Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694
(1976)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| |||||||
Korte inhoud:Onderzoekingen over de metamorfose van de emelt tot speketer. Waarnemingen van de copulatie en de ingewanden van de speketer. Over de voortplanting van de sprinkhaan. Waarneming van onbekende diertjes in aardzoden. Beschrijving van de kop van de luis. Over de vermeende bloedsomloop in de poot van de luis. Beschrijving van de monddelen van de luis. Onderzoekingen over de vermenigvuldiging van de mijt. Waarnemingen van de copulatie van de mijt. Onderzoekingen over de levensduur van de mijt. | |||||||
Figuren:De tien gegraveerde figuren zijn bijeengebracht op één plaat. | |||||||
Opmerkingen:L. heeft aan de Royal Society geen eigenhandige brief met tekeningen gezonden, maar een gedrukt exemplaar met een gravure (zie blz. 270, aant. 1). Beide laatste bevinden zich te London, Royal Society, MS. 1955, Early Letters L. 2. 46. De hier afgedrukte tekst is gebaseerd op [A]. | |||||||
Letter No. 129 [77]
| |||||||
Published in:
| |||||||
Summary:Researches into the metamorphosis of the leather-jacket into the crane-fly. Observations of the copulation and the intestines of the crane-fly. On the reproduction of the grasshopper. Observation of unfamiliar animalcules in sods of earth. Description of the head of the louse. On the supposed circulation of the blood in the leg of the louse. Description of the mouth parts of the louse. Researches into the propagation of the mite. Observations of the copulation of the mite. Researches into the term of life of the mite. | |||||||
Figures:The ten engraved figures have been grouped together in one plate. | |||||||
Remarks:L. did not send the Royal Society an autograph letter with drawings, but a printed copy with an engraving (see p. 271, note 1). The latter two are in London, Royal Society, MS. 1955, Early Letters L. 2. 46. The text as printed here is based on [A]. | |||||||
Delft in Holland, den 20. December. 1693Ga naar voetnoot1).
Hoog Edele Heeren.
Myn laatsten alder onderdanigsten enz.Ga naar voetnoot2)
Ga naar margenoot+In de maant Mey wierd my van een Land-man aangewesen een streek deugsaam Wey-land, daar weynig gras op waste, de redenen daar van (seyde men tot my)Ga naar voetnoota) wierd alleen veroorsaakt, van een soort van swart-agtige korte dikke WormenGa naar voetnoot3), die de wortels van het gras op aatenGa naar voetnoot4), en voegdenGa naar voetnoot5) daar | |||||||
Delft in Holland, the 20th of December 1693Ga naar voetnoot1).
Very Noble Sirs,
My last most humble missive, etc.Ga naar voetnoot2)
Ga naar margenoot+In the month of May a Farmer pointed out to me a strip of good Pasture, on which there grew little grass, which I was told was merely caused by a species of blackish, short and thick Worms, which ate the roots of the grassGa naar voetnoot3), | |||||||
ook benevens, dat het gras aldaar niet eerder in wasdom soude toenemen, voor dat men groote warmte kreeg, om dat dese Wormen die men HemeltGa naar voetnoot6) noemt, geen hitte konnen verdragen, daar doorGa naar voetnoot7) komen te sterven: Ik vraagde verder, of men niet wel ondervondenGa naar voetnoot8) hadde, dat dese Wormen in kleyne Sprinkhanen veranderde, of ook in andere vliegende Schepsels; maar wat ik vraagde men konde my niet anders seggen als dat de Wormen wel ras soude weg wesen als daar maar eenige heete daagen waren geweest, en dat als dan het gras wel weelderig soude wassen, ende dat de laage moerigeGa naar voetnoot9) Landen, al waar men van geen Sprink-hanen en weetGa naar voetnoot10), daar meest mede geplaagt werden. Ja men verseekerde my dat sy de Wormen na datter eenige dagen heete Sonneschyn hadde geweest, veel maal, doot sijnde, hadde sien op 't velt leggenGa naar voetnoot11). Met dese verhaalde onderrigtingen die ik van verscheide Lant luyden hadde ontfangen, was ik niet mede vergenoegtGa naar voetnoot12), om dat ik my vast inbeeldeGa naar voetnoot13), dat by aldien men naeuwkeurig dese wormen die men Hemelt noemt, quam te observeren, dat men een gans andere uytkomst soude vinden, namentlijk, dat de wormen in vliegende schepsels souden veranderen, te meer, om dat men deze Wormen niet in menigte by den anderenGa naar voetnoot14) vond, maar dat die als enkel verspreytGa naar voetnoot15) lagen. Ik begaf my dan in 't begin van de maant Mey, in een weyde, ter plaatse daar het gras weynig gewassen wasGa naar voetnoot16), en ik versogt by myGa naar voetnoot17) een Man die Koeyen en verscheyde Paarden hout, en daar van met sijn Huyshoudinge moet leven, en welke man, sijn interestGa naar voetnoot18) wel verstaat, deselvige sogt nevens myGa naar voetnoot19) de geseyde wormen, waar van ik eenige in een doosje opsloot, die in korten tijd ten deelen uytdroogden en storven, andere setten ik op een soode aarde met gras bewassen, en stelde dese soode in een verglaasde pot, die ik daaglijks met | |||||||
and it was added that the grass there would not improve in growth until the weather became very warm, because these Worms, which are called Leather-jacketsGa naar voetnoot4), cannot bear the heat and will die from it. I further asked whether it had not perhaps been found that these Worms were transformed into little Grasshoppers, or into other flying Creatures. But however much I inquired, people could not tell me anything else but that the Worms would no doubt quickly be gone as soon as there had been a few hot days, that the grass would then grow quite luxuriantly, and that the low marshy Lands, where no Grasshoppers are knownGa naar voetnoot5), are most seriously infested by them. Nay, they assured me that they had often seen the Worms lying dead in the field after there had been a few days of hot SunshineGa naar voetnoot6). I was not satisfied with the said information, which I had received from several Country-people, because I was firmly convinced that, if one examined these worms called Leather-jackets closely, one would get quite a different result, namely that the worms would be transformed into flying creatures, particularly because these Worms were not found in great numbers together, but lay as it were dispersed. In the early days of the month of May I therefore went to a meadow in a place where the grass had grown poorlyGa naar voetnoot7), and I requested the company of a Man who keeps Cows and several Horses, on which he has to live with his Household, a man who well understands his interest. Together with me he searched for the said worms, of which I enclosed some in a small box, which partly dried up and died in a short time. I put others on a sod of grassgrown | |||||||
water besprengdeGa naar voetnoot20), en op mijn comptoirGa naar voetnoot21) stelde, op dat ik die doorgaansGa naar voetnoot22) in gedagten soude hebben, en welke soode ik wanneer het gras begonde te verdorren, verworpGa naar voetnoot23), en een nieuwe soode aarde, ofte gras uyt het Land ging steeken; in dit doen sag ik doorgaans dat dese wormen nog in 't Land waren: Ik nam dan de soode gras, die alreede begonde te verdorren, en daar uyt sogt ik de wormen de Hemelt, en plaatste die weder in de nieuwe aarde, en dit continueerde ik tot den laatsten dag van July sonder dat ik eenige de minste verandering aan de wormen hadde konnen vernemenGa naar voetnoot24). Als wanneer ikGa naar voetnoot25) in geselschap raakte van verscheyde Heeren, daar onder andere dese wormen mede op het tapijt quamen, en alwaar my versekert wierde, dat die veranderde in vliegende Schepsels die men Spek-eetersGa naar voetnoot26) noemt. En al hoe wel ik nu in de verandering van de wormen voldaan wasGa naar voetnoot27), soo nam ik egterGa naar voetnoot28) de resolutie dese wormen soo lang met versche aarde te versien tot dat selfs de veranderingGa naar voetnoot29) my was te vooren gekomenGa naar voetnoot30). Ga naar margenoot+Op den 8. Augusty begon het gras op de Zoode weder te verdorren, en alsoo my de tijd van drie maanden die ik met dit ondersoek al was doende geweest begonde te verdrieten, soo door sogt ik de Zoode, en nam de wormen de Hemelt genaamt uyt de aarde, en ik sag dat een van de selvige wormen, die een weynig boven de andere in wittigheyt uytstak, wat kort in een gedrongen was, waar op ik oordeelde dat die in sijn veranderen stondGa naar voetnoot31), ik leyde drie wormen waar onder de laast geseyde was in een doosje, en sag des anderen daags, dat een van de selvige in een Tonneke of Popke, na dat alvoorens sijn huytge was afgestroopt, was verandert, welke huytge daar nevens was leggendeGa naar voetnoot32). Een tweede Worm, die mede in een Popke was verandert, en die ik niet en hadde opgeslooten, heb ik vermist, aparentGa naar voetnoot33) dat hy my sal ontvlogen sijn. De andere Wormen droogden in korten tijd seer in een, sonder dat die veranderde. | |||||||
earth and placed this sod in a glazed pot, which I sprinkled daily with water; and I put it in my studyGa naar voetnoot8) in order that I might keep it constantly in mind. And I threw away this sod as soon as the grass began to wither and proceeded to cut a new sod from the Field. As I was doing this I always saw that these worms were still in the Field. I then took the sod, which was already beginning to wither, and from it I sought the worms called Leather-jackets and placed them again in the new earth, and I continued to do this until the last day of July without being able to perceive the slightest change in the wormsGa naar voetnoot9). When I found myself in the company of several Gentlemen, there, among other things, these worms were also brought on the carpet, and I was assured that they were transformed into flying Creatures which are called Crane-fliesGa naar voetnoot10). And although I was now quite sure about the transformation of the worms, I nevertheless resolved to provide these worms with fresh earth until I caught sight of the transformation itself. Ga naar margenoot+On the 8th of August the grass on the Sod began to wither again, and since it began to annoy me that I had spent three months on this investigation, I searched the Sod and took the worms called Leather-jackets out of the earth, and I saw that one of these worms, which was slightly more white than the others, was somewhat shrivelled, from which I concluded that it was on the point of being transformed. I put three worms, among which was the last-mentioned one, in a little box, and the next day I saw that one of them had been transformed into a Cocoon or Pupa after having first stripped off its little skin, which skin lay beside itGa naar voetnoot11). I missed a second Worm, which had also been transformed into a Pupa and which I had not shut up, evidently because it must have flown away from me. The other Worms shrivelled very much in a short time, without being transformed. | |||||||
Ga naar margenoot+Fig: 1. ABC. vertoont de Worm de Hemelt, de welkeGa naar voetnoot34) ik sedert de maant Mey, tot de maant Augusty geen verandering, selfGa naar voetnoot35) in het groot werden niet en hebbe konnen vernemenGa naar voetnoot24). Ga naar margenoot+Fig: 2. DEF. vertoont de Worm, soo als deselvige tot een Popke is verandert, en welk Popke in 't eerst een groote beweginge maakte, en niet en ruste, voor en al eer deselve met dat deel dat de rugge was, boven lagGa naar voetnoot36). Ga naar margenoot+Fig: 3. GH. vertoont het afgestroopt huytge, dat de Worm de Hemelt in de verandering heeft verlaten. Ga naar margenoot+Twee dagen na dat ik de verandering van de Worm hadde vernomen, heb ik my begeven in de Weyde, alwaar ik doorgaansGa naar voetnoot22) de Wormen hadde uyt de aarde gehaalt, al waar ik sag een groote menigte door de Weyde vliegen van de Schepsels die onse kinderen Spek-eeters noemen, en ook by andereGa naar margenoot+ MayersGa naar voetnoot37) genoemt werden; die hier met fig: 4. IKLM. werden aangewesen. Ik nam eenige van de verhaalde Spek-eeters in een doosje met my, dieGa naar voetnoot38) t'huys komende soo veel ontledigde als het my doenlyk was, niet alleen om de Eyeren te ontdekken, maar om ook het Mannelyk zaad te sien, dog wat devoiren ik aanwendeGa naar voetnoot39) soo en konde ik mijn genoegen niet vindenGa naar voetnoot40), want hoe veel ik van dese dieren quam te openen, soo scheen haar maaksels van een ende deselvige figuur te sijn: Te meerGa naar voetnoot41) om dat ik met een vooroordeel was ingenomenGa naar voetnoot42), dat ik niet alleen op die tijd, maar ook na dat ik nog tot drie à vier distincte reysen, dese dierkens hadde opgevangen, soo wel Mannelyke als Vrouwelyke Dierkens onder een most hebben, enGa naar voetnoot43) het geene ik voor het Eyer-nestGa naar voetnoot44) quam aan te sien, dat vonde ik in alle, die ik quam te openen. Na dese tijd vervoegde ik my weder in 't velt om was het mogelyk my te mogenGa naar voetnoot45) versekeren, wat Vrouwelyk of Mannelyk geslagt van dese Dierkens mogte sijn, in hoope dat ik het soude konnen aantreffen, dat de dierkens versamelt warenGa naar voetnoot46), dog schoon ik tot drie bysondereGa naar voetnoot47) tijden daarom ben uytgegaan, soo en heb ik het egter niet komen te sien. Ga naar margenoot+Ondertusschen is, soo in mijn Huys, als in mijn Tuyn, komen vliegen een enkeld vliegende Schepsel over een komende met het maaksel van de verhaalde | |||||||
