels bemoeyt met een briefken van recommendatie voor een van mijn maechschap, Frans WtenbogaertGa naar voetnoot3. Ick verstae hij daer geweest ende all voort nae Orléans is, verwondert, dat hij sich soo heeft verhaest. Sedert ontfangen den uwen van 23 JuniusGa naar voetnoot4, oock een van monsr. TreselGa naar voetnoot5, met 2 boecxkens, 't een remonstrantie au roy d'AngleterreGa naar voetnoot6, 't ander tegen de manifeste van mr. de RohanGa naar voetnoot7. Mr. Tresel adviseerde, dat uE. geschreven had te sullen senden van PelletierGa naar voetnoot8, twelck hij noch niet had vernomen, maer ick denck, dat de remonstrantie is van Peletier, hoewel de naem daer voor niet en staet, anders sal ick noch - soo 't uE. gelieft - verwachten. Ick danck uE. seer voor die 2 stucxkens, heb se geerne gelesen. UE. heeft mogelick alrede van andere verstaen, wat hier is gepasseert aengaende de gepraesenteerde requeste, salt evenwel cort verhalen. Dese dachvaert sijnde aengevangen, sijn uyt verscheyden Hollandsche steden in den Haege verschenen tusschen de 30 off 40 persoonen, om vanwege de remonstranten vrijheydt te versoecken. Drie off vier dagen gewacht hebbende om te vernemen de gelegenheyt, wierdt hun geraden wederom te keeren, alsoo het noch gheen tijdt was, maer souden weder in den Haage sijn den 25. Middelertijdt is oock de Zuythollandsche synode vergadert tot Delff, die een bittere remonstrantie overgaven den 23en, doch slordich ende vol leugenen, die velen in de vergadering offendeerde. Wierdt daerop terstont een cort debath gemaect, om neffens de request overgegeven te worden, twelck geschiede den 25en - de gedeputeerde sijnde ten ge- | |
seyden daghe wedergecomen - door 8 off 10, die door den deurw. audientie versochten, de andere gaende wandelen int binnenhoff. WolffGa naar voetnoot1 quam uyt, nam de requeste, die 's namiddachs met 2 debatten daeraen hangende, met grote attentie sijn gelesen geweest. Grote ende lange debatten sijn in de vergadering gevallen, de steden begeerden copye van alles. Middelertijdt wierdt genomen resolutie, waervan 't extract, bij den secrs. uytgegeven, aldus luydt: Is gelesen de voorverhaelde requeste van de remonstrantsgesinden, daerbij zij naer een lange deductie versochten onbecommert buyten de publycke kercke exercitie van heur religie te mogen doen, heur predicanten daertoe vrij int landt te mogen comen ende die gevangen sijn te hebben gerelaxeert, mitsgaders noch 2 lange deductiën, ingestelt tot wederlegginge, gelijck sij voorgeven, van twee clachten tegen heur gedaen, d'een op den naem van diverse kercken hier te lande ende d'andere vanwege de synode tot Delff vergadert. Waerop gedelibereert wesende verstaen ende geresolveert is, dat gebleven sal worden bij de voorgaende resolutie, als dat dese supplianten elcx in den heuren, heur met onderteeckende requesten sullen moeten addresseeren aen heure respective magistraten, die vermogen sullen deselve ter vergadering te brengen om particulierlick daerop te doen ende resolveren naer behooren sonder dat hiermede verstaen wordt eenige innovatie in de placaten tegen de conventiculen toe te laten. Op dese apostill valt veel te speculeren, evenwel waren de gedepde. der kercken blijde eens ten minste soo ver gecomen te sijn, dat haer requeste aengenomen, gelesen etc. waren. Sij gingen daernae S. Exe.Ga naar voetnoot2 begroeten hem gevende copie van alles, die hun riedt oock copie te geven aen den heer graef tot CulenborgGa naar voetnoot3. Gingen oock rondom de gedeputeerde van alle steden aenspreecken, oock den raedtpensionaris Duyck, alle te gelijck, in sijn huys, metten welcken veel discoursen vielen, wierdt wel bejegent. Nu is men in deliberatie, hoe ment met het teeckenen ende overgeven van requeste in de particuliere steden ende dorpen maecken sal. Vijff advocaten als suppoosten van den Hove zijn geweest bij den hr. praesidentGa naar voetnoot4 opt selve stuk, onder dese oock uE. germanusGa naar voetnoot5, die sal uE. wel adverteren van 't gepasseerde. Die van den Haege hadden voor de dachvaert een grote opheff met openbaer te predicken, maer de Gecommitteerde Raden, 't Hoff ende magistraet waren daerin soo geturbeert, dat sij se verscheydelick verstoorden, vele opteeckenden, dachvaerden, ontboden etc. S. Exe. was oock niet wel tevreden, dat ment soo opentlick ende met soodanige menichte dede, wierden geraden S. Exe. ende anderen te gevalle op te houden geduerende dese dachvaert. Dat