Alle de brieven. Deel 6: 1686-1687
(1961)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| ||||||||||||||
Korte inhoud:De structuur van de tanden van olifanten, mensen, koeien en paarden. De oorzaak van kiespijn. Beschrijving van de ‘pijpjes’ in het tandbeen. L. mat deze ook: 1/4822500 van de dikte van de tand. | ||||||||||||||
Figuren:De figuren zijn verloren gegaan. | ||||||||||||||
Opmerkingen:In alle Nederlandse drukken en te Leiden uitgegeven Latijnse vertalingen is deze brief ongenummerd. Deze brief werd niet in de Philos. Transactions opgenomen. In de Opera omnia is meestal de uitgave van 1715 opgenomen. | ||||||||||||||
Letter No. 98[53].
| ||||||||||||||
Published in:
| ||||||||||||||
Summary:The structure of the teeth of elephants, men, oxen and horses. The cause of toothache. Description of the ‘tubules’ in the toothbone. L. measured these tubules and found them to be 1/4822500 of the thickness of the tooth. | ||||||||||||||
Figures:The figures have been lost. | ||||||||||||||
Remarks:In all Dutch editions and in the Latin translations published at Leyden this letter bears no number. This letter was not published in the Philos. Transactions. Usually the version of 1715 was included in the Opera omnia. | ||||||||||||||
Delft in Hollant den 4e. April 1687.
Hoog EdeleGa naar voetnoot1) Heeren.
Ick hebbe haere Hoog Edele seer obligeante en aengenamenGa naar voetnoot2) vanden 14e. Febr. 168 6/7Ga naar voetnoot3) wel ontfangen (en sedert die met Mr ColsonGa naar voetnoot4) geen andere) waer in gesien dat mijne PortraitsGa naar voetnoot5) wel sijn overgebragt, als ook mede de Philosophical Transactions van Voorleden jare. Vorders is haer HoogEdele missive vol van soo veel beleefde termen, dat ik verstelt stae, en wensche Occasie te hebben om haer HoogEd: te connen dienen. Ik sal alleen maer daer op seggen, dat ik geen misnoegen opgevat hebbe; ende het geen mij wederhouden heeft van Observatien over te senden, is geweest, om datGa naar voetnoot6) ik geen antwoort en hadde becomen, ende nu blijckt uijt derselver missive, dat eenen Brieff vermist isGa naar voetnoot7). Ik sende hier nevens mijne geringe Observatien ontrent eenige Tanden. Ga naar margenoot+Ick hebbe sedert eenige jarenGa naar voetnoot8) veel devoiren aengewent omme het regte maeksel vande Oliphants TandGa naar voetnoot9) te ontdecken. Dog op hoeveel bijsondereGa naar voetnoot10) manieren ik deselve hebbe ondersogt, soo | ||||||||||||||
Delft in Holland, April 4th 1687.
Very noble Sirs,
I have duly received Your Honours' most obliging and agreeable letter of the 14th of February 168 6/7Ga naar voetnoot1) (and, since the one with Mr. ColsonGa naar voetnoot2), no other), from which I saw that my PortraitsGa naar voetnoot3) were duly transmitted, as well as the Philosophical Transactions of Last year. Further, Your Honours' missive is full of so many courteous remarks that I stand amazed, and wish to have the Opportunity to be able to be of service to Your Honours. All I would say in reply is that I was in no way displeased; and that what kept me from sending any Observations, was becauseGa naar voetnoot4) I had not received a reply, and now it appears from Your missive that one letter is missingGa naar voetnoot5). I herewith send you my modest Observations concerning some Teeth. Ga naar margenoot+Since a few years agoGa naar voetnoot6) I have been taking much trouble to discover the exact structure of the Elephant's ToothGa naar voetnoot7). But despite the many different ways in which I examined the same, I was only | ||||||||||||||
hebbe ik alleen maer connen sien, dat deselvige bestaet uit tsamenGa naar margenoot+ gevoegde PijpjensGa naar voetnoot11) die uijtnemende dun sijn en die alle uijt het binnenste vande Tand haer begin nemen, sonder dat ik oijt eenige pijpgens hebbe connen ontdecken, die met haer lengte haer de lengte vande Tandt lagen.Ga naar voetnoot12) Ga naar margenoot+En wanneer ik de tand examineerde daer deselve seer dun is, en digt aen en in het hooft vanden Oliphant is vereenigt geweestGa naar voetnoot13), soo bleeck mij hier seer naektGa naar voetnoot14) dat het een eijnde vande Pijpgens die de tand uijtmaeken, alle uijt de holligheit haer begin hebbenGa naar voetnoot15), lopende met haer ander einde nade circumferentie vande selve,Ga naar margenoot+ ende aldaer lag de Tand met schibagtigeGa naar voetnoot16) Deelen op malkanderen, soo dat ik in gedagten nam, off ijder schibagtige deel niet de dickte was, die de Tand in een jaer hadde toegenomenGa naar voetnoot17). Ga naar margenoot+Wanneer ik dese mijne observatien vervolgde, ende de Tandt examineerde, daer die in Ons Oogh vast gesloten ende geen Holligheit met allenGa naar voetnoot18) heeft, daer bevond ik dat deselve seer naGa naar voetnoot19) int midden een cleijne holligheit heeft, door welcke holligheit ik mij inbeelde, dat continueel voetsel tot onderhoudinge ende | ||||||||||||||