Ga naar margenoot+Fig. 1. ABC shows the Worm called Leather-jacket, in which I could not perceive any transformation, not even during its growth, from the month of May until the month of August. Ga naar margenoot+Fig. 2. DEF shows the Worm when it has been transformed into a Pupa, which at first made considerable movements and did not rest until it lay with the part that was the back on topGa naar voetnoot12). Ga naar margenoot+Fig. 3. GH shows the stripped-off little skin, which the Worm called Leather-jacket shed during the transformation. Ga naar margenoot+Two days after I had seen the transformation of the Worm I went to the Meadow where I had always taken the Worms from the earth, and there I saw flying about in the Meadow great numbers of the Creatures which our children call Crane-flies and which are also called Daddy-longlegs by others; they areGa naar margenoot+ here indicated in Fig. 4 by IKLM. I took some of the said Crane-flies along with me in a little box, and when I came home, I dissected them as far as I could, not only in order to discover the Eggs, but also to see the Male seed; but however much I exerted myself, I was unable to succeed to my satisfaction, for however many of these animals I opened, their structures appeared to have one and the same shape. The more so because I had a preconceived idea that not only at that time, but also after I had caught these little animals three or four times I ought to have both Male and Female Animals among them, but what I had taken to be the Ovary was found by me in all those which I opened. After this, I again went to the field, in order, if possible, to ascertain which was the Female and which the Male sex of these little Animals, in the hope that I might find the little animals while copulating, but although I went there for this purpose at three different times, I have been unable to see this. Ga naar margenoot+Meanwhile, solitary flying Creatures came flying into my House as well as into my Garden; these Creatures had the same structure as the aforesaid | |||||||
Spek-eeters, alleen met dit onderscheyt, dat de laatste grooterGa naar voetnoot48), en haar agterlijf spits toe liep, daarGa naar voetnoot49) de andere haar agterlijf dik was. Dese laatst geseyde Dieren opende ik, en haalde uyt haar lighamen een groote quantiteit Eyeren die langagtig en swart waren, ja soo een groot getal, dat ik een van de selvige openende, en alle de Eyeren uyt halende, bevond het getal over de twee hondert te zyn. En wat van dese Dieren ik in de stad quam te vangen, die hadden alle Eyeren in 't lyf, en daar by en vonde ik in de stad niet een soo een vliegent Schepsel als ik uyt het velt hadde gehaalt. Hier op beelde ik my in 't eerst inGa naar voetnoot50), of een vanGa naar voetnoot51) beyde de verhaalde Dieren wel van eene soort mogte zyn. De tyd was nu al verloopen tot den 5. September. Als wanneer ikGa naar voetnoot25) my weder des naarmiddaags in een Weyde begaf, en naeuwkuerig agt nam op dese soo genaamde Spek-eeters, en sag in 't eerst niet vliegen, alsGa naar voetnoot52) soodanige hierGa naar margenoot+ vooren verhaalt en met fig: 4. aangewesen. Dog een weynig stil staande sag ik soo een soort vliegenGa naar voetnoot53) uyt dewelke ik geseyt hebbe, dat ik Eyeren hadde gehaalt. Dese niet verre van my, in 't gras neder vallende, sette sig aanstonts met het agterlijf na om laag, en dat tusschen de gras deelen in, en arbeyde sig alsoo in 't kort, al hortende, of sig neder stootende tusschen de gras deelen inGa naar voetnoot54), dat ik daar op toe tredende hem naeuwlijks uyt het gras konde vatten; dit en sag ik niet eensGa naar voetnoot55), maar ik sag het nu tot drie à vier malen, in de tijt dat ik in de Weyde was. Ga naar margenoot+Uyt dese waarneminge besloot ik, dat beyde de vliegende Schepsels hier vooren verhaalt eene soort was, en dat de eerste die ik gevangen hadde, alle van het Mannelijk geslagt, ende dat die geene daar ik de Eyeren uyt gehaalt hadde, van het Vrouwelyk geslagt waren. En watGa naar voetnoot56) de grootheyt van het Vrouwelyk geslagt belangt, alleen dus gemaakt sijn, om de menigvuldige Eyeren te dragen, ende dat de scharpheyt, dewelke uyt een beenagtig wesen bestaatGa naar voetnoot57), en welke agter aan haar lighaam is, alleen soo gemaakt is, om daar mede in de aarde te konnen inbooren, en alsoo de Eyeren in de vogtige aarde te plaatsen, ende dat sonder sulks, de Eyeren onvrugtbaarGa naar voetnoot58) souden sijn. t'Huys komende sag ik met verwondering, dat onder de dieren die in het doosje by my waren opgevangen, ses Wijfkens, ende tien à twaalf Mannekens, ende dat drie van de Wijfkens yder met een Manneke versamelt warenGa naar voetnoot46); uyt dit gesigt was ik nu versekert, dat de eene een Manneke ende de andere een | |||||||
Crane-flies, with the only difference that the latter were bigger and their abdomen tapered, whereas the abdomen of the others was blunt. I opened these latter Animals and removed from their bodies a large number of Eggs, which were elongated and black; nay, their number was so large that, on opening one of the animals and taking out all the Eggs, I found their number to be more than two hundred. And such of these Animals as I caught in the city all had Eggs in their body, while I did not find in the city any such flying Creature as I had got from the field. Upon this I at first hit upon the idea that perhaps the two aforesaid Animals might be the same species. By this time it was already the 5th of September. I then went to a Meadow again in the afternoon and paid careful attention to these so-called Crane-flies; and at first I did not see any of them flying except such as haveGa naar margenoot+ been described before and shown in fig. 4. But when I stood still for a moment, I saw flying about one of a species such as those from which I said I had taken Eggs. It dropped on the grass not far from me, and it settled at once with its abdomen downwards, and this among the grass blades, and in a short time worked itself with jerking and pushing movements between the grass blades in such a way that, on approaching it, I could hardly get it out of the grass. I saw this not once, but three or four times in the time during which I was in the Meadow. Ga naar margenoot+From these observations I concluded that the two aforesaid flying Creatures were one and the same species, and that the first specimens I had caught were all of the Male sex and that those out of which I had taken the Eggs were of the Female sex. And I concluded that, as regards the size of those of the Female sex, they merely have this structure to enable them to bear the numerous Eggs, and that the sharp bony part at the back of its body merely has this structure to enable it to burrow in the earth with it and thus to deposit the Eggs in the moist earth, and that without this the Eggs would be infertileGa naar voetnoot13). On coming home I saw to my astonishment that among the animals that had been caught by me and put in the little box there were six Females and ten to twelve Males, and that three of the Females were each copulating with a Male. This spectacle now convinced me that the one was a Male and the | |||||||
Wijfke was, ende dat na alle aparentie door de starke wint die wy eenige dagen daar te vooren gehad hadden, de Wijfkens haar in de lugt tot vliegen begeven hebbende, niet ligtGa naar voetnoot59) om de swaarte van haar lighaam, hebben in het gras sig nader konnen plaatsen, maar eenige om die oorsaak tot in de stad sijn gedreven. Wanneer ik nu de dierkens in een doosje hadde opgeslooten, bevond ik, dat deselvige des anderendaags meest alle doot waren, ende de geene in welke nog eenig leven was, waren soo swak dat die niet vliegen konden, schoon ik het doosje met drie bysondereGa naar voetnoot47) openingen hadde door sneden, op dat haar geen lugt en mogt ontbreken. Dog dit niet sijndeGa naar voetnoot60) hadde ik gedagten, of ik niet wel in 't vangen de vaaten in haar lighaam die buyten gemeen veel sijn, wel soo mogt komen te quetsen, waar door die quamen te sterven; want ik sag meest doorgaansGa naar voetnoot61), dat ik met haar te handelenGa naar voetnoot62) de eene of de andere poot quam te breeken. Ten anderen hadde ik gedagten of zy door in het gras te sitten, niet wel eenig voetsel van het gras quamen te gebruykenGa naar voetnoot63). Ga naar margenoot+Fig: 5. NOPQ. vertoont een Spek-eeter van het Vrouwelijk geslagt, alwaar men aan N: komt te sien, hoe scharp haar agterlijf is, om haar Eyeren te konnen plaatsen in de aarde: en welke scharpte van het agterlijf soo onder als boven sig met vier distincte deelen van een kan separeren ofte openenGa naar voetnoot64). Hier op ging ik den 6. September weder in een weyde naast onse Stad gelegen, daar ik mede de verhaalde levende Schepsels hadde sien vliegen, ik nam met my een wijde Fles, die seer naGa naar voetnoot65), boven, soo wijd was, als onder, in dese Fles leyde ik onder op de grond een zoode met gras, en ik dede boven over het glas, een papier in het welke ik langwerpige gaaten hadde gemaakt. Ik bequam in korten tijd agt Wijfkens, en ondertusschen sogt ik ontrent gelijk getal Mannekens te bekomen. Dese met de Fles 't huys komende zag ik dat kort daar na twee Mannekens met twee Wijfkens versamelt waren, en dat de Mannekens schoon zy aan een Manneken quamen aan te raaken, haar aan steldenGa naar voetnoot66) tot de versamelingGa naar voetnoot67) alsof zy een Wijfke voor hadden. Van dese laatste opgeslootene sag ik, dat des avonts al eenige met het hooft nederwaarts, dat Mannekens waren, in het glas kroopen, die ik my inbeelde, dat te hard gehandeltGa naar voetnoot62) waren, ende des anderen daags sag ik die nevensGa naar voetnoot68) | |||||||
other a Female, and that apparently owing to the strong wind that we had been having for some days past the Females, having taken to the air to fly, could not easily settle in the grass in view of the heaviness of their body, and this caused some of them to drift off to the city. Now when I had enclosed the little animals in a small box, I found that most of them were dead the next day and those which still had some life in them were so weak that they could not fly, although I had cut three different openings in the box, so that they should have no lack of air. However, I wondered whether I might not perhaps, in catching them, have injured the vessels in their bodies, which are extremely numerous, in consequence of which they died; for I generally saw that, when I took them in my hand, I broke one leg or another. On the other hand I wondered whether, while sitting in the grass, they might not perhaps take some nourishment from itGa naar voetnoot14). Ga naar margenoot+Fig. 5. NOPQ shows a Crane-fly of the Female sex, where it will be seen at N how sharp its abdomen is, to enable it to deposit its Eggs in the earth; and this sharp part of the abdomen, at the bottom as well as the top, can separate or open itself into four distinct partsGa naar voetnoot15). On the 6th of September I then went again to a field situated near our City, where I had also seen the said living Creatures flying about. I took with me a wide Bottle, which was practically as wide at the top as at the bottom; on the bottom of this Bottle I put a sod with grass, and on the top of the glass Bottle I put a piece of paper, in which I had made oblong holes. Within a short time I got eight Females, and meanwhile I tried to get about the same number of Males. On coming home with these and the Bottle I saw shortly afterwards two Males copulating with two Females, and I saw that the Males, even if they merely came in contact with a Male, prepared to copulate as if they had to do with a Female. Of these specimens last shut up by me I saw in the evening that already a few, which were Males, were crawling about in the glass Bottle head downwards; I supposed they had been handled too roughly, and the next day I saw | |||||||
