Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdformalismeEtym: Lat. forma = vorm. Benaming – doorgaans in afwijzende zin gebruikt – voor een literatuurbeschouwing die zich te eng zou concentreren op de formele of technische kant van literaire kunst en daardoor onvoldoende oog zou hebben voor de inhoudelijke (spirituele, ethische, politieke...) dimensies ervan. In dergelijke zin was het de negatief bedoelde benaming voor de literair-kritische school van het Russische formalisme (ca. 1915-1930). De Russische formalisten stonden een ergocentrische of autonomistische benadering van literatuur voor (autonomiebewegingen) en verzetten zich daarbij tegen toen vigerende literatuurbenaderingen als Geistesgeschichte, positivisme en de materialistische literatuurstudie. Vooral dit laatste was onaanvaardbaar voor de communistische autoriteiten, die spoedig een totalitaire koers gingen varen en de ‘formalisten’ gingen onderdrukken. Maar buiten de Sovjet-Unie werd de term spoedig een neutrale aanduiding voor deze literatuur-wetenschappelijke school. Later werd de term formalistisch wel eens gebruikt in uitbreidende en (alweer) afwijzende zin door post-structuralistisch geïnspireerde critici (zie deconstructie). Hij geldt dan als een negatieve benaming voor theorieën en methodes die de literatuur met ‘naïef-wetenschappelijke’ precisie of objectiviteit willen benaderen en daarbij ‘onvoldoende’ oog hebben voor allerlei ideologische en andere oncontroleerbare betekeniseffecten van de taal. De term kan dan even goed slaan op het Russisch formalisme als op het New Criticism, de Praagse school, het structuralisme of de moderne stilistiek. Als een criticus de term formalistisch gebruikt in de beschrijving van een literair werk, wordt daarmee bedoeld dat de auteur een oppervlakkig spel met vormeffecten zou hebben nagestreefd i.p.v. een integratie van vorm en inhoud. Lit: V. Erlich, Russian formalism. History, doctrine (1955) K. Chvatik, Tschechoslowakischer Strukturalismus. Theorie und Geschichte (1981) Russies formalisme. Teksten van Sjklowskij, Jakobson, Ejchenbaum en Tynjanov (1982) P. Steiner, Russian formalism. A metapoetics (1984) J.J. van Baak, ‘Russisch formalisme’ in R.T. Segers (red.), Vormen van literatuurwetenschap (1985), p. 13-34 J. Striedter, Literary structure, evolution and value. Russian formalism and Czech structuralism reconsidered (1989) M. Weinstein, Tynianov ou la poétique de la relativité (1996) N. Laan, Het belang van smaak (1997), p. 151-214 A. van den Oever, ‘Een klap in het gezicht van de goede smaak: symbolisme, avantgarde, formalisme en het probleem van de artistieke vorm’ in H. van den Berg & G. Dorleijn (red.), Avant-garde! Voorhoede? (2002), p. 191-204.
|