able to see that the same consists of TubulesGa naar voetnoot8), joined together, which are exceedingly thin, and all of which have their beginningGa naar margenoot+ in the inside of the Tooth, without my being able at any time to discover any tubules lying with their length along the length of the ToothGa naar voetnoot9). And when I examined the tooth where the same is very thin, and where it was joined close to and in the head of theGa naar margenoot+ ElephantGa naar voetnoot10), it appeared quite evident to me that, at one end all the Tubules composing the tooth have their beginning inside the cavityGa naar voetnoot11), going with their other end towards the circumferenceGa naar margenoot+ of the same; and there the Tooth consisted of scale-like Parts lying one on top of another, so that it made me think that every scale-like part might be equal to the thickness by which the Tooth had increased in one yearGa naar voetnoot12). On continuing these my Observations by examining the ToothGa naar margenoot+ where it looks, to Our Eye, firmly closed and without any cavity at all, I there found that the same has, almost in the centre, a small cavity, through which - so I imagined - continual | ||||||||||||||
grootmakinge vande voorsGa naar voetnoot20) Tand gesonden most werdenGa naar voetnoot21): en wanneer ik de Pijpgens ontrent dese cleijne holligheit examineerde sag ik dat die alle mede haer begin uijt die holligheit hadden, ende gestrekt lagen nae de circumferentie vande Tandt. Als ik den loop van dese Pijpgens wat verder vandese holligheit tragte te [ver]volgen, omme te sien off uit ijder van dese eerste Pijpgens weder [ver]scheijde andere pijpgens gemaekt wierden; soo was dat voor mij als nogh onnaspeurlijkGa naar voetnoot22). Maer het gene ik mij daer van inbeelde was dat ijder Pijpje been (dat uijt de cleijne holligheit vande tand sijn begin heeft) sig in verscheijde kringen door malkanderen omslingert, ende aldus niet alleen een veel groter plaets van doenGa naar voetnoot23) heeft, om door dat middel de tandt sijn dikte te geven, maer dat oock te gelijk daer door een groote sterckte aende tand wert toegebragtGa naar voetnoot24). Als ik de Oliphants Tand over langs in cleijne stucken van een cloofde, soo scheen het seecker te wesen dat deselve gemaekt was uit grote pijpgens die inde langteGa naar voetnoot25) vande Tand lagen; Maer als ik sulks weder naukeurig besagh soo en konde ik geen andere Vaetgens bekennen, als die gestrekt lagen uijt het centrum nade circumferentie vande TandtGa naar voetnoot26). Ga naar margenoot+Vorders hebbe ik gaen examineren de Slagtanden vande jonge Verckens ende hebbe mede gesien, dat haer maeksel uijt geen | ||||||||||||||
nourishment for the maintenance and growth of the said ToothGa naar voetnoot13) must be sentGa naar voetnoot14); and when I examined the Tubules around this small cavity, I saw that they, too, all had their beginning in that cavity, and lay stretched towards the circumference of the Tooth. As I tried to follow the course of these Tubules a little further from this cavity, in order to see whether, from each of these first Tubules, several other tubules were again being made, this was, at the time, inscrutable to meGa naar voetnoot15). But what I did imagine about this, was that each Tubule of bone (which has its beginning in the small cavity of the tooth) coils itself round in several rings, and thereby not only needs a much greater space, so as to give the tooth its proper thickness, but at the same time endows the tooth with great strengthGa naar voetnoot16). When I cleft the Elephant's Tooth longitudinally apart into small pieces, it seemed certain that the same was made of large tubules lying along the length of the Tooth; But when I looked at it carefully once again, I could not recognize any other Vessels than those that lay stretched from the centre towards the circumference of the ToothGa naar voetnoot17). Ga naar margenoot+I furthermore went on to examine the Tusks of young Pigs, and again found that their structure consisted of no other Parts | ||||||||||||||
Ga naar margenoot+andere Deelen en bestondt, als uijt tsamen gesteldeGa naar voetnoot27) enGa naar voetnoot28) pijpgens, die insgelijx uijt de Holligheit vande tand haer begin hadden, ende met haer andre eijnde, mij toeschenen te eindigen tot inde circumferentie vande Tandt. Ga naar margenoot+Nadesen ben ik genegen geweest om het maeksel van Menschen Tanden te beschouwen, hebbende dan van een Doode begraver (bij mij daertoe versogt) becomen [ver]scheijde grote menschen Tanden (die wij kiesen noemen) hebbe ik daer in mede gesien, dat deselvige uijt geen andere Deelen en bestaen, dan uit te samenGa naar margenoot+ gesteldeGa naar voetnoot27) enGa naar voetnoot28) pijpgens, die mede uijt de Holligheijt vande Tand haer begin hebben, ende eindigen tot inde circumferentie vande selveGa naar voetnoot29). Omme nu haer maeksel soo veel mij doenlijk is voor de Oogen te stellen, hebbe ik een gedeelte van twee distincte tanden laten afteijckenen. Ga naar margenoot+Fig: 1. A.B.C. is een Tand van een mensch, die ik opde eene Zijde ontrent de helfte hebbe afgeraspt; dog