Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1246. 1628 april 5. Van J. WtenbogaertGa naar voetnoot1.Mijn heer, D'uwen van den 18 Feb. ende XVII Martii sijn mij wel geworden. Ware uE. boeck de veritate Religionis ChristianaeGa naar voetnoot2 van yemandt der bij uE. genoemden overgeset, het soude veel goeds doen. De Ligue is bij yemandt van den onsenGa naar voetnoot3 uytgegeven met een brieff daerbij, die de hierarchie nijpt ende soo begerich gelesen is, dat men opt leste een gulden off meer heeft willen geven voor 't gheen eerst maer 4 stuivers vercocht wierdt. Hoe ketelick de Romeynen sijn, jae ongeneselick, is te vernemen uyt de censuren van uE. boek de Jure belliGa naar voetnoot4, daervan uE. schrijft. Opt propoost, dat uE. seydt dat d'ambassadeurs van DenemarckenGa naar voetnoot5 uE. ter gast genoodt ende wel bejegent hebben, kan ick uE. niet verbergen, dat NarssiusGa naar voetnoot6 onlancx t'Amsterdam aen eenen van den onsen - diet mij rapporteerde - heeft geseydt, dat de coninck van Sweden door seecker vrijheerGa naar voetnoot7 ende hem, Narssium, aen uE. hadde doen schrijven ende dat uE. noyt had geantwoordt, twelck niet wel genomen wierdt. Is Charles le GrandGa naar voetnoot8 bij den coninck van Polen off Sweden off Deenmarcken? Ick kan dat niet duydelick uyt uE. schrijven verstaen. Van de reconciliatie tot Nimmegen is niet anders, dan dat de pensionaris GlimmerGa naar voetnoot9 met de electie des magistraets te huys gecomen sijnde heeft gerapporteert, dat S. Exe., hoewel ongaerne, d'electie hadde gedaen op sijne inductie ten naestenbij soo ment had begeert, daer hij anders sijne authoriteyt anders hadde konnen gebruycken vermits de clachten over de regering aldaer gevallen, doch dat hij naemaels anders daerin soude voorsien, indien zij haer tegen haere borgerije niet soo en droegen, dat deselve claechloos bleve, wilde haer derhalven ernstelick vermaent hebben alle moderatie tegen haer ingesetenen te gebruycken. Hierop is gevolcht, dat door entremise van een derden, mede van den raedt, BiesmanGa naar voetnoot10 ende ten HeuvelGa naar voetnoot11 aen d'een, CalffkenGa naar voetnoot12 ende RensingGa naar voetnoot13 aen d'ander sijde, bijeengecomen zijn, all het voorgaende affgedroncken hebben, met verclaring van de geseyde hooffden, met meer soo tegen de remonstranten te sullen procederen. De vrucht daervan is, dat de remonstranten aldaer sedert genoch opentlick ende bij dage leeren sonder molestatie. | |
De reyse op Utrecht, Amsterdam ende den Haege is niet onvruchtbaer geweest, soo ick hoope. Over 't aenhaelen onser schepen ende 't sincken derselver voor Rochelle wordt dapper geroepen. UE. schrijft, dat d'extraordinaire ambassadeursGa naar voetnoot1 audientie hebben gehadt nae haere begeerte: is dat te seggen, dat sij all vercregen hebben, wat sij begeeren? Ick sal verlanghen te hooren, wat de visite van Vosbergen uytbrengen sal. Waeruyt blijct, dat men daer berou heeft over de besluyten van Alez ende Charenton? De bejegening opt noden totte communie is recht, ende mij lust te weten, off de conferentie tusschen MaistresotGa naar voetnoot2 ende TilenumGa naar voetnoot3 voortganck heeft. De kerckelicke t'Amsterdam hebben doen omloopen door de stadt met een schrift off request, geteeckent - soo men seydt - bij vele duysenden, in mening dat over te geven tot verdemping der Arminianen, met ick weet niet wat dreygingen; borgemeesters ende schepenen daertegen hebben bij publicatie verboden, dat niemant eenige t'samenlopinge maecken sal op straet onder 't pretext van eenige vergaderingen in de huysen te storen, dat oock niemandt, wie hij zij, daeromtrent en sal