eenige Wijfkens doot leggen, en na datse vier-en-twintig uuren in de Fles hadden geweest, leefden nog maar twee Wijfkens ende vier Mannekens, en nog vier-en-twintig uuren daar na, bleven maar drie levendige Mannekens over. Doen nu driemaal vier-en-twintig uuren verloopen waren, sag ik dat maar een Manneke in 't leven was, en dat het selvige alle zyn ses pooten tot zyn gebruyk hadde, zoo dat ik my nu nog vaster als te vooren inbeeldeGa naar voetnoot13), dat de haastige doot, die de opgevangen dierkens over quam, alleen door het mishandelenGa naar voetnoot69) veroorsaakt wasGa naar voetnoot70). Ga naar margenoot+Ik hebbe hier vooren geseyt, dat ik uyt een dierken meer dan twee hondert Eyeren hebbe gehaalt, dese Eyeren zyn seer swart, en soo glat van bast ofte schors, waar door deselvige zoo glimpenGa naar voetnoot71) als of het swart glas was, en daar by zyn die langagtig zoo datse wel tweemaal zoo lang als dik zyn. Dese schors of schil van de Eyeren is seer stark en dik naar advenant haar groote, en nogtans heb ik doorgaansGa naar voetnoot22) ondervondenGa naar voetnoot8), dat de Eyeren wanneer ik die uyt haar lighamen hadde genomen, ofte datGa naar voetnoot72) zy de Eyeren ten tijde dat dieGa naar voetnoot73) opgeslooten waren hadde geleyt, in korten tijd de vogtige stoffe uyt de Eyeren zoo weg wasemde, dat de schorssen of schillen seer ingeboogen waren: welke schielijke uytdrooginge van de Eyeren, my in de Eyeren van veele andere kleynder dieren niet en was voorgekomenGa naar voetnoot74). Uyt dese verhaalde inkrimpinge van de Eyeren, heb ik my ingebeeltGa naar voetnoot13), dat de voorsigtigeGa naar voetnoot75) natuur het zoo geschikt hadde, dat dese Wormen den Hemelt, niet in 't midden van de soomer, als de dagen heet, ende de Landen droog zyn, haar veranderingen onderworpenGa naar voetnoot76) zyn, nog ook haar Eyeren leggen. Want by aldien zy haar Eyeren in een warme drooge aarde quamen te leggen, zoo souden de Eyeren in korte tijd komen uyt te droogen, en daar door onvrugbaarGa naar voetnoot58) werdende, de levende Schepsels souden komen uyt te sterven. Naar nu dese dierkens haar Eyeren eerst komen te leggen in 't begin van de maant September, wanneer onse Landen ordinair door nat zyn, van de gevallen regen, hare Eyeren nu komende in de door natte aarde, zoo blyven de Eyeren sonder uytdrooginge vrugtbaarGa naar voetnoot74). Wijders hebbe ik van de dierkens, die ik als hier vooren op den 5. September hadde gevangen, vernomenGa naar voetnoot24), dat die in het doosje, daar in ik ze hadde opgeslooten, verscheyde Eyeren hadde geleyt. Dese Eyeren sonder dat ik die naauwkuerig beschoude, of die ook eenige inkrimpinge onderworpen waren, heb ik dusGa naar voetnoot77) behandelt. | |||||||
them lying dead near some Females, and after they had been in the Bottle for twenty-four hours, only two Females and four Males were still alive, and after another twenty-four hours only three living Males were left. Now when three times twenty-four hours had elapsed, I saw that only one Male was alive and that it could use all its six legs, so that I was even more firmly convinced than before that the speedy death which had befallen the little animals caught by me was only due to wrong handlingGa naar voetnoot16). Ga naar margenoot+I have said before that I took more than two hundred Eggs out of one little animal. These Eggs are very black, and their shell is so smooth that they shine as if they were black glass, and further they are elongated, so that they are at least twice as long as they are thick. This shell of the Eggs is very strong and thick in relation to their size, and yet I invariably found that, when I had taken the Eggs out of the animals' bodies, or when the animals had laid the Eggs at the time when they were shut up, in a short time the moist substance evaporated to such an extent from the Eggs that the shells were very much bent inwards. This rapid desiccation of the Eggs had not been noticed by me in the eggs of many other and smaller animalsGa naar voetnoot17). In view of the said shrivelling of the Eggs I thought that provident nature had arranged things in such a way that these Worms called Leather-jackets are not transformed, and do not lay their Eggs either, in the middle of the summer, when the days are hot and the Fields dry. For if they laid their Eggs in a warm, dry soil, the Eggs would dry up in a short time, and since they would thus become infertileGa naar voetnoot13), the living Creatures would die out. But since these little animals do not lay their Eggs until the beginning of the month of September, when our Fields are usually wet through because of the rainfall, their Eggs, now getting into the thoroughly wet earth, remain fertile and do not dry upGa naar voetnoot17). I further noticed that the little animals which, as said before, I had caught on the 5th of September had laid several Eggs in the little box in which I had enclosed them. Without closely examining whether these Eggs had shrivelled to any extent, I dealt with them as follows. | |||||||
Ik nam een koper doosje dat ontrent tweemaal zoo lang, als desselfs diameter was, het welke ik seer naGa naar voetnoot65) tot boven toe vulde met nat gemaakt sand, en daar op leyde ik de Eyeren die des nagts geleyt waren. Dese Eyeren overdekte ik weder met nat sand, welk doosje ik dusGa naar voetnoot78) ontrent veertien dagen by my gedragen, op dat de Eyeren warmte souden hebbe, en was het doenlijk jonge Wormen te voorschijn brengen. In welke tijd ik alle dagen een ofte meer Eyeren opende, om te sien of in de Eyeren geen Wormen geformeert waren. Dog ik hebbe geen Wormen nog eenig deel van een worm konnen ontdekken. Alleen moet ik seggen dat de eene stoffe in het Ey seer dik, en andere weder seer dun wasGa naar voetnoot79). Den 12. September begaf ik my weder in de Weyde daar ik wel meest de vliegende Schepsels hadde vernomen, dog ik sag doen maar vier á vijf van de zoo genoemde Spek-eeters, en alsoo het eenige dagen daar te vooren hard hadde geregent ende gewaeyt, zoo konde die daar door wel meest gedoot ende verstrooyt zijnGa naar voetnoot80), te meer, om dat al eenige dagen daar te vooren, al verscheyde dierkens zoo aan de Boomen als anders, met haar pooten zoodanig saaten als of zy leefden, en nogtans doot waren, en als ik haar lighamen wel besag, zoo waren die van de Wijfkens seer ingevallen, waar uyt ik besloot, dat nu eenige al haar Eyeren uyt geleyt hebbende, nu mosten sterven, en als ik die quam te openen, vont ik in eenige 2. à 3. Eyeren, andere weder, die ik was opvangende, hadden haar lighamen nog vol Eyeren. Ga naar margenoot+Ik hebbe ook veelmaal de lighamen van dese vliegende Schepsels geopent, zoo wel die van het Vrouwelijk als Mannelijk geslagt, ende hare ingewandeGa naar voetnoot81) voor het vergroot glas gestelt, en met verwondering de onuytsprekelijke groote menigte, zoo van vaaten, darmen, en andere werktuygen, en wel voornamentlijk, de maaksels van der selver deelen, my voor de oogen gestelt, en moet seggen, dat een naauwkuerig oog dese ingewande met veel grooter verwonderingGa naar voetnoot82) kan aanschouwen, en ookGa naar voetnoot83) verre overtreffen de ingewanden van groote dieren, als wy de laatste met het bloote oog beschouwen. Ik hebbe ook de agterlijven zoo van de Mannekens, als Wijfkens door het vergroot glas beschout, ende ook ontledigt, en moet seggen, dat my nog noyt een dier is te vooren gekoomenGa naar voetnoot30), aan welkers agterlijf zoo veel werktuygen, met haar ledekens waren, die men niet en konde 't huys brengenGa naar voetnoot84) als aan het agterlijf van het Manneke was, en nogtans yder zyn verrigtingeGa naar voetnoot85) moet hebbenGa naar voetnoot86). | |||||||
I took a small brass box, which was about twice as long as its diameter and which I filled almost up to the top with sand which I had wetted, and on this I put the Eggs that had been laid overnight. I covered these Eggs also with wet sand, and in this way I carried this box on my person for about a fortnight, in order that the Eggs might get some warmth and, if possible, young Worms might be produced. During this period I opened one or more Eggs every day, to see whether any Worms had been formed in the Eggs. But I have not been able to discover either any Worms or any part of a worm. I only have to say that one substance in the Egg was very thick and another again very thinGa naar voetnoot18). On the 12th of September I went again to the Meadow where I had most frequently seen the flying Creatures, but I then saw only four or five of the so-called Crane-flies, and since it had been very rainy and windy for some days past, most of them might well have been killed or scattered by thisGa naar voetnoot19), the more so because already a few days before several little animals were sitting with their legs either on the Trees or elsewhere as if they were alive and yet they were dead, and when I looked closely at their bodies, I saw that those of the Females were very much shrivelled, from which I concluded that, some of them having laid all their Eggs, they now had to die. And when I opened them, I found in some of them 2 to 3 Eggs; others again, which I caught, had their bodies still full of Eggs. Ga naar margenoot+I also frequently opened the bodies of these flying Creatures, both those of the Female and those of the Male sex, and put their internal organs before the magnifying glass, and I looked with wonder at the incredibly great number of vessels and intestines as well as other organs, and chiefly the structure of their parts, and I must say that when one closely watches them, one can contemplate these internal organs with much greater wonder, and that they are also far more wonderful, than the internal organs of large animals when we examine the latter with the naked eye. I also examined the abdomens of both the Males and the Females through the magnifying glass and dissected them, and I must say that I have never yet seen an animal in whose abdomen there were so many organs with their little joints which could not possibly be defined as were in the abdomen of the Male, and each of which must none the less have its own functionGa naar voetnoot20). | |||||||
Ga naar margenoot+Sien wy nu als hier vooren is verhaalt, dat een Spek-eeter van het Vrouwelijk geslagt, beswangert is, met meer dan twee hondert Eyeren. Zoo nu alle dese dieren, die van de Somer in 't Lant zyn geweest, voorteelden, ende haar Eyeren te regt quamen, dat binnen den tijd van twee á drie jaren, de Wormen de Hemelt, zoo souden vermenigvuldigen, dat het getal groot genoeg soude wesen, om alle de Wortels van het Gras en Vrugten te consumeren, maar nu kan de groote droogte, overvloedige regen, starke Wint, en harde Vorst, het zy de wormen of als het vliegende Schepsels geworden zyn, zoo veel hinder toe gebragt werden, dat alle jaren maar een gedeelte van haar over blijft; en dus zyn wy het een jaar meer, als het andere, van de Wormen de Hemelt geplaagt. Ga naar margenoot+Als wy nu dese groote vermenigvuldige voorteelingeGa naar voetnoot87) over brengen, tot de voorteelinge van de Sprink-Hanen, die in de Oostersche Landen gevonden werden, en welke Sprink-Hanen geheele Lantschappen van Vrugten op eeten, en eyndelijk niet meer te eeten vindende malkanderen aantastenGa naar voetnoot88) en op eeten, en zoo over hoopGa naar voetnoot89) by malkanderen sijnde, en haar tijd genakende om Eyeren te leggen, zy alle haar Eyeren over hoop leggende, de Wormen daar uyt komende niet alle en konnen bestaan, maar door gebrek van voetsel moeten vergaan, dog dit zyn maar inbeeldingenGa naar voetnoot90), egter komt het beter met de reden over een, als dat men droomt, dat de Sprink-Hanen in de Lugt, tot een straf geformeert werden, gelijk men wel tot my heeft geseytGa naar voetnoot91). Zeker Heer brengt voorleden jaar tot my eenige groote Sprink-Hanen, die men weynig om onse stad vindGa naar voetnoot92). Dese dieren sette ik in een groot Glas en besorgde die daaglijks metGa naar voetnoot93) versche Wijn-gaarts bladeren, daar zy wel eenigsints van spijsden, maar als ik zag datse malkanderen doot beeten, ende | |||||||
Ga naar margenoot+Now since we see, as described before, that a Crane-fly of the Female sex bears more than two hundred Eggs, if all these animals that were in the Country this Summer procreated and their Eggs hatched, within the space of two or three years the Worms called Leather-jackets would multiply so much that their number would be large enough for them to devour all the Roots of the Grass and the Crops; but now the great drought, abundant rain, strong Wind, and severe Frost may cause so much damage either to the worms or to the flying Creatures when they have been produced that every year only a proportion of them is left, and that is why we are worried more by the Worms called Leather-jackets in one year than in another. Ga naar margenoot+Now we can apply this great multiplication by procreation to the procreation of the Grasshoppers, which are found in Eastern Countries and which devour the Crops of entire Regions; and finally, when they no longer find anything to eat, they attack and devour each other, and while they are thus heaped together and the time approaches for them to lay Eggs, they lay all their Eggs in one heap, and the Worms coming out of the Eggs cannot all subsist, but must perish owing to lack of food. Now these are mere conjectures, but they are more in accordance with reason than to dream that Grasshoppers are created in the Air, as a form of punishment, as people have sometimes told meGa naar voetnoot21). Last year a certain Gentleman brought me a few big Grasshoppers, of a kind seldom found around our cityGa naar voetnoot22). I put these animals in a large glass Vessel and provided them daily with fresh Vine leaves, of which they ate a | |||||||