niet omme de Holligheit die indeselve (en veele kenbaer) isGa naar voetnoot30) aentewijsen, maer alleen om de pijpjens die het Been uitmaken, en die doorgaens uit de holligheit van[de] selve comen, en tot aen de circumferentie eindigen aentewijsen. Dog men moet weten, dat dese pijpgens, die hier indeselve werden aengewesen, seer uijtsteeckende dun sijn, en niet wel en sijn te bekennen, dan met scherpsiende Vergrootglasen. Ga naar margenoot+Fig: 2. G.H.I. is een tweede Tand die van boven soo verre is afgeraspt, ende inde lengte gecort tot datmen aende holligheit is gecomen, om in deselve aen te wijsen, hoe de Pijpgens die de Tand uijtmaken, int rond vandeselve loopen. Alle de eindenGa naar margenoot+ vande Pijpgens die de circumferentie vande Tand uijtmaeken (soo verre die buijten het Tandvlees staen, en bij gevolg van de lugt omvangen werden) sijn uijtsteeckende hart, ende sijn als een | ||||||||||||||
Ga naar margenoot+than of tubules placed close togetherGa naar voetnoot18), which, too, had their beginning in the Cavity of the tooth, terminating, it appeared to me, in the circumference of the Tooth at their other end. Ga naar margenoot+After this I felt inclined to observe the structure of Human Teeth; and having obtained from a grave-digger (at my specific request) several big human Teeth (which we call molars), I again saw, there too, that the same consist of no other Parts but adjoiningGa naar margenoot+ tubulesGa naar voetnoot18), which also have their beginning in the Cavity of the Tooth, and finish up in the circumference of the sameGa naar voetnoot19). Now in order to put their structure before our Eyes - as far as I was able -, I have had part of two distinct teeth drawn. Ga naar margenoot+Fig: 1. A.B.C. is a human Tooth, which I have rasped off on one Side, about half-way down; but not to show the Cavity that is in the same (as known to many people), but only to point out the tubules that compose the Bone, and which invariably come from the cavity of the same, and finish up as far as the circumference. But it should be known that these, tubules, that are shown in this figure, are exceedingly fine and are not easily distinguishable except with the aid of strong magnifying glasses. Ga naar margenoot+Fig: 2. G.H.I is a second Tooth which has been rasped off at the top, and shortened in length, until one comes to the cavity, in order to make it likewise clear, how the Tubules composing the Tooth run around the latter. All the ends of the Tubules constituting the circumference of the Tooth (in so far as they are outside the Gum, and were therefore surrounded by air) are exceedingly hard, being as it were a hard rind of the ToothGa naar voetnoot20); | ||||||||||||||
harde schors vande TandtGa naar voetnoot31); en wanneermen dese schors van buijten naukeurigh besiet, soo salmen bevinden, dat eene Tandt wel veertig en een andere Tand wel vijftig cringsgewijse rimpelsGa naar margenoot+ of crapgens heeft, die op eenige plaetsen met bogten loopen, als hier in het verbeelde schorsagtige deel vande Tand met fig: 3 DEF door eenige weijnige kringsgewijse deelen wert aangewesenGa naar voetnoot32). De Oorsaek van dese kringsgewijse rimpels rontom de Tandt beeld ik mijn selven in daer in te bestaen, dat ijder vandeselve SpatieGa naar voetnoot33) is, die de tand, in een dagh off ook wel een maendt (int groot werden vandeselve) buijten het Tandvlees is gestooten. Als bij exempel wij nemen dat de schors vande Tand heeft vijftig kringen of rimpels. Dit soo sijnde, soo sal de Tand in vijftig agtereenvolgende dagen of maenden door het Tandvlees sijn gestooten. Ga naar margenoot+Ik hebbe aende Tanden van Onse Jonge kinderen als sij die verwisselen, ende ook aende Tanden van verscheijde jonge Dieren gesien, dat deselve onder aende wortelGa naar voetnoot34) gansch open sijn, ende soo beeld ik mij in dat de Wortels van dese kiesen in haer eerste maeksel medeGa naar voetnoot35) sijn geweest; maer dat die metter tijd tot een sponsieusagtig been sijn geworden, door welk Been [ver]scheijde bloet ende andere Vaeten loopen, waer door continueel VoetselGa naar margenoot+ inde holligheit vande tandt wert overgebragtGa naar voetnoot36), ende dat verder de opening ofte holligheit vande Tand, is gevolt met Senuwen bloet en ander Vaeten, die sig in soo veel cleijne Vaetgens verspreijen, dat ijder pijpje been, niet alleen inden beginne ofte groot- | ||||||||||||||