deden sij, daerop wierdt oock d'executie, die begonnen was over 2 personen - die elck 25 gulden hebben betaelt - gestaect, doch denckende haest weder te beginnen, dan niet met soo veel geruchts. Middelertijdt hebben de hh. Staten hapering met het synodus van Delff. Haere Ed. M., hare gravamina gesien hebbende, die tendeerden om de 25 artikelen nootsaeckelick te verclaren oock ten aensien van de gemeyne lidtmaten, om niemant ten avontmael te laten, all versochten sijt, met dat gevoelen, oock om tegen de uytgeseyde remonstrantsche predicanten te procederen met kerckelicke censuren boven de gedane depositie, selve oock tegen die in ampten sijnde all te seer | |
conniveerden - wat dunckt uE. van dese luyden? hoe konnen sij anders doen om de remonstranten te peerde te helpen? -, committeerden den raetsheer AsperenGa naar voetnoot1 op den synodus met last - soo ick hoore -, om sulcke resolutie te beletten. Sij willen voort S.E. doet rapport. H. ArnoldiGa naar voetnoot2, praeses, met eenige worden ontboden. Sij comen. Men last hun haer mening bij geschrift te stellen. Sij doent bij forme niet van resolutie, maer van project - hoewel het in effect een resolutie is - houdende, dat dese synodus verstaet het verstant van 't syn. nationael geweest te zijn, dat de vijff artikelen in de gereformeerde kercken niet tolerabel en sijn ende volgens dien oock in ghene lidtmaten, die ten avontmael willen komen, behooren geduldet te worden - dat sijn de formalia - met belasting aan alle classen ende kerckendienaren haer hyernae te reguleren. Dit gheeft grote offensie, maer 't helpt de remonstranten, mitsdien het den slach breeckt van de lidmaten weder in de kerck te brengen ende tot de communie toe te laten, soo oock de minister du HalenGa naar voetnoot3 - ick kan zijn naem niet lezen, wilde die wel pertinent weten - aen RivetGa naar voetnoot4 had geschreven, soo uE. vermaent; want mij was alrede veel van dese form van accomodatie te ooren gecomen, ende noch persisteert de praesident, dat S.E. sijn hals daer onder setten wil, dat de predicanten tot resolutie van toelatinge der lidtmaten met haer gevoelen coomen sullen. Dit is alsoo de staet der saecken. De synodus is noch vergadert. Geen stadt is tegenwoordich harder als Leyden, daer procedeert men hart tegen de remonstranten. Veel spraeck is van dese handel door 't gehele landt. Men schijnt tot moderatie genegen, maer men can qualick comen tot resolutie. Niemandt derff recht wt de borst spreecken. Die gheen raedt weten tot d'executie der placaten, roepen all om accommodatie, maer weten den rechten voet daertoe niet te ramen, eensdeels mede om de ongeseggelickheyt van de kerckelicke. Ick voorsie, dat die particuliere requeste de saeck verwarren sal ende datter daerop is aengeleydt. Wij moeten des te voorsichtiger gaen. Mijnheer, de h. Jacob ReaelGa naar voetnoot5, schepen ende vroedtschap der stadt Amsterdam, mijn seer goede vriendt, heeft mij seer gebeden uE. te willen recommanderen de saeck off het different tusschen S.E. ende Antonio DesmartynsGa naar voetnoot6, coopman tot Parijs, met bede, dat uE. mochte gelieven met goeden raedt te assisteren den persoon van Dirck van der CoggheGa naar voetnoot7, tegenwoordich sijnde tot Parijs, dien de quaestie wel bekent is ende onder wien alle noodige stucken zijn berustende, opdat de saeck op het spoedichste mocht affgedaen worden, hetzij bij middel van rechten ofte bij accommodatie, soo uE. beste te rade sal duncken. Dese Jakob Reael is een soon van wijlen den borgemeester ende ontfanger Jan Peterssen Reael, welckers dochterGa naar voetnoot8 getrout heeft een mijnen neve. 't Is een bequaem persoon, uE. ende de goede saeck sonderling geaffectioneert, dus bid ick uE. - gelijck S.E. | |
selff mede, die uE. oock seer doet groeten -, dat uE. dese saecke gelieve te houden sonderling gerecommandeert. De voormelde van der Cogghe sal uE. daerom comen spreecken, gelijck ick verstae, dat hij oock all voor desen heeft gedaen. Men spreeckt veel van de hr. van der MijlenGa naar voetnoot1 wel mocht ter naesten dachvaert beschreven worden onder de ridderschap. S.Ee. schijnt het te behartigen. Evenwel hoor ick, datter noch wat hapert. Men salt haest hooren. Hiermede, mijn heere, weest gegroet met joffrou uE. huysvrou ende blijft te samen den Almachtigen bevolen. Desen 2en Augusti 1628. UE. dienaer,
| |
Adres: Aen mijn heer mijn heer Grotius Parijs. In dorso schreef Grotius: 2 Augusti 1628 v. Me. |
|