dat de starkste de swakste tot spijs gebruykten, zoo heb ik yder in een glas opgeslooten, en gesien, dat een Wyfke my meer dan tagtig Eyeren leyde. Als wy nu stellen dat in hooge Landen die woest leggen, en alwaar geen stormen, nog overvloet van regen, nog ook de koude de Wormen waar uyt de Sprink-Hanen voortkomen, nietGa naar voetnoot94) en komen te schade, om dat soodanige Landen met het verhaalde weynig onderworpen zynGa naar voetnoot95), zoo zal men wel konnen begrypen, dat de Sprink-Hanen in soodanige Landen in een groote menigte soude konnen voorteelen, en nietGa naar voetnoot96) in korte dagen tot der selver groote gebragt, en tot een plage, als van den Hemel afdalende, op het Lant gesonden werden. Dat ik hier vooren hebbe geseyt, dat soodanige Sprink-Hanen, uyt Wormen voortkomen, stel ik sekerGa naar voetnoot97), om dat ik aan groote en ook de kleyne Sprink-Hanen, die wy hier te Lande hebben haar lighameGa naar voetnoot98) my klaar blijkt, dat deselvige uyt Wormen werden voortgebragt. Ga naar margenoot+Ik heb hier vooren geseyt, dat ik verscheyde malen, aarde Zooden daar de Wormen de Hemelt in waren, op mijn comptoir in een aarde Pot hadde gestelt, welke Zooden ik zoo nu als dan, op een Papier (houdende het gras onder ende de aarde boven) uytschudde, in welk doen veel kleyne dierkens op het Papier nedervielen, onder de welke een soort was, niet grooter maar eer kleynder als de Myt is. Dese kleyne dierkens waren meer dan vijftienmaal vaardigerGa naar voetnoot99) in 't voortloopen dan de Myt. Ik stelde een van de selvige voor het vergroot glas, en zag dat der selver pooten, die niet half zoo lang waren als de pooten van de Myt, zoo snel bewogen wierden dat 'er geen oog op te houden was. Dese dierkens waren van couleur, gelijk de aarde, die swartagtig wasGa naar voetnoot100). Andere dierkens die wat grooter en lang van lijf waren, oordeelde ik om de kringagtige leden, waar uyt haare lighamen bestonde, dat die uyt kleyne Wormkens (by veranderingGa naar voetnoot27)) waren voortgekomen. Dese dierkens deden mede sprongen gelyk als de Vloon doenGa naar voetnoot101). Als mede zag ik nog een derde | |||||||
little; but when I saw that they bit each other to death and the strongest used the weakest as nourishment, I enclosed each of them in a glass vessel and saw that one Female laid more than eighty Eggs. If we now assume that in high Lands which lie waste and where no storms or abundant rain, or cold, can injure the Worms from which the Grasshoppers originate, because these Lands are not much exposed to these things, one will be able to understand that in such Lands the Grasshoppers might procreate in great numbers and do not reach their size in a few days and, descending from Heaven, are sent down on the Land as a plague. I am fully convinced of what I said before, to wit that such Grasshoppers originate from Worms, because it is quite clear to me from the bodies of large as well as of small Grasshoppers which we have in this Country that they are generated from Worms. Ga naar margenoot+I have said before that I had several times put Sods which contained the Worms called Leather-jackets in an earthenware Pot in my study, which Sods I shook out now and then on to a piece of Paper (holding the grass downwards and the earth upwards), during which procedure many little animals dropped on to the Paper, among which there was a species that was no bigger but rather smaller than the Mite. These little animals moved more than fifteen times faster than the Mite. I put one of them before the magnifying glass, and saw that its legs, which were less than half as long as the legs of the Mite, moved so fast that it was impossible to follow it with the eye. These little animals had the colour of the earth, which was blackishGa naar voetnoot23). As to other little animals, which had slightly bigger and long bodies, I considered, because of the annular joints of which their bodies consisted, that they originated from little Worms (through transformation). These little | |||||||
soort van kleyne dierkens, die mede langagtig, en schoon root van couluur warenGa naar voetnoot102). Dese verhaalde soort van dierkens my voortkomendeGa naar voetnoot103) most ik besluyten, dat 'er nog een over groot getal van dierkens, zoo op het Land, als in de Zee zyn, die voor onse oogen verborgen sullen blyven, nademaal het wel soude konnen zyn, dat yder Lantschap of Aarde, of ook Poelen ende Rivieren, haar bysondereGa naar voetnoot104) kleyne Schepsels souden hebben, die voor de bloote oogen, niet en zyn te bekennen. Ga naar margenoot+Ik hebbe over eenige jarenGa naar voetnoot105) hare Hoog Edele laten toekomen, mijne waarneminge, op wat wijse de Luys het bloed uyt het lighaam haalt, en al hoe wel ik, zoo voor als na die tijd, vier distincte aftekeningen van de LuysGa naar voetnoot106) hebbe gesien, zoo dunkt my datseGa naar voetnoot107) het regte maaksel van het hooft niet en hebben getroffen, dierhalven heb ik goet gedagt het hooft van de Luys alleen te laten afteikenen om daar in klaar aan te wijsen, de volmaaktheyt die daar in is, ende die geene die het nog met KircherusGa naar voetnoot108) en andere houden, dat de Luysen ook uyt stof en pis, als ook uyt het uytdijgselGa naar voetnoot109) van de selvige, ende andere weder dat die uyt sweet voortkomen, te overtuygen, ende van hare dwalingen, daar zy dus lang in gelegen hebben, af te trekken, ende tot de waarheyt te doen overkomen, om nevens my en andere vast te stellenGa naar voetnoot110), dat 'er geen Luysen voortgebragt werden, dan door voorteelinge. Ga naar margenoot+Fig: 6. ABCDEFG. Is het hooft van de Luys, waar in men niet alleen komt te sien de twee oogen, die seer swart zyn, maar ook twee welgemaakte hoornen, met hare ledekens, die hier en daar met hairtgens zyn beset, als hier met CD. ende GF. werden aangewesen. Ga naar margenoot+Met HIKBA. Werd alleen met een ommetrek een gedeelte van het lighaam van de Luys aangewesen. | |||||||
animals, moreover, jumped like FleasGa naar voetnoot24). I also saw a third species of little animals, which were also elongated, and had a beautiful red colourGa naar voetnoot25). When I caught sight of the said little animals, I was bound to conclude that there are still a great many little animals, both on Land and in the Sea, which will remain hidden from our eyes, since it might well be that every Region or Soil, or even Pool and River, has its own particular little Creatures, which cannot be discerned with the naked eye. Ga naar margenoot+A few years ago I sent to Your Honours my observations of the manner in which the Louse sucks the blood out of the bodyGa naar voetnoot26), and although, both before and after that time, I saw four different drawings of the LouseGa naar voetnoot27), it seems to me that the draughtsmen have not shown the right structure of the head; for this reason I thought fit to cause only the head of the Louse to be depicted, so as to show clearly the perfection that is in it, and to convince those who still think with KircherusGa naar voetnoot28) and others that Lice are also generated from dust and piss, as well as from their own excrements, and others again who think that they are generated from sweat, of the real truth and to free these people from the errors in which they have been so long, so that they may conclude, along with myself and others, that Lice are not generated in any other way except by procreation. Ga naar margenoot+Fig. 6. ABCDEFG is the head of the Louse, in which are to be seen not only the two eyes, which are very black, but also two well-made antennae, with their little joints, which are covered here and there with little hairs, as is shown here at CD and GF. Ga naar margenoot+HIKBA shows, in outline only, a part of the body of the Louse. | |||||||
Met E. Werd aangewesen een Tepels gewijse uyt steeksel, welk deel de Luys, als hy zyn voetsel zal tragten te halen, wat langer uytsteekt, en dan te gelijk, zyn Angel uyt dat Tepels gewijse deel brengt, om alsoo door den Angel het bloet uyt het lighaam te halen. Wanneer ik nu genegen was om het hooft van de Luys dus te laten afteikenen, snede ik het boven lijf alsGa naar voetnoot111) borst en hooft van het onder lijf af, en ik stelde het boven lijf voor het vergroot glas, want als ik de geheele Luys daar voor stelde zoo maakte die zoo een groote beweginge, zoo met zyn lighaam agterwaarts, als voorwaarts over te buygen, dat men geen volkomen bescheyt, van het selvige om af te teikenen bekennen kondeGa naar voetnoot112): en schoon het halve lighaam voor het vergroot glas stond, zoo beweegden de hoornenGa naar voetnoot113), en pooten, nog wel een uure lang. Dit en deede ik geen eene LuysGa naar voetnoot114), maar ik handelde dus met verscheyde Luysen, alleen om het vermaak dat ik hadde in 't bewegen van de inwendige deelen, zoo in 't hooft, als in de pooten, ja ik sag in de slokdarm die hier voor een gedeelte in 't hooft leyt, en waar in ik voor desen het bloet, dat hy uyt het lighaam haalde, seer aardig zag door loopen, waar van ik voor desen breder hebbe geschrevenGa naar voetnoot115). Dese beweginge in de slok-darm bestond uyt een heldere vogt, die dan opwaarts en dan nederwaarts wierde gestooten. Vorders sag ik in een van de Luysen, dat het Tepels gewijse uyt steeksel, dat voor aan 't hooft stont, dat het selvige niet alleen wat langer wierd uytgebragt, maar dat ook de Angels uyt het selvige voor een kleyn gedeelte wierde uytgebragt, en weder ingetrokken, en dit geschiede niet eens, maar veel maal agter den anderenGa naar voetnoot14), schoon het boven lijf wel een uure van het onder lijf was afgesneden geweest. Ende daar benevens zag ik, dat uyt den eersten Angel, nog een dunder Angel, voor een seer kleyn gedeelte wierd uytgestooten, ende ingetrokken. Ga naar margenoot+Wijders snede ik met voordagtGa naar voetnoot116) eenige pooten van de Luys ontstukken, waar inne ik dan een boven gemeene beweginge van de Vlees-musculen zag. Ja de beweginge quam my in eene poot soodanig te vooren, dat bovenGa naar voetnoot117) de beweginge van de Vlees-musculen, ik my inbeeldeGa naar voetnoot118), de circulatie van het bloet te sien. Maar alsoo ik van veel Luysen die ik quam ontstukken te snijden, hoe meenige versche Luys ik daar toe gebruykte, (alsoo men my nu buyten gemeen voor mijn geldt wel hadde beregtGa naar voetnoot119)) zoo en heb ik het niet weder | |||||||
At E is shown a Nipple-like protuberance, which the Louse, when it tries to get its food, sticks out a little further, at the same time thrusting its Sting out of that Nipple-like part, in order thus to draw the blood from the body by means of the Sting. Now when I wished to have the head of the Louse thus depicted, I cut off the upper part of the body, namely the thorax and the head, from the abdomen, and I put the upper part of the body before the magnifying glass, for when I put the whole Louse before it, it made such violent movements, bending its body backwards as well as forwards, that one could not see it clearly enough to draw it; and even when only half its body was placed before the magnifying glass, the antennae and legs continued to move for at least an hour. I did this not with one Louse, but I dealt thus with several Lice, merely because of the delight I took in watching the movements of the internal parts, in the head as well as in the legs. Nay, I even looked in the gullet, which here lies partly in the head and in which I had previously seen the blood, which it drew from the body, flowing very prettily, a matter about which I have written more fully beforeGa naar voetnoot29). This movement in the gullet was like that of a clear fluid, which was thrust now upwards, now downwards. I further saw in one of the Lice that the Nipple-like protuberance at the front of the head was not only stuck out a little further, but that the Stings were also thrust out a short distance from it and drawn in again; and this happened not once, but many times in succession, even when the upper part of the body had been cut off from the abdomen at least an hour before. And further I saw that from the first Sting yet a thinner Sting was thrust out a very short distance and drawn in again. Ga naar margenoot+I further carefully cut to pieces some of the legs of the Louse, in which I then saw an unusual movement of the Flesh muscles. Nay, the movement in one of the legs became visible to me in such a way that, besides the movement of the Flesh muscles, I thought I saw the circulation of the blood. But although I cut to pieces many Lice, however many fresh Lice I used for the purpose (for I had been given extremely good value for my money), I have not | |||||||