and if we look carefully at the outside of this rind we shall find that a certain Tooth has quite forty, and another quite fifty circular wrinkles or ribbings which, in some places, run with bends, as isGa naar margenoot+ shown here, in the rind-like part of the Tooth, by DEF in Fig: 3, and indicated by a small number of circular partsGa naar voetnoot21). The Cause of these circular wrinkles around the Tooth I imagine to be that each of the same represents the Space by which the tooth, in one day, or perhaps in a month (in the course of its growth) has been pushed outside the Gum. For example, we may take it that the rind of the Tooth has fifty rings or wrinkles, that means that the Tooth will have been pushed through the Gum in the course of fifty successive days or months. Ga naar margenoot+I have noticed, on the Teeth of Our Young children, when they cut their permanent teeth, and also on the Teeth of several young Animals, that the same are quite open at the bottom of the rootGa naar voetnoot22); and so I imagine that the Roots of these molars were just theGa naar margenoot+ same in their first structure, but that they grew into a spongy kind of bone in the course of time, through which Bone there run several blood- and other Vessels, through which continual Nourishment was transportedGa naar voetnoot23) into the cavity of the Tooth; and further, that the opening or cavity of the Tooth is filled with Nerves, blood- and other Vessels, which ramify into so many tiny Vessels that each tubule of bone is made to grow thereby, not only in the | ||||||||||||||
werdinge, daer door is grootgemaekt, maer ook continuelijk (soo lang de tand gesont is) door deselve vaetgens gevoet ende onderhouden wertGa naar voetnoot37); Daer benevens beeld ik mij in dat de cleijne vaetgens, die de Pijpgens van het Been voeden ende onderhouden, niet eijndigen inde superfitie vande Tand; (soo verre als de Tand in vlees staet) maer dat het voetsel door dese beene Pijpgens vloeijt, ende dat de eijndekens vande Beene Pijpgens weder veranderen in sagte vaetgens die sig door het Tandvlees verspreijenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot38), ende dat dese vaetgens de grootste oorsaek sijn, waer door de Tandt aen het Tandvlees is vereenigt. Wanneer wij nu het maeksel ende de onderhoudinge vande Tand sodanig stellenGa naar voetnoot39) als hier voren geseijt is, soo konnen wij ons wel inbeelden, dat de beene Pijpgens (om dat die stijf sijn en niet en connen uijtsetten) seer ligt door dicke stoffe connen verstopt werden, ende dit soo sijnde, soo sullen de Vaetgens dieGa naar margenoot+ van binnen in de Holligheit vande Tand leggen, en door welcke het Sap, (om de verstopte Beene Pijpgens) niet en can doorvloeijen, comen opte swellen. Dese opswellinge moet groote pijn verwecken uijt oorsaeke dat alle de Vaetgens van binnen inde holligheit vande Tand, malkanderen seer comen te perssen, vermits die niet en connen uijtsetten, opswellen oft dicker werden, gelijk andere Vaeten wel connen doen, die soo niet beslooten leggen rontom in een vast BeenGa naar voetnoot40). Soo nu eenige beene Pijpgens inde Tand gestoptGa naar voetnoot41) sijn, ende gestopt blijven; soo konnen wij ons ligt inbeelden de Oorsaeck waerom onse Tanden de eene op sij, en een ander boven aen een | ||||||||||||||
beginning or during growth, but is also continuously (so long as the tooth is healthy) nourished and maintained by these same tinyGa naar margenoot+ vesselsGa naar voetnoot24); And moreover, I imagine that the small vessels that nourish and maintain the Tubules of the Bone do not finish up in the superficies of the Tooth; (in so far as the Tooth stands in the flesh), but that the nourishment flows through these bone-Tubules, and that the ends of the Bone-Tubules change again into soft vessels which spread through the GumGa naar voetnoot25), and that these vessels are the most important cause of the Tooth being joined to the Gum. If we now assume the structure and the maintenance of the Tooth to be as described heretofore, we can well imagine that the bone-Tubules (since they are rigid and cannot expand) can readily be blocked up by some thick substance; and this being so, the Vessels that lie inside the Cavity of the Tooth, and through which the Fluid (lit. Sap) (because of the blocked up Bone-Tubules)Ga naar margenoot+ cannot pass, will begin to swell. This swelling must provoke great pain, because all the Vessels inside the cavity of the Tooth will strongly press against one another, since they cannot expand, swell up or become thicker, as other Vessels are able to do that are not so tightly closed in all round, inside a solid BoneGa naar voetnoot26). Now when a number of bone-Tubules in the Tooth are blocked up, and remain blocked up, we can easily imagine the reason why | ||||||||||||||
kleijne plaets van bedervinge krijgtGa naar voetnoot42), daerGa naar voetnoot43) het verdere gedeelte vande Tandt, veele jaren nog goet blijft. Ga naar margenoot+Omme nu de hoedikheit vande Pijpgens, waer uijt de Tand bestaet voor de Oogen te stellen, heb ik een cleijn gedeelte vande TandGa naar voetnoot44) voor een Vergroot glas gestelt, ende dat glas een Teijckenaer inde hand gegeven, ende geordoneert datGa naar voetnoot45) het gene hij quam te sien, soude afteickenen, (sonder dat denselven wist wat hij sag) dog ik moet seggen, dat mij dese pijpgens in die tand, groter te vooren quaemen, als ik tot nog toe in het been van eenig Dier, of inden Oliphants Tand hadde gesien. Ga naar margenoot+Fig: 4 K.L.M.N. een cleijnGa naar voetnoot46) gedeelte van een mensche Tand, die wij een kies noemen. De redenen waerom op de eene