blijven staen kijcken, opt verbeurte van 't opperste cleet ende dat de ouders voor hare kinderen, de meesters voor haer knechten sullen responderen, dat all sackdragers, slepers enz., die haer daermede bemoyen, sullen gecasseert worden ende haer gilde verliesen ende dan noch arbitrale correctie met protestatie, dat de heeren willen onschuldich gehouden worden, indien voortaen eenige onheylen souden volgen, wanneer sij haere authoriteyt gebruycken, sodanige toelopen, anders als tot noch toe, beletten. Verclaren voorts te sijn perturbateurs van de gemeyne ruste alle dieghene, die met sulcke requesten omloopen ende sodanige teeckening procureren, deselve belastende sodanige request met teeckening met all den heeren over te leveren binnen 3, andere seggen, 4 daegen. Dese publicatie geschiede den 1sten April, dan hebbe de copie van dien in forma noch niet gesien. Men is met de requeste te stellen besich ende hoopt men, dat se sall gepraesenteert worden d'aenstaende weeck door gedeputeerde uyt verscheyden steden. De predicanten daerentusschen sijn oock niet stil, hebben voorleden weecke eene seer lompe ende slordige doch seer hevige requeste aen de heeren Staten tegen de remonstranten gepraesenteert, daervan wij heden copie becomen hebben ende hoope ons profijt daermede te doen int overgeven van d'onseGa naar voetnoot4. Ick sal aen Mr. TreselGa naar voetnoot5 schrijven om dat discours van PelletierGa naar voetnoot6, opdat hijt mij van Rouen sende te water, can hij. Een goedt heer in den Hage las mij dese daghe voor een brieff uyt Duytslandt van een geleert man - soo 't scheen - geschreven aengaende de Laurea AustriacaGa naar voetnoot7, in welcken seer verachtelick van den autheur ende van sijn werck gesproken wierdt als beyde niets waerdt sijnde. Hoe verstae ick, dat uE. meynt, dat BuyonGa naar voetnoot8 uE. ApologieGa naar voetnoot9 int secreet | |
soude willen herdrucken ende dat men die tot Franckfort off elwaerts soude doen drucken? UE. vermaent seer wel van WachterGa naar voetnoot1 voor conferentie op den voet van Delff. 't En is oock geenssins de mening ende daerop sal wel gelet worden. De prins is sieckelick geweest ende nu weder wel te pas, dede van MhedenGa naar voetnoot2 eenige dagen geleden veel goeds seggen ende dat hij noch wat patientie nemen mocht. Ick meyne uE. geschreven te hebbenGa naar voetnoot3, dat 2 maenden geleden seecker predicantGa naar voetnoot4 tot Schoonhoven gevangen ende op Louvesteyn geconfineert is. De predicanten der remonstranten gaen evenwel sedert aldaer immer soo wacker voort als te voren ende dat bij vollen lichte dage sijnde de predicanten den bailliou wel bekent met hare logysen, maer hij laet het loopen seggende niet meer te willen daernae uytsien, alsoo alles doch te vergeeffs is. Somma, men meynt alles te wesen in sodanige pointen, dat ..es(?) de placaten ende executiën weder dapper sullen wackeren, off dat eenige tolerantie tot vrijheyt voorhanden is. De waerheyt is, dat de remonstranten winnen ende d'ander verliesen, dan de meeste difficultyten staen in nervo ende bequame instrumenten. Meer niet voor ditmael, dan dat God Alm. uE., Mijn heer, lang gesont spare ende segene tot saligheyt. Mijne dienstl. gebiedenisse aen jofvr. uE. huysvrouwe. Episcopius, VictorGa naar voetnoot5 ende d'andere vrienden alhyer doen uE. dienstelick groeten. 5. April. 1628. UE. d., H.v.M. | |
D. Til.Ga naar voetnoot6 ende DorusGa naar voetnoot7 moeten met gelegenheyt seer gegroet sijn. Ick sal bij gelegenheyt schrijven, mijne occupatiën lijdent nu niet. | |
Adres: Aen mijn heer mijn heer Hugo de Groot tot Paris. In dorso schreef Grotius: 5 April 1628. |
|