komen te sien, dierhalven heb ik mijne ingebeelde circulatie, van die met de oogen te sien, verworpenGa naar voetnoot120). Ga naar margenoot+Ik hebbe ook verscheide malen werkdadigGa naar voetnoot121), de Angels uyt de Luysen haar hooft gestooten, dog het is my maar eens gebuert, dat ik den Angel ofte Angels zoo verre of lang uyt het hooft gebragt heb, als my laatst geschiede, dog ik hadde het ongeluk dat my den Angel in 't voorstellen van het vergroot glasGa naar voetnoot122) quam te breeken, dus heb ik dan een Angel, die een weynig minder uyt het hooft was gebragt, laten afteikenen. Ga naar margenoot+Fig: 7. LOP. Is een gedeelte van het hooft van de Luys, alwaar met O. werd aangewesen, hoe sig het Tepels gewijse uyt steeksel voor aan het hooft vertoont, als de Angels daar uyt gebragt zyn. Aan OM. Vertoont den diksten Angel, of beter geseyt, de kooker waar in den Angel MN. geplaatst leyt, wanneer die beyde in het hooft zyn, en in haar rust leggen. Aan N. komt men te sien, dat het uyterste eynde van den Angel, een weynig gespleten is. Sien wy nu het wonderlijke maaksel van het hooft van de Luys, ende daar by gedenkende, aan de menigvuldige vaaten, die wy in 't hooft komen te sien, en voornamentlijk in de Hersenen, die wy al voor een gedeelte uyt het hooft hebben gehaalt, ende daar benevens dan vast stellenGa naar voetnoot123), dat 'er duysent maal meer saaken in het hooft van de Luys zyn, die voor onse oogen verborgen sullen blijven: IkGa naar voetnoot124) laat staan in 't verdere gedeelte van het lighaam, het welke wy al veel maal voor onse oogen hebben gestelt, ja selfs de rugge ende buyk overtreft in nettigheitGa naar voetnoot125), alle de huyden van dieren die ons bekent zyn. Gaan wy verder met onse gedagten en dat op de kleynste dieren, die ons in een groot getal, en die van verscheide maaksels of geslagten zyn, te vooren komen, en welkers lighamen zoo kleyn zyn, dat veel meer dan hondert soodanige dierkens te samen, zoo groot niet en zyn, als een enkel hairtge, dat aan de poot van een Luys isGa naar voetnoot126), en als wy daar benevens dan vast stellen, gelijk het in der daat isGa naar voetnoot127), dat soodanige kleyne dierkens met alle de volmaaktheden, zoo van leden, ingewanden, als anders versienGa naar voetnoot128), als een Luys of grooter schepsel is, zoo | |||||||
been able to see it again; for this reason I rejected my belief that I saw the circulation. Ga naar margenoot+I also intentionally pushed the Stings out of the heads of the Lice several times, but only once was I able to I thrust the Sting or Stings so far out of the head. It happened to me recently, but I had the misfortune to break it as I placed the Sting before the magnifying glass; I therefore had a drawing made of a Sting which had not been thrust out of the head so far. Ga naar margenoot+Fig. 7. LOP is a part of the head of the Louse, where at O it is shown how the Nipple-like protuberance appears at the front of the head, when the Stings have been thrust out. At OM the thickest Sting is shown, or rather the sheath in which the Sting MN is placed when they are both in the head and in the position of rest. At N it can be seen that the tip of the Sting is slightly slit. Now we can see the wonderful structure of the head of the Louse and must bear in mind the numerous vessels which we see in the head, and especially in the Brain, part of which we already removed from the head; and we must further assume for certain that there are a thousand times more things in the head of the Louse that will remain hidden from our sight, let alone in the rest of the body, which we have already frequently looked at, nay, even the back and the belly are more beautiful than all the skins of animals that are known to us. When we further consider particularly of the smallest animals, which we see in great numbers and which have different structures or species, and whose bodies are so small that many more than a hundred of such little animals together are not as big as a single little hair on the leg of a LouseGa naar voetnoot30), and when we further assume, as is actually true, that such little animalcules are provided with all the perfections, both of limbs, internal | |||||||
hebben wy redenen om uyt te galmen O Diepte der wijsheit, hoe onnaspuerlijk is het maaksel uwes werks! Ga naar margenoot+Hier mede dagt ik te eyndigen, dog mijne speculatien vallende ontrentGa naar voetnoot129) de voorteelinge van de Mijt, waar toe ik al eenige hadde opgevangen, om was het mogelijk te ontdekken, in hoe veel tijd een vers geleyt Ey van een Mijt, tot een jonge Mijt gebragt werd, maar om daar benevens ook te weten, hoe veel tijd de Mijt van doen heeft, eer hy zyn volkome wasdom bereykt. In 't opvangen van de Mijt, zoo bevond ik dat deselvige scharp van gesigt waren. Want als ik met het werktuygje, daar mede ik haar op nam, maar eens hadde aangeraakt, zoo wisten zy tot verwonderens toeGa naar voetnoot130), het veel maal te ontwijken, en daar van weg te loopenGa naar voetnoot131). Als ik nu mijn genoegen van Mijten hadde bekomenGa naar voetnoot132), vond ik nog verscheide Mijte loopen, op de darmtgens van het hier vooren verhaalde vliegende Schepsel de Spek-eeter. Ga naar margenoot+De groote Mijten opvangende, als ik my versekerde dat wijfkens waren, opende ik verscheide door het vergroot glasGa naar voetnoot133), en ik bragt dan die aanstonts voor een meerder vergrootende glas, met die insigteGa naar voetnoot134), om de Eyeren zoo ik die uyt haar lighaam quam te halen, te mogen bekennenGa naar voetnoot135), en ik zag ook tot drie distincte reysen agter een, niet alleen de Eyeren, maar ik zag ook te gelijk door de schors van de Eyeren, dat de binne stoffe van de selvige, voor een gedeelte bestond uyt grooter en kleynder belletgensGa naar voetnoot136), over een komende, met het maaksel van de doirenGa naar voetnoot137) van Hoender en andere Eyeren, alleen met dit onderscheit, dat deselvige verschillen in grootheit, want de ronde bolletgens, in het doir van een Hoender Ey, (zoo veel mijn gedagten toe laat) zyn meest doorgaansGa naar voetnoot61) grooter, dan een gantsche Ey van een MijtGa naar voetnoot138). Dese Eyeren van de Mijt, hebbe ik voor desen wel doorgaansGa naar voetnoot139) zoo op de korst van de kaas als andersints ontdekt, maar ik weet niet dat ik die met voor dagtGa naar voetnoot140) uyt haar lighaam hebben tragten te halen. | |||||||
organs, and otherwise, of a Louse or larger creature, we have every reason to exclaim: Oh Depth of wisdom, how inscrutable is the structure of Thy work! Ga naar margenoot+I meant to stop here, but I proceeded to think about the procreation of the Mite, for which purpose I had already caught a few, so as to discover, if possible, what time is required for a freshly laid Egg of a Mite to be developed into a young Mite, but also to know how much time the Mite needs to reach its full growth. As I caught the Mites I found that they had sharp eyesight. For when I had barely touched them with the little instrument with which I picked them up, to my astonishment they frequently managed to evade it and run away from itGa naar voetnoot31). Now when I had got a sufficient number of Mites, I found several other Mites crawling on the little intestines of the aforesaid flying Creature called Crane-fly. Ga naar margenoot+On catching the large Mites, which I was convinced were females, I opened several of them with the aid of the magnifying glass, and then I placed them at once before a glass of greater magnification, intending thus to detect the Eggs if I got them from their bodies, and three times in succession I saw not only the Eggs, but at the same time I saw through the shell of the Eggs, that their internal substance partly consisted of larger and smaller globules, resembling the structure of the yolks of Hen's Eggs and other Eggs, the only difference being that they are of a different size, for the round globules in a Hen's Egg (so far as I am aware) are usually larger than an entire Egg of a MiteGa naar voetnoot32). I had often discovered these Eggs of the Mite previously on the rind of cheese and elsewhere, but I do not recall that I deliberately tried to get them out of its body. | |||||||
Vorders hebbe ik onder anderen genomen een glase Tuba, ende daar inne gedaan, een stukje beschuyt, als mede vijf á zes Mijten, als wanneerGa naar voetnoot141) ik het glas door het vuur zoo na toe sloot, dat door desselfs opening, geen Ey dat de Mijt komt te leggen, konde gaan. Ga naar margenoot+Dese Mijten dus opgeslooten zijnde, vernamGa naar voetnoot24) ik dat den eersten dag van haar opsluytinge een Ey was geleyt, ende den tweeden dag bevond ik vier Eyeren, ende den derden dag vernam ik zes Eyeren, ende daar benevens zag ik een Mijt doot leggen. Den vierden dag telde ik twintig Eyeren; sedert welke tyd ik wel zag dat de Eyeren nog meerder in getal waren, maar terwijlGa naar voetnoot142) ik in myne tellinge wel quam te dwalen, zoo heb ik na het getal der selver geen verder ondersoek gedaan. Nademaal het nu half October was, en geen warme dagen, dede ik na dat nu vier dagen, van datGa naar voetnoot143) het eerste Ey geleyt was, verloopen waren, de glase Tuba in een lere kokertge en ik droeg dat in mijn zak, om te sien, hoe veel tijd de Eyeren dus nog van doen hadden, eer uyt deselve jonge Mijten souden voortkomen. Na dat het eerst geleyde Ey agt dagen out was, vernam ik een jonge Mijt, ende des anderen daags zag ik drie jonge Mijten door het glas loopen, en doen zag ik dat maar een oude Mijt in 't leven was, en wanneer ik mijn oog lietGa naar voetnoota) gaan op de doode Mijte, zoo most ik oordeelen, dat de doode Mijte, van de levende voor het meerendeel wierde opgegetenGa naar voetnoot144). Nog een dag later zag ik vijf á zes jonge Mijten; dog het geene my bysonderGa naar voetnoot145) voor quam, dat was, dat de jonge Mijten, niet meer dan zes pooten hadden, daarGa naar voetnoot49) die geene die wat ouder waren, met agt pooten waren versienGa naar voetnoot146). Vorders heb ik door het vergroot glas alle dagen de Eyeren, die in 't opgeslooten glas, als hier vooren geseyt, geleyt waren, beschout, ende na dat deselvige ontrent vier dagen waren geleyt geweest, beelde ik my al inGa naar voetnoot118), te konnen sien, wat vrugtbare en onvrugbare Eyeren waren. De vrugtbare dan na mijn oordeel bleven duyster, daarGa naar voetnoot49) de onvrugbare voor de helft, duyster en de wederhelftGa naar voetnoot147) doorschijnende waren, en welke ondoorschijnentheid; in de onvrugtbare alleen veroorsaakt wierde, dat de kleyne bolletgens in het Ey, als na de gront sakte. Want als ik daar na de Eyeren beschoude, zag ik dat van | |||||||
I further took, among other things, a glass Tube, and put in it a small piece of rusk as well as five to six Mites, after which I sealed the glass Tube by means of fire so closely that no Egg laid by the Mite could pass through its opening. Ga naar margenoot+These Mites being thus shut up, I saw that on the first day of their confinement one Egg had been laid, and the second day I found four Eggs, and the third day I saw six Eggs, and lying beside them I saw one Mite that was dead. The fourth day I counted twenty Eggs: since that time I saw indeed that the Eggs had increased in number even more, but as I sometimes made an error in counting, I made no further investigation into their number. Since it was by now the middle of October and there were no warm days, when four days had elapsed after the first Egg had been laid I put the glass Tube in a small leather case, and I carried it in my pocket, in order to see how much time the Eggs would thus still require before young Mites should emerge from them. When the first-laid Egg was eight days old, I saw a young Mite, and the next day I saw three young Mites crawling through the glass Tube; and then I saw that only one old Mite remained alive, and when I looked at the dead Mites, I was bound to conclude that the majority of the dead Mites were eaten by the living onesGa naar voetnoot33). One day later again I saw five to six young Mites; but what appeared curious to me was that the young Mites had no more than six legs, whereas those that were a little older were provided with eight legsGa naar voetnoot34). I further examined every day through the magnifying glass the Eggs which had, as said before, been laid in the sealed glass Tube, and about four days after they had been laid I believed I was able to see which were the fertile and which the infertileGa naar voetnoot13) Eggs. The fertile Eggs in my opinion remained opaque, whilst the infertile ones were half opaque and half transparent; this opaqueness in the infertile Eggs was only due to the fact that the tiny | |||||||