plaets de Pijpgens, een duijsterder off bruijnderGa naar voetnoot47) wesen schijnen te hebben, is alleen om dat de Pijpgens, daer die bruijn sijn wat dicker op malkanderen leggen, want dit stuckge Been en was niet gesneden; maar afgeklooftGa naar voetnoot48). De Breedte van dese Tand was seer na twee vijfde gedeelte vande lengte van een Duijm; en na mijn beste tellinge soo oordeelde ik inde lengte van een 45 gedeelte van een Duijm te sien 120 pijpgens, dat is dan inde lengte van een Duijm breet 5400 pijpgens. Soo wij nu sodanigen kies als hier boven geseit is rond stellen te sijn, soo is de lengte ofte Diameter vande kies 2150 mael dicker dan een pijpje, waer uijt deselve is te samen gesteltGa naar voetnoot49), en wanneer wij dit getal door sijn selven multipliceren soo salder een getal van 4822500Ga naar voetnoot50) uijt | ||||||||||||||
our Teeth come to have a small decayed spotGa naar voetnoot27), one at the side, and another one at the top, while the remaining part of the Tooth will be left in sound condition for many years. Ga naar margenoot+Now in order to put before our Eyes the thickness of the Tubules of which the Tooth is composed, I placed a small piece of the ToothGa naar voetnoot28) before a Magnifying glass, and gave a Draughtsman that glass into hand, and ordered him to draw whatever he might come to see (without the same knowing what he saw); but I must say that these tubules in that tooth appeared to me bigger than any I had hitherto seen in the bone of any Animal, or had seen in the Elephant's Tooth. Ga naar margenoot+Fig. 4: K.L.M.N. is a small part of a human Tooth, which we call a molar. The reason why the Tubules seem to have a darker appearance is only because the Tubules, where they are dark lie a little more thickly together, for this piece of Bone was not cut; but cleft offGa naar voetnoot29). The Width of this Tooth was very nearly two-fifths of the length of an Inch; and according to my best reckoning I judged that I saw 120 tubules in the length of one-45th part of an Inch, that is, then, 5400 tubules in the length of one Inch width. Now if we assume a molar such as referred to above, to be round, then the length of the Diameter of the molar is 2150 times thicker than one of the tubules of which the same is composedGa naar voetnoot30); and when we multiply this number by itself then the outcome will be the number 4822500Ga naar voetnoot31); to sum up, therefore, | ||||||||||||||
comen, in somma dan, de Proportie van een beene pijpje is 1/4822500 tot de dikte vande TandtGa naar voetnoot51). Alhoewel ik mij nu ten genoegen hadde voorde Oogen gestelt het maeksel van het Been van Menschen Tanden, soo hebbe ikGa naar margenoot+mij daer mede niet vergenoegt gehoudenGa naar voetnoot52); maer ik hebbe mij de voors[te] Tanden ende een kinneback van het Hooft van een Osch laten hacken, soo ras als die geslagt was, alleen om na te speuren de gedaente vande Stoffen off vaeten die de Holligheden vande Tanden vullen. Ende hebbe aenstonts verscheijde Tanden ende kiesen door geclooft, ende met verwonderinge gesien dat de Vaeten die door cleijne openingen in het onderste deel vande Tandt doorgingen, ende inde holligheit vande selve comende die vervulden, uijt soo een onbedenckelijkGa naar voetnoot53) getal van bloet ende andere Vaten bestonden, dat het niet te begrijpen was, jae ik sag sooGa naar voetnoot54) veel vaten, die inder daet soo cleijn ofte dun sijn, als de pijpgens waer uijt de Tandt bestaet, onder welcke ook seer dunne bloetvaten waren die in seer cleijne takgens haer weder verspreijen. Maer aende meeste dunne Vaetgens en was geen couleur te bekennenGa naar voetnoot55). Ik hadde gedagten off daer ook niet wel cleijnder vaten mogten sijn, die het gesigt ontweecken. Alle dese Vaten lagen in een menbrane of Vlies die sig seer ligt van het Been liet separeren, ende wanneer ik enige Tanden vier a vijf dagen hadde laten leggen, eer ik die doorcloofden (in welcken tijd de vogtige stoffe, die inde Vaeten van binnen was geweest wasGa naar voetnoot56) weg gewasemt) sag ik dat op eenige plaetsen van binnen inde Tandt, de roode stoffe van het bloedt inde pijpjens van het Been was ingedrongen, waer door enige pijpgens een roodagtige couleur hadden aengenomen. | ||||||||||||||
the Proportion of one bone-tubule is 1/4822500 to the thickness of the ToothGa naar voetnoot32). Although I had now satisfactorily visualized the structure of the Bone of Human Teeth, I have not contented myself with that;Ga naar margenoot+ but I had the front Teeth and a lower jaw cut from the Head of an Ox, as soon as it had been killed; only in order to scrutinize the character of the Substances or vessels that fill the Cavities of the Teeth. And I at once cleft several Teeth (Incisors) and molars, and I saw with astonishment that the Vessels that went through the small openings in the bottom part of the Tooth, and filled it when coming into the cavity of the same, consisted of such an inconceivable number of blood- and other Vessels, that it was incomprehensible; nay, I