Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmargeEtym: Fr. marge = kantlijn < Lat. margo = rand. Witte rand (wit-1) rondom de bladspiegel of zetspiegel. Men onderscheidt een boven- of kopmarge, waarin paginering, foliëring of een kopregel kunnen voorkomen. In de beneden- of staartmarge wordt ook wel gepagineerd. Daarnaast kan men in de benedenmarge een katernsignatuur, een reclame of custode aantreffen. Door het bijsnijden van de bladen voor het binden, kunnen deze marginalia soms wegvallen. In de binnen- en buitenmarge treft men regelmatig glossen, noten (noot), commentaar of een synopsis aan (een noot aan de voet van een pagina, een zgn. voetnoot, maakt echter deel uit van de bladspiegel). Vaak zijn deze marginalia oorspronkelijk, maar even vaak zijn het gebruikssporen. Voor een middeleeuwse codex geldt: hoe ruimer de marges, des te kostbaarder het boek, want perkament was duur en het was economischer om het dicht te beschrijven. Ook moderne bibliofiele werken onderscheiden zich door ruimere marges. Lit: C.F. Buehler, ‘The Margins in Mediaeval Books’ in The Papers of the Bibliographical Society of America 40 (1946), p. 32-42 R.W.H.P. Scheller, Opmaak & Mise-en-page. Een onderzoek naar de beginselen der vroegste boekkunst (1966) H. van Krimpen, Boek over het maken van boeken (19862), p. 338-347.
|