alle die een duyster wesenGa naar voetnoot148) hadden behouden, de jonge Mijten daar van waren uyt geloopenGa naar voetnoot149), en dat 'er niet over gebleven was, als de ontstukken gebrokene schors, daarGa naar voetnoot49) in tegendeel alle de Eyeren die voor een gedeelte doorschijnende waren, in haar geheel bleven leggen. Met de voorhaalde ontdekkingen mijn selven niet vergenoegt houdendeGa naar voetnoot150), hebbe ik genomen verscheyde glase Tuba, in de welke ik hadde gedaan een weynig gedroogde Vis. Dese glase Tubae heb ik eenige aan beyde eynden, en andere aan een eynde open gelaten, en ik leyde die digte aanGa naar voetnoot151) een zak met meel daar ik my versekerde dat veel Mijten haar onthieldenGa naar voetnoot152). Dit dede ik met die insigteGa naar voetnoot134), dat dus de Mijten ongeschonden en sonder met eenige vuyligheit beladen te zyn, uyt haar selfs in menigte na de gedroogde Vis soude komen loopen, gelyk ook geschiede; want als de glase Tubae dus een nagt by de meel-zak gelegen hadden, waren in eenige wel vijftig Mijten geloopen, zoo volwassene als kleynder soort, ja eenige zoo kleyn, als of zy eerstGa naar voetnoot153) uyt den dop waren gekomen, die ook maar zes pooten haddenGa naar voetnoot154). Ik sloot eenige glase Tubae, om datse van de gemeene lugtGa naar voetnoot155) niet en souden ontbloot zyn, soodanig toe, dat maar een opening over bleef, waar door na de afmeetinge van mijn oog, geen vijftigste deel van een Ey van een Myt, soude konnen doorgaan, en weder andere gaf ik meerder opening. Dese glasen dus toe gesteltGa naar voetnoot156) sijnde, nam ik een vergroot glas, alsoo dese dieren om haar kleynte, mijn gesigt soodanig ontwijken, dat ik met het bloote oog die beschouwende, geen leven aan deselve bekennen kan, en welke dieren, de kleynste zyn, die men mijns wetens in onse huysen vint. Ga naar margenoot+Ik zag dan aanstonts dat in eene glase Tuba, wel vijf á zes paar van dese Mijten versamelt waren, en gelyk my voor desen de versameling van de Vloon, als wat ongemeens en vreemt voor quamGa naar voetnoot157), zoo was het niet minder met de versameling van de Mijten gelegen, want de Mannekens die lagen met haar buyk op het agterlijf van de Wijfkens, ende der selver hoofden lagen van malkanderen gestrekt, en hoe veel maal ik op den eersten, tweeden, en ook op den derden dag, na hare opsluytinge beschouden, zoo zag ik doorgaansGa naar voetnoot22) dat vier | |||||||
globules in the Egg sank as it were to the bottom. For when I examined the Eggs afterwards, I saw that from all those which had remained opaque the young Mites had hatched, and that nothing was left but the broken shell, whilst all the Eggs that were partly transparent remained intactGa naar voetnoot35). Not being content with the discoveries described above, I took several glass Tubes, in which I put some dried Fish. Of these glass Tubes I left some open at both ends and others at one end, and I placed them close to a bag of flour, in which I was sure there were many Mites. I did this in order that the Mites might thus, uninjured and without being covered with any dirt, come crawling of their own accord in great numbers towards the dried Fish, which in fact happened. For when the glass Tubes had thus lain for one night near the bag of flour, at least fifty Mites had moved into some of the Tubes, both adults and smaller ones; nay, some were so small as if they had only just emerged from the shell, and they, too, had only six legsGa naar voetnoot36). In order that the glass Tubes should not be devoid of common airGa naar voetnoot37), I sealed some of them in such a way that there only remained one opening through which, judged by sight, not a fiftieth part of a Mite's Egg could pass, and in some others again I left a larger opening. After these glass Tubes had thus been prepared, I took a magnifying glass, since these animals, because of their smallness, so escape from my sight that, when watching them with the naked eye, I cannot discern any life in them; for these animals are the smallest which to my knowledge are found in our houses. Ga naar margenoot+I then saw at once that in one glass Tube at least five to six pairs of these Mites were copulating, and just as previously the copulation of the Fleas had appeared unusual and strange to meGa naar voetnoot38), this was no less the case with the copulation of the Mites, for the Males lay with their belly on the abdomen of the Females, and their heads extended away from each other; and however often I watched them on the first, the second, and also on the third day after their conifenement, I invariably saw that four, five, and six pairs of them were | |||||||
vijf en zes paar van de selvige versamelt waren, en daar benevens zag ik dat de Mannekens schoon op verre na niet volwassen sijnde, egterGa naar voetnoot28) versameldenGa naar voetnoot158). Met dese mijne observatien en was ik nog niet vergenoegtGa naar voetnoot12), maar nam voor dat ik zoo lang met mijn gesigt, hoe moede dat het ook mogt werden, was het niet met eens, het was te meer malen, soude blyven speculerenGa naar voetnoot159), tot dat ik het begin van de versameling een en andermaal hadde gesien. Eyndelyk kome ik te sien, dat het Manneken zig gans begaf boven op het Wyfke en plaatsende zyn agterlyf na het hooft van het Wyfke en zig begevende met het meerendeel van zyn lyf van het Wyfke soodanig af, dat de vier voorste pooten op de gront van het glas quamen, ende dat desselfsGa naar voetnoot160) halver wegen van de buyk of agterlyf, quam te plaatsen, op het Vrouwelyk lid van het Wyfke, in dit doen hegten het Manneken zyn twee agterste pooten, en ook wel zyn vier agterste pooten, zoo vast aan beyde de sijden van het agterlyf van het Wyfke, ende dat met soodanige wel geschiktheitGa naar voetnoot161), als of de agterste pooten tot geen ander eyndeGa naar voetnoot162) gemaakt waren, als om het Wyfke in de versameling vast te houden, en als te konnen dwingen tot de versamelingGa naar voetnoot163). Het Manneken zyn selven als verhaalt vast gehegt hebbende, stelt zyn selven aanstonts tot de versameling, en brengt zyn Mannelyk lid, dat seer dun is, en ontrent ter halver wegen van zyn agterlyf ofte buyk geplaast is, met een groote vaardigheitGa naar voetnoot99) voor een kleyn gedeelte uyt, en in zyn lighaam, en als soekende met het selvige het Vrouwelyk lidGa naar voetnoot164). In dese beweginge van het Mannelyk lid, zag ik dat binnewaarts in 't lighaam, aan weder zyde van het Mannelyk lid, een beweginge geschiede, van twee dikker lighaamtgens, die ik voor klootgens aansagGa naar voetnoot165). In dese arbeyt van het Manneke om tot de versameling te komen, en was het Wijfke niet stil, maar het liep sedigGa naar voetnoot166) voort, en het manneke wierd door het Wijfke als na gesleept, sonder dat het Manneke eenige de minste resistentie dedeGa naar voetnoot167). Wanneer nu het manneke met des selfs mannelijk lid, het Vrouwelijk lid hadde aan getroffen, ende daar in gebragt, zag ik een ongelooflijke snelle beweginge, zoo aan het mannelyk lid, als in het lighaam van het manneke, | |||||||
copulating, and I also saw that the Males, although they were by no means full-grown, yet were copulatingGa naar voetnoot39). I was not yet satisfied with these observations, but I resolved to continue watching, however tired my eyes might become, if not once, then many times, until I had seen the beginning of the copulation one or more times. At last I saw that the Male climbed wholly on top of the Female, placed its abdomen close to the head of the Female, and moved with the greater part of its body away from the Female in such a way that the four forelegs came to rest on the bottom of the glass Tube, and that it placed its male organ half-way from the belly or abdomen on the Female organ of the Female; as it did so the Male attached its two hind legs, and sometimes even its four hind legs, so firmly on either side of the Female's abdomen, and that so effectively as if the hind legs had been made for no other purpose than to hold the Female during copulation and to force it as it were to copulateGa naar voetnoot40). When the Male has attached itself as here described, it at once prepares for the copulation and thrusts a small part of its Male organ, which is very thin and is placed about half-way along its abdomen or belly, with great speed out of and into its body, as if it were seeking the Female organ with itGa naar voetnoot41). During this movement of the Male organ I saw that inside the body, on either side of the Male organ, a movement took place of two thicker little organs, which I took to be little ballsGa naar voetnoot42). While the Male thus tried to carry out the copulation, the Female did not remain still, but quietly moved on, and the male was, as it were, dragged along by the Female without the Male putting up the slightest resistanceGa naar voetnoot43). Now when the male, with its male organ, had found the Female organ and brought it into the latter, I saw an incredibly rapid movement, both in the | |||||||
digte aan het Mannelyk lid, ja soodanigeGa naar voetnoot168) bevende beweginge, als men bedenken, of het oog bereykenGa naar voetnoot169) konde. En als ik met mijn oog lang op dese beweginge bleef staan, most ik besluyten, dat met dese bevende beweginge, zoo snel voor een kleyn gedeelte, het Mannelyk lid, uyt en inwaarts, in het Vrouwelyk lid wierd gestootenGa naar voetnoot170). Wanneer nu de versameling was geschiet bleef het Wyfke voor een weynig tijts seer stil staan; dog een weynig versamelt geweest sijnde, liep het Wijfke sedig voort, in welk doen, het Manneke zyn voorste vier, en ook wel zes pooten, veeltijts die sedig te rugge setteGa naar voetnoot171), om sig na te laten slepen, zoo dat ik noyt gesien heb, dat het manneke het Wyfke voorttrokGa naar voetnoot167). Dit versamelt blyven, duyrde, zoo lang, dat hoe veel ik die ook beschoude, my maar twee maal is te vooren gekomen, dat ik die van malkanderen zag scheyde. Wanneer ik eens op twee versamelende Mijten in de tyd van drie uuren, die seer veel maal beschoude, zag ik, dat die eyndelyk van malkanderen scheyde, maar nu was my nog onbekent, hoe lang die versamelt hadde geweest, doen ik deselve eerst quam te sienGa naar voetnoot172). Of nu het mannelyk lid soodanig gestelt is, gelyk het mannelyk lid van de Vloo, dat het in de versameling moet vast blyven; dan dat het vast blyven, alleen bestaat uyt het vast houden van de agterste pooten van het manneke, dat is my onbekent. Dog het laatste komt my het waarschynentlykste voorGa naar voetnoot173). Te meer, om dat ik veel maal het manneke zoo als het versamelt was, van het Wijfke hebbe tragten te separeren, als mede heb ikGa naar voetnoot174), zoo als die versamelt waren, wel voor het vergroot glas gestelt, en doorgaans ondervondenGa naar voetnoot175), dat in soodanig doen, het manneke het Wijfke quam te verlaten, of ook maar een weynig tyd versamelt bleven, sonder dat ik oyt hebbe konnen merken, dat het mannelyk lid met een knoopagtig deel was versienGa naar voetnoot176). Het geene my in de versameling ook aan merkens waardigGa naar voetnoot177) voor quam, dat was, dat wanneer het manneke des selfs, mannelyk lid, uyt zyn lighaam quam te steeken, het selfde niet voorwaarts uyt stak, gelyk de vier voetige dieren, maar het stak zyn mannelyk lid agterwaarts uyt. Als wy nu gedenken dat in de versameling de hoofden van den anderen afGa naar voetnoot178), ende de agter lijven na den anderen gestrekt leggen, contrarie andere dieren zoo moet ook volgen, zal de versameling in dese kleyne dieren in ge- | |||||||