saw soGa naar voetnoot33) many vessels, which are, indeed, as small, or thin, as the tubules of which the Tooth consists, and among which there were also very thin bloodvessels that ramify again in extremely tiny branches. But in most of the fine Vessels no colour could be distinguishedGa naar voetnoot34). It occurred to me to think whether there might not be some still smaller vessels as well, that escaped my vision. All these Vessels lay in a membrane or Pellicle which could be very readily separated from the Bone; and when I had left some Teeth lying about for four or five days before I cleft them (during which time the moist substance which had been inside the Vessels, had evaporated) I saw that in some places inside the Tooth the red substance of the blood had penetrated into the tubules of the Bone, whereby some of the tubules had taken on a reddish colour. | ||||||||||||||
Ik hebbe ook gesien dat van binnen inde holligheden van eenige Tanden rond verhevene of knobbelagtige uijtwassen waren gegroeijtGa naar voetnoot57). Ga naar margenoot+Vorders hebbe ik ook waergenomen dat desen Os sijn grootste kiesen off Tanden noijt en waren uijtgevallen off verwisselt, want de cleijne Tanden off kiesen, die de selve hadde gehad, doen den Os nog seer jong off een kalff was geweest, waren rondomme omwassen van een ander BeenGa naar voetnoot58), soo dat ik niet alleen seer distinct de cleijne Tand inde grote Tand konde onderscheiden, maer wanneer ik die van een quam te clooven, soo separeerde op verscheijde plaetsen, de eerste gemaekte cleijne tandt off kies niet alleen van het Been dat daerom was gewassen, maer de swartagtige Stoffe die van buijten aende Tand of kies was gegroeijt, doe het Beest nog jong was geweest, (en waermede dese groote kiesen ofte Tanden van buijten een weijnig waren beset) en welcke rontom de cleijne off inwendige Tand nog sat, die bevestigde nog meer dat dit Beest sijn grootste kiesen in sijn jonkheit niet en hadde gewisselt, maer dat derselver groot werdinge alleen hier uijt bestont; namentlijk datter om de eerst gemaekte Tand een Been was gewassen, ende datGa naar voetnoot59) uijt de Bloet ende andere Vaten, die inde Holligheit van dat Been lagen dat laest gemaekt wasGa naar voetnoot60). Ga naar margenoot+Wanneer ik de swartagtige Stoffe die inde eerstgemaekte Tand was daer afnam ende door het Vergrootglas examineerde, soo konde ik niet alleen bekennen, dat het groene deelen waren, maer ik sag seer distinct dat het gras was, dat aen cleijne stukgens was gebrooken, want de groene pijpjens waer uijt het gras is te | ||||||||||||||
I also saw that, inside the cavities of some Teeth, there had grown rounded, elevated or knobbly excrescencesGa naar voetnoot35). I have furthermore observed that this Ox's biggest molars or Teeth had never fallen out or been exchanged; for the small Teeth or molars which the same had had when still a very young Ox or calf, had another Bone grown round themGa naar voetnoot36), so that I could notGa naar margenoot+ only distinguish very clearly the small Tooth inside the big Tooth, but when I set to cleave them apart, the first-made small tooth or molar not only separated in several places from the Bone that had grown round it, but the blackish Substance which had grown on to the outside of the Tooth or molar, when the Beast was still young (and a little of which had been deposited on these big molars or Teeth), and which still stuck around the small or inner Tooth, confirmed all the more that this Beast had not exchanged its biggest molars in its youth, but that the growth of the same consisted only in this; namely that a Bone had grown around the first-made Tooth; and moreover from the Blood- and other Vessels in the Cavity of that Bone which had been made lastGa naar voetnoot37). Ga naar margenoot+When I removed the blackish Substance from the first-made Tooth and examined it through the Magnifying glass, I could not only recognize that it consisted of green parts, but I saw quite distinctly that it was grass which had been broken into small fragments; for I was able to recognize everywhere, the green | ||||||||||||||
samen gesteltGa naar voetnoot61), die quamen mij doorgaens soo naecktGa naar voetnoot62) te vooren, als off ik de excrementen van een Os beschouwde, die dagelijx het gras eet. Hier op gingh ik examineren de Tanden vande Kalveren, en ik bevond dat doorgaens inde kiesen een holligheit was, welcke holligheit het Kalff nog jong sijnde met een vleesagtige stoffe was gevolt, soo dat ik nog meer als hier te vooren conde verseeckeren, dat om de eerst gemaeckte Tand een nieuw Been was gegroeijt, ende daer benevens stelde ik vast dat de bruijnagtigeGa naar voetnoot63) Stoffe, die om de eerst gemaekte Tand sit, en [de] die in ons bloote oogh een swartagtige stoffe is, alleen het Gras is, dat aende Tandt is vastgecleeft off gegroeijt, doen het beest nog jong was. Dogh off dit plaets heeft in alle koeijen, en off dit maer bij gevalGa naar voetnoot64) geschiet, dat is mij tot nog toe onbekent. Ick