male organ and in the body of the male close to the Male organ, nay, as rapid a quivering movement as one might imagine or the eye might perceive. And while I kept looking for a long time at this movement, I was bound to conclude that by this quivering movement, so rapid for a small part, the Male organ was being thrust out of and into the Female organGa naar voetnoot44). Now when the copulation had taken place, the Female remained very still for a short time; but after having copulated for a short time, the Female quietly moved on, while the Male quietly put back its four, and sometimes six, forelegs, allowing itself to be dragged along, so that I have never seen the male pull the Female along. This copulation lasted so long that, however often I examined them, only twice did I see them disengage from each other. Once, when I looked for three hours at two Mites copulating a great many times in the space of three hours, I saw that at last they disengaged from each other, but I still did not know how long they had been copulating when I first saw themGa naar voetnoot45). I do not know whether the male organ is placed in such a way, like the male organ of the Flea, that it has to remain attached during copulation or whether this attachment only consists in that the male holds the female with its hind legs. But the latter seems most probable to meGa naar voetnoot46). This seems more likely because I frequently tried to disengage the male from the Female as it was copulating; I also put them, as they were copulating, before the magnifying glass, and each time I did so I saw that either the male let go the Female or they copulated only a short time, without my ever having been able to observe that the male organ was provided with a nodular partGa naar voetnoot47). What also seemed remarkable to me in the copulation was that, when the male thrust its male organ out of its body, it did not stick it forwards like the quadrupeds, but it stuck its male organ backwards. Now if we bear in mind that during the copulation the heads are turned away from each other and the abdomens are turned towards each other, contrary to other animals, it must also follow that, if the copulation of these | |||||||
schikte ordreGa naar voetnoot179) toe gaan, dat het mannelyk lid niet voorwaarts, maar agterwaarts uyt moet gestooten werden, ende dat sonder sulks de versameling niet en soude te weeg gebragt werdenGa naar voetnoot180). Al hoe wel ik voor eenige jaren gesien heb, dat de Myt afgeteikent was, zoo heb ik die egterGa naar voetnoot28) laten afteikenen, om aan te wysen, zoo veel doenlyk was het maaksel van de selvige, gelyk het den plaat-snyder heeft gesien, ofte konnen na volgenGa naar voetnoot181). Ga naar margenoot+Fig: 8. AB. Verbeelt het Ey van de Myt welkers schors met zoo veel punctige uyt steekselsGa naar voetnoota) is versien, dat de schors ons als gestippelt voort komt, en welke Eyeren men seer veel komt te sien, op de korsten van een kaas, en voornamentlyk als die wat out is, en wanneer men de Myt op deselvige ontdekt. Ga naar margenoot+Fig: 9. CDEF. Vertoont de Myt, zoo als de plaat snyder hem heeft gesien, wanneer die met des selfs rugge op de punct van een naalde was vast gekleeft. Ga naar margenoot+Dit dier heeft agt pooten, waar in ook alle de ledekens, daar mede yder poot is versien, voor zoo verre zyn afgebeelt, als men heeft konnen na volgen. Boven de geseyde ledekens is yder pootge versien met twee uytstekende kleyne krom klaeuwtgens, aan yder eynde van de poot, waar mede het dierke sig seer vaardigGa naar voetnoot182) weet vast te houden, en my wel voor gekomen is, dat een vast gekleeft Mytge, met een van zyn klaeuwtgens, een haartge van een andere Myt vattende, de gantsche Myt daar mede niet alleen een lange tyd bleef om hoog houden, maar dat te verwonderen is, dat was, dat zoo een enkel haartge van de Myt soo stark en styfGa naar voetnoot183) was, dat het een gantsche Myt konde dragen, en daar op als quam te rusteGa naar voetnoot184). Met D. werd het hooft van de Myt aan gewesen, welkers voorste gedeelte zoo scharp, schoon het een weynig gespleten is, (en uyt welkers openheit ik wel gesien heb, dat een tongs gewyse uytsteeksel wierd gebragt) dat de mond bequaamGa naar voetnootb) is, om de vlees-musculen uyt de pooten van een Luys te eeten, sonder dat de huyt van de poot van de Luys, anders dan met een smalle lange opening geschonden wasGa naar voetnoot185). Vorders, was aan yder zyde van het hooft een krom gebogen hairtge, dat zyn begin nam uyt de dikte van het hooft, ende des selfs eynde plaatste sig niet verre van het eynde van het hooft, als of het daar medeGa naar voetnoot186) vast hadde geweest, | |||||||
small animals is to take place in the proper way, the male organ must not be thrust forwards, but backwards, and that otherwise the copulation would not be accomplishedGa naar voetnoot48). Although I saw pictures of the Mite some years ago I still had a drawing of it made, in order to show, as far as possible, its structure as the engraver saw it, or was able to portray it. Ga naar margenoot+Fig. 8. AB represents the Egg of the Mite, whose shell is provided with so many pointed protuberances that the shell appears speckled to us; these Eggs are seen very often on the rinds of cheese, and especially when the latter is rather old and when the Mite is discovered on it. Ga naar margenoot+Fig. 9. CDEF shows the Mite as the engraver saw it when it had been stuck with its back on the point of a needle. Ga naar margenoot+This animal has eight legs, in which all the joints with which each leg is provided are also shown in so far as they could be depicted. Over and above the said joints each little leg is provided with two protruding and crooked little claws at the end of each leg, with which the little animal manages to hold on to things very dexterously; I have even seen that a Mite that was stuck fast, gripping a little hair of another Mite with one of its little claws, not only held the whole Mite on high by it for a long time, but what was astonishing was that such a single little hair of the Mite was so strong and firm that it could carry a whole Mite and the latter rested on it as it wereGa naar voetnoot49). At D is shown the head of the Mite, the front part of which is so pointed, although slightly slit (and out of this opening I sometimes saw a tongue-like protuberance being stuck) that the mouth is able to eat the flesh muscles out of the legs of a Louse without the skin of the leg of the Louse being damaged, apart from a narrow, long slitGa naar voetnoot50). Furthermore, on either side of the head there was a crookedly bent little hair, which had its beginning in the thick part of the head, while its extremity | |||||||
en ik soude het daar ook voor aan gesien hebbe. Dog als ik veel maal quam te sien, dat als de Mijt met zyn pooten daar quam aan te raaken, het zy dat hy met zyn pooten des selfs hooft quam te reynige, gelijk wy wel sien, dat onse Katten doen, of andere dieren, dus dese hairtgens uyt haar plaats quam te stooten, zoo sprongen die, of het een staale veertge hadde geweest, weder met een bogt op haar plaats. Uyt welk gesigt ik in gedagten namGa naar voetnoot187), of dese kromte van de haartgens niet gemaakt waren, om de oog-appels te beschermenGa naar voetnoot188). Met E. werd aan gewesen een heuvelagtig deel, waar mede de Mijten versien zyn. Dog wat gebruik dit deel heeft, dat heb ik niet konnen ontdekken, want ik hebGa naar voetnoot189) verscheide maal aan de Vrouwelijke Mijten gesien, zoo als zy versamelt waren, als mede meest doorgaansGa naar voetnoot61) aan de Mannelijke Mijten. Het deel aan E. dat boven een weinig gespleten is, en boven uit het heuvelagtig deel uit steekt, dat bragt de Mijt in 't afteikenen veel maal zoo verreGa naar voetnoot190) uit zyn lighaam, en kort daar aan haalden het weder inwaartsGa naar voetnoot191). Ontrent F. werd aangewesen het deel, daar de excrementen geloost werden, enGa naar voetnoot192) ook het Vrouwelijk lid staat, en welk deel in andere Mijten wel wat verder buiten uit steektGa naar voetnoot193). Dese Myt die hier afgebeelt is, was een Myt, die niet op gevangen was ontrent meel ofte kaas, maar deselvige was genomen van gerookt vlees, daar deselvige in groote menigte op waren, en al hoe wel de maaksels seer netGa naar voetnoot194), met de Mijten hier vooren verhaalt, over een quamen, zoo waren die egterGa naar voetnoot28) wat grooter. Dog of de oorsaak van der selver groote niet en komt, van het overvloet vogtig voetsel die deselve van het vlees halen, daar die geene, die in 't meel gevonden werden, de vogt ontbreektGa naar voetnoot195). | |||||||
was placed not far from the back of the head, as if it had been attached thereto, and I might even have assumed this to be true. But I often saw that, when the Mite happened to touch it with its legs, perhaps because it was cleaning its head with its legs, as we sometimes see our Cats or other animals doing, and thus thrust these little hairs from their place, they flew back again to their former place in a curve as if they had been steel springs. On seeing this, I wondered whether this curvature of the little hairs might not be intended to protect the eyeballsGa naar voetnoot51). At E is shown a protruding part with which the Mites are provided. But I have not been able to discover what is the use of this part, for I have seen it several times on the Female Mites as they were copulating, and also generally on the Male Mites. While the Mite was being drawn, it often pushed the part at E, which is slightly slit at the top, as far out of its body as shown here, and shortly afterwards drew it inwards againGa naar voetnoot52). Near F is shown the part where the excrements are discharged and where is also found the Female organ; this sometimes sticks out a little further in other MitesGa naar voetnoot53). The Mite which is shown here was a Mite that had not been caught on flour or cheese, but it had been taken from smoked meat, on which great numbers of them were present, and although their structures were exactly the same as those of the aforesaid Mites, yet they were slightly bigger. But I wonder whether the cause of their large size is not the abundance of moist nourishment which they get from the meat, whereas those which are found in flour lack moistureGa naar voetnoot54). | |||||||
Wanneer ik de Mijten van het gerookt vlees hadde genomen, en in een nieuwe glase Tuba wat veel by den anderenGa naar voetnoot14) dede, zoo konde deselve haar niet behelpen, maar mosten veeltijts blyven daar zy waren, of gingen seer langsaam voort, om dat zy met haar klautgens niet in 't glas konden slaan, ende datGa naar voetnoot196) der selver hairtgens om de vettigheit aan het glas kleefden, haar voortgang belettenGa naar voetnoot197). Wijders heb ik de plaatsnyder verscheide malen de Mijten, zoo als deselvige in de glase Tuba waren opgeslooten, en versamelt waren, door een vergroot glas laten sien, en hem bevoolen zoo veel hem doenlijk was, de versameling van de Mijten af te beelden. Ga naar margenoot+Fig: 10. GHI. ende KLM. Verbeeld de versameling van de Mijten, waar van GHI. het Wijfke, ende KLM. het manneke is, waar aan men nu klaar komt te sien, dat dese versameling contrarie is, de viervoetige dieren ons bekent, dog in mijn oog quamen de agter lijven een weinig verder over malkanderen te leggenGa naar voetnoot198). Sien wy nu de volmaaktheit en ongemeene ordentelykheitGa naar voetnoot199), zoo in 't maaksel van de Myt, als in des selfs versameling, en welke dierkens mijn wetens als hier voorenGa naar voetnoot200) gelyk de kleynste dieren zyn, die wy in onse huysen vinden, en die by de meeste menschen om hare kleynheit onbekent zyn, sullen nu de verre siendeGa naar voetnoot201) natuur kenners, met my niet moeten seggen, dat zoo onmogelyk als een Olifant uyt een stofke kan voortkomen, dat zoo onmogelyk een Mijtge uyt meel nog uyt bedervingeGa naar voetnoot202), maar alleen uyt voorteelinge, als hier vooren verhaalt, moet voortkomenGa naar voetnoot203). Ga naar margenoot+Ik kan niet na laten hier nog by te voegen, dat ik de afgeteikende Myt op de punct van een naalde hebbe laten staan, en opgeslooten in een blik doosje over trokken met leer, om te vernemenGa naar voetnoot204) hoe lange dese Myt dus vast ge- | |||||||
When I had taken the Mites from the smoked meat and put a good many of them together in a new glass Tube, they could not help themselves, but most of the time they either had to stay where they were or they proceeded very slowly, because they could not strike their little claws into the glass and because their little hairs, owing to their greasiness, stuck to the glass and prevented their progressGa naar voetnoot55). Furthermore I showed the Mites several times to the engraver through a magnifying glass, as they were enclosed in the glass Tube and were copulating, and I ordered him to picture the copulation of the Mites as well as he could. Ga naar margenoot+Fig. 10. GHI and KLM show the copulation of the Mites, of which GHI is the Female and KLM the male, where it can now be clearly seen that this copulation is contrary to that of the quadrupeds known to us; but it appeared to me that the abdomens lay a little further over each otherGa naar voetnoot56). Now if we see the perfection and the uncommon beauty both of the structure and of the copulation of the Mite - which little animals, to my knowledge, as said before, are about the smallest animals which we find in our houses and, because of their smallness, are unknown to most people - will not intelligent students of nature have to agree with me that just as an Elephant cannot possibly originate from a speck of dust, neither can a little Mite originate either from flour or from decayed matter, but is it produced only by procreation, as described beforeGa naar voetnoot57). Ga naar margenoot+I cannot omit to add that I left the Mite that had been pictured stuck on the point of a needle, and enclosed it in a small tin box covered with leather, | |||||||
kleeft, sonder eenig voetsel (zoo ik my inbeeldeGa naar voetnoot13)) soude in 't leven blyvenGa naar voetnoot205). Ik observeerde deselvige meest doorgaansGa naar voetnoot61) twee maal daags, en vond die altijts met der selver pooten in een groote beweginge, en zag veeltijts dat de Myt in de een of de andere poot een weinigGa naar voetnoot206) doorschijnende stoffe hadde, en ook lag dese stoffe in meerder quantiteit op de borst van de Myt. Wanneer nu de Myt agtentwintig dagen, zoo was vast gekleeft geweest, zag ik dat deselvige alle de stoffe die op des selfs borst hadde gelegen, nu in de eene ende dan weder in een andere poot nam sonder die te verlatenGa naar voetnoot207), en wanneer ik nu zag, dat die in een van de agterste pooten was, blaasde ik de stoffe uit de poot. Als ik na die tyd de Myt beschoude, zag ik dat weder een weinig stoffe die doorschynende was, niet alleen aan zyn pooten hadde, maar dat mede verscheyde van die deelen zoo op de borst en op den hals waren leggende, en op den 33. dag dat de Myt hadde vast gekleeft geweest, was dese stoffe al vry vermeerdert, en alsoo ik in 't eerst gedagten hadde, of dese stoffe niet wel mogt zyn de drek, die de Myt, was quijtGa naar voetnoota) geworden, zoo most ik het my ontgevenGa naar voetnoot208), en ik nam voor de gom te observeren, waar mede de Myt was vast gekleeft, en zag met verwondering, dat de Myt met der selver agterste pooten daar mede hy aan de gom konde raken, de gom zoo verre door behulp van des selfs uit stekende kleine klaautgens, de gom van de naalde hadde weten af te halen, zoo verre als de pooten of klaautgens die bereyken konde. Hier stond ik te meer versetGa naar voetnoot209), om dat ik niet en konde begrypen, hoe zoo een klein dierke, soo een groote kragt in zyn pooten konde hebben, datGa naar voetnoot210) gedroogde Arabise gom konde aanstukken arbeyden, dog als wy het niet in de starkte van de pooten, maar dat het alleen uit de uit nemende dunne en scharpe klaautgens bestaat, waar mede de pooten versien zyn, zoo konnen wy ons eenigsints voldoenGa naar voetnoot211). | |||||||
in order to learn how long this Mite, thus stuck fast, would live without any nourishment (as I firmly believed)Ga naar voetnoot58). I usually examined it twice daily, and invariably found it moving its legs energetically; and I often saw that the Mite had some transparent substance on one or the other of its legs, and this substance also lay in a larger quantity on the chest of the Mite. Now when the Mite had been thus stuck fast for twenty-eight days, I saw that it took all the substance that had lain on its chest now on one leg and then again on another, without letting go; and when I saw that it was on one of the hind legs, I blew the substance off the leg. When I later examined the Mite, I saw again that it had some of the transparent substance not only on its legs, but that also several of those particles lay both on the chest and on the neck; and on the 33rd day after the Mite had been stuck fast this substance had already increased considerably, and whilst at first I wondered whether this substance might not be the dung which the Mite had got rid of, I had to dismiss this from my mind, and I decided to examine the gum with which the Mite had been stuck fast. I saw to my astonishment that with its hind legs, with which it could touch the gum, the Mite had managed to get the gum off the needle with the aid of its little protruding claws as far as its legs or claws could reach it. At this I was all the more amazed because I could not understand how such a tiny little animal could have such strength in its legs that it could break up dried gum Arabic, but if we do not seek the explanation in the strength of the legs, but in the extremely thin and sharp little claws with which the legs are provided, we can understand it to some extentGa naar voetnoot59). | |||||||
Dese Myt eene dag minder dan ses weken voor het vergroot glas, als hier vooren geseit, gestaan hebbende, zag ik, dat zyn beweginge seer flaauw was, waar uit ik oordeelde dat niet lang soude leven. Dog dese flaauwe beweginge verminderde van tyd tot tydGa naar voetnoot212) soodanig, dat wanneer sesendertig uuren minder, als volkome nege weken waren verloopen, ik maar alleen een kleine beweginge, en dat met eene poot konde gewaar werden. Ik hadde ook op de selfde tijd een tweede Myt, met het agter boven lijf, op een punct van een naalde soodanig vast gekleeft, dat des selfs hooft om hoog quam te staan, en al hoe wel ik my inbeeldeGa naar voetnoot118), dat dese laatste Myt, nog minder met de pooten aan de gom, waar mede deselve was vast gekleeft, konde raken, zoo zag ik nogtans, datGa naar voetnoot213) mede op de borst tusschen de pooten eenige stoffe hadde leggen, die van tijd tot tijd in groote toe nam, en wanneer dese Myt dusGa naar voetnoot78) twaelf dagen hadden vast gekleeft geweest, beelde ik my inGa naar voetnoot118), dat deselvige doot was, om dat alle de pooten seer kort in een getrokken waren; dog als ik een weinig myn warme adem over de Myt liet gaan, bragt deselvige de pooten seer sedig uit den anderenGa naar voetnoot214), en een weinig tyd daar na maakten hy zoo een beweginge, als of hy eerstGa naar voetnoot153) op de naalde was vast gekleeft. En hoe menigmaal ik hem na die tijd quam te beschouwen, zoo waren altijts (in 't eerste) de pooten in een getrokken, als opGa naar voetnoot215) den vierendartigste dag, zag ik, zoo als ik deselve voor myn gesigt bragt, dat met zyn pooten een groote beweginge maakte. De stoffe die op de borst lag, was nu zoo veel toe genomen, dat wel een ronde bol zoude konnen uyt maken, welkers axe was, als de diameter van een hair van ons hooftGa naar voetnoot216). Met alle de observatien, die ik aan beyde de verhaalde Mijten hebbe gedaan, en hadde ik niet konnen sien, dat oyt eenige de minste stoffe aan desselfs mond was. En daar benevens beelde ik my inGa naar voetnoot13), dat de gom niet tot voetsel van die Dierkens soude konnen verstrekken. En ik nam ook in gedagte, of dese kleyne Schepsels niet eenige maanden in de Winter, sonder voetsel te gebruyken, soude in 't leven blyven, ende dat de opgeslootene Dierkens, die ik als hier vooren is geseyt, in mijn zak hadde gedragen, alleen uyt oorsaak van al te groote warmte, niet en waren gestorven. Na dat ik nu, meer dan twee maanden lang alle dagen dese twee verhaalde Mijten, die op de puncten van naaldens hadde vast geseten, hadde beschout, en hebbe ik noyt konnen sien, dat eenige de minste excrement aan haar agterlijf was, of hebbe konnen bemerken, dat uyt haar agterlijf eenige drek geloost wiert, waar uyt ik veel maal in gedagten nam, of niet wel de excrementen geloost wierde, tusschen de pooten, daar ik doorgaansGa naar voetnoot217) gesien heb, dat eenige stoffe van tijd tot tijd vermeerderde. | |||||||
When this Mite had been fixed before the magnifying glass for six weeks less one day, as said before, I saw that its movements were very weak, from which I concluded that it would not live much longer. Now this weak movement gradually diminished so much that, when nine weeks less thirty-six hours had elapsed, I could perceive only a very slight movement, and that of one leg. At this same time I had also stuck a second Mite on the point of a needle by the back of the upper part of its body, in such a way that its head pointed upwards, and although I thought that this latter Mite could touch the gum to which it had been stuck fast even less with its legs, I nevertheless saw that it also had some substance lying on its chest between the legs, which substance gradually increased in quantity, and when this Mite had thus been stuck fast for twelve days, I thought that it was dead, because all the legs were drawn up very closely. But when I let my warm breath pass a little over the Mite, it very gradually moved its legs apart, and a short time afterwards it made as much movement as if it had only just been stuck fast on the needle. And however often I examined it after that time, the legs were invariably (at first) drawn up, except on the thirty-fourth day, on which, when I put it before my eyes, I saw that it made violent movements with its legs. The substance lying on the chest had now increased so much that it might well form a round ball, whose axis was equal to the diameter of a hair from our headGa naar voetnoot60). In all the observations which I made on both the aforesaid Mites I had never been able to see that there was even the slightest substance on the mouth. Moreover, I was convinced that the gum could not serve as nourishment for these little Animals. And I also wondered whether these little Creatures might not remain alive in Winter for some months without any nourishment, and whether the confined little Animals, which, as said before, I had carried in my pocket, might not have died only because of excess of warmth. Now when I had examined the two aforesaid Mites that had been stuck on the points of needles every day for more than two months, I was never able to see that there was even the slightest excrement on their abdomen, or to perceive that any droppings were discharged from their abdomen, in view of which I often wondered whether the excrements might not be discharged between the legs, where I saw again and again that a certain substance gradually increased in quantity. | |||||||
De verhaalde laatste vast gesteldeGa naar voetnoot218) Mijt, bleef zoo lang in 't leven, tot dat'er elf-weken en eene dag waren verloopen, dog op den laatsten dag zag ik, dat maar de twee voorste pooten een seer weynig beweginge hadden. Het geene my in dese laatste Mijt mede aan merkens waardigGa naar voetnoot177) voor quam, dat was, dat ik aan de verhaalde Mijt, in de tijd van elf-weken, om zoo te spreeken geen verandering aan zyn lighaam konde gewaar werden, maar wanneer dese Mijt agt dagen hadde doot geweest, was het lighaam van de Mijt, (door de weg wasemende vogt) seer ingekrompen. Ga naar margenoot+Vorders heb ik verscheyde volwassene Mijten, in een groote glase Tuba opgeslooten, ende daar in tot spijs gedaan een stukje kaas, en een groote Vlieg; alleen met die insigteGa naar voetnoot134), omme te vernemen of deselvige de koude soude konnen verdragen, en ondervondenGa naar voetnoot8) dat de Mijten niet alleen in 't leven bleven, maar haar ook beweegden, ende datGa naar voetnoot219) wanneer ik in groote koude een weynig warmte daar ontrent bragt, veel meerder beweeginge maakten, en zag ook dat deselvige in gemeeneGa naar voetnoot220) koude versamelden, als ook mede dat uyt de geleyde Eyeren jongen quamen, dog dat dese Eyeren wel een maant en langerGa naar voetnoot221) waren geleyt geweestGa naar voetnoot222). Ik zal hier mede afbreeken ende na presentatie van mijn gansch onderdanigen dienst blyven enz:
A. Leeuwenhoek. | |||||||
The last-mentioned Mite that had been stuck on the needle remained alive until eleven weeks and one day had elapsed, but on the last day I saw that only the two forelegs moved very slightly. What also seemed remarkable to me about this latter Mite was that in the space of eleven weeks I could not, so to speak, perceive any change in its body, but when this Mite had been dead eight days, its body (through the evaporation of the moisture) had shrivelled very much. Ga naar margenoot+I further enclosed several full-grown Mites in a large glass Tube, and put a small piece of cheese and a big Fly in it as nourishment. I did so merely in order to see whether it would be able to bear the cold, and I found that the Mites not only remained alive, but also moved, and that when, in severe cold, I created some warmth near them, they made much greater movements, while I also saw that in ordinary cold they copulated, and that young Mites came from the Eggs that had been laid, but that these Eggs had been laid at least a month before or moreGa naar voetnoot61). I will break off here, and remain, after proffering my most humble service, etc.,
A. Leeuwenhoek. |
|