hebbe verscheijdene kakebeenen van Ossen geexamineert, en meest doorgaens gesien, dat de drie voorste off kleijneGa naar voetnoot65) kiesen, niet en waren omwassen van een tweede Tand, maer dat die haer eerste maeksel hadden, off nu de kiesen als de Ossen nog jong sijn, waren uijtgevallen, ende weder andere in haar plaetse gegroeijt, dan off de Dieren dese Tanden eerst krijgen als sij 2 a 3 jaren out sijn dat heb ik nie nae gesogtGa naar voetnoot66). Na dat ik de Tand van een Os hadde beschouwen, sag ik eenGa naar margenoot+ Hooft van een Paerd, een hond voorgeworpen, doorgaensGa naar voetnoot67) het vlees afgegeten; uijt dit hooft liet ik mij eenige vande groote Tanden slaen, (die wij kiesen noemen) en wanneer ik dese Tanden doorkloofde sag ik dat alle de bloet ende andere vaeten die de Holligheit vande Tandt hadden gevolt, alle wegh en[de] verrot waren, en bevond dat alleen inde Holligheit aen het Been verdroogt lagh, eenige weijnige stoffe, die ik mij imagineerde, dat | ||||||||||||||
tubules of which grass is composedGa naar voetnoot38), as clearly as if I were examining the excrements of an Ox that eats grass every day. I thereupon began to examine the Teeth of Calves, and I found that there was invariably a cavity in the molars, which cavity - the Calf being still young - was filled with a fleshy substance, so that I could ascertain, still more clearly than before, that a new Bone had grown around the first-made Tooth; and in addition I determined that the dark Substance which is around the first-made Tooth, and which, to our naked eye, is a blackish substance, is nothing but the Grass that has stuck or grown on the Tooth when the beast was still young. But whether this takes place in all cattle, or whether it occurs only accidentally, is as yet unknown to me. I have examined several jaw-bones of Oxen, and seen more often than not that the three foremost or smallGa naar voetnoot39) molars did not have a second Tooth grown round them, but that they had kept their first shape; now whether the molars had fallen out when the Oxen were still young, and others had grown in their places, or whether the Animals do not get these Teeth until they are 2-3 years old, I have not investigatedGa naar voetnoot40). After studying the Tooth of an Ox, I saw the Head of aGa naar margenoot+ horse, that had been thrown down to a dog; the flesh had been eaten away everywhere; I had a few of the big Teeth (which we call molars) knocked out of this head, and when I split these Teeth open I saw that all the blood- and other vessels, which had filled the Cavity of the Tooth, had either disappeared or decayed, and I found that all there was in the cavity of the Bone, was a small amount of dried-up substance; this, I supposed, was | ||||||||||||||
de stoffe was, die van het verrot bloet, en van derselver vaten was overgebleven. Daer benevens waren ook als aen het Been vast, veele kleijne verheventheden, die ik mij int eerst inbeelde dat beenige uijtwassen van binnen inde Holligheit vande Tand waren. Dog wanneer ik deselve van het Been separeerde, oordeelde ik dat ik in mijn meninge bedrogen was, en dat alleen om dat die haer seer ligt vant been lieten scheijden. Ga naar margenoot+Ick hebbe een sodanigh stukge voor een [ver]grootglas gestelt, en ten ware dit deeltge met geen verrotte Stoffe en was beset geweest, het soude een schoon Cristallijn wesen vertoont hebbenGa naar voetnoot68). En hoe meenig deeltge ik van het been afnam, ende voort vergroot glas bragt, soo [ver]toonden deselve een bijsondere figuurGa naar voetnoot69), dog meest alle daer op uit comende, dat sij een langwerpigh cristal wesen hadden, hebbende meer lengte als dikte off breedte; dit [ver]haelde deeltge nu en was niet grooter als een groff santGa naar voetnoot70). Ik hebbe ontrent soo veel van dese Crijstalijnagtige deelen bij een [ver]samelt dat deselve de grote van een cleijne speldehooft uijtmaekten, welcke hebbende beschouwen oordeelde ick dat het Zoutdeelen waren van uijtsteeckende kleijnheit, ende dat die [ver]mengt waren geweest door de bloet en andere vaten, en dat dese Zoutdelen met het [ver]rotten van het bloet te samen waren gestremtGa naar voetnoot71). Dese verhaelde kleijne quantiteijt Soutdeelen heb ik gedaen in een kleijnGa naar voetnoot72) nieuw glaesje, ende daer op gedaen ontrent twee droppelen Water, en hebbe het alsoo 24 ueren laten staen, na welcke tijd ontrent de helfte van het water was weggewasemt, het overige water heb ik soo suiver als het mij doenlijk was vande | ||||||||||||||
the substance remaining from the decayed blood and its vessels. There were also, moreover, stuck to the Bone, many small prominences, which I imagined at first to be bony outgrowths on the inside of the Cavity of the Tooth. But when I separated the same from the Bone, I judged that I had been deceived in my opinion; and this only because they could be separated quite easily from the bone. Ga naar margenoot+I have placed such a tiny piece before a magnifying glass; and if this particle had not had some decayed Substance deposited on it, it would have presented a beautiful crystalline structureGa naar voetnoot41). And however many of these particles I removed from the bone, and brought before the magnifying glass, they all showed distinct shapes, yet in general they had the form of an oblong crystal, having greater length than its thickness or breadth; the above-mentioned particle being no bigger than a coarse grain of sandGa naar voetnoot42). I collected as many of these Crystalline particles as amounted altogether to the size of a small pin's head; which, having examined them, I judged to be Saltparticles of exceeding minuteness, which had been mixed up among the blood- and other vessels, and that these Saltparticles had stuck together when the blood was decaying. I placed the aforesaid small quantity of Saltparticles in a smallGa naar voetnoot42a), new glass, and added to this about two drops of Water; and I let it stand like this for 24 hours, after which time about half of the water had evaporated; the rest of the water I separated as carefully as I could from the particles lying in it; and I then | ||||||||||||||
inleggende deeltgens gesepareert, en dit water wanneer het ten meerendeel was weggewasemt, geobserveert, en daer inne gesien een onbegrijpelijk groot getal van uijtsteeckende kleijne Zout figuren. Vorders hebbe ik weder soo veel water als hier voren geseit is, tot op vijf distincte reijsenGa naar voetnoot72a) en dat op bijsondere dagenGa naar voetnoot73) op dese Deeltgens gegoten, ende daermede gehandelt als hier boven geseit is, ende doorgaensGa naar voetnoot74) een en[de] deselve uijtkomst gehad, namentl[ijk] met daer inne te sien de menigvuldige soutdeelen. Maar het geene dat mij meest verwonderde dat was, dat in alle dien tijd, de deeltgens die ik uijt de Tand hadde genomen ende dat waerlijk Zoutdeeltgens waren, niet alle int water en waren gescheiden of gesmoltenGa naar voetnoot75), maer datter nogh veeleGa naar voetnoot76) in haer geheel scheenen te leggen; waer uijt bleeck dat dese Zoutdeelen boven gemeen scharp en stijf waren. Na desen hebbe ik nog een andere Tand van dat selfde Paerdt doorgeclooft, ende seer nauw alle het Zout dat in een vande Vier Holligheden vande Tand was, daer uijtgenomen, het welcke ontrent vande grote was van een Geerst greijnGa naar voetnoot77). Dit Zout heb ik in een schoon nieuw glaesje gedaen, en na mijn gissinge Hondertmael so veel schoon regenwater daer op gegoten, als het Zout groot was. En na dat ik dit Zout, en water, dusGa naar voetnoot78) tweemael 24 ueren hadde laeten staen, ende in die tijd het verscheijde malen hadde omgeschut, op dat het zout des te beter soude mogen smeltenGa naar voetnoot79), (in welcke tijd het Zout ontrent de helfte met het water scheen [ver]eenigt te sijn) heb ick een weijnigh van dit water genomen, ende dat selvige te meerendeel laten wegwasemen, en[de] doen het selvige door een vergroot glas voor mijn gesigt gebragt, als wanneer mij weder soo wel als te vorenGa naar voetnoot80) een onbedenkelijkeGa naar voetnoot53) groote menigte van uijtstekende kleijne Sout | ||||||||||||||
observed this water when it had for the most part evaporated, and have seen therein an inconceivably large number of exceedingly small Salt figures. Furthermore, I have poured as much water as I mentioned heretofore on these Particles, on as many as five distinct occasions and on different daysGa naar voetnoot43), and have dealt as I described above, and I always obtained the same result, namely seeing therein the profusion of saltparticles. But what amazed me most was that, in all that time, the particles which I had taken out of the Tooth - and which were really Saltparticles - had not all either broken up or dissolved in the water, but that many appeared to be still lying whole, from which it was evident that these Saltparticles were exceptionally sharp and rigid. After this I clove yet another Tooth of that same Horse, and very carefully removed all the Salt that was in one of the Four Cavities of the Tooth, which was about the size of a BarleycornGa naar voetnoot44). This Salt I put into a clean new glass, and poured on it a quantity of clean rainwater that was, as I guess, a Hundred times the volume of the Salt. And after I had left this Salt, and water, to stand thus for twice 24 hours, and meanwhile shaking it several times, in order that the salt might the better dissolve (by which time about half of the Salt seemed to have become united with the water), I took a little of this water and let it evaporate almost wholly; I then with a magnifying glass brought the same into my vision and than - just as happened before - an inconceivably great multitude of exceedingly small | ||||||||||||||
figuren te vooren quamen, ende dat van verscheijde gedaenten en grootheden; en die gene die wel de meeste int getal warenGa naar margenoot+ die bestonden uijt een langwerpig viersijdig figuur als A. andere die seer weijnig in getal en ook viersijdig waren, hadden de fig: van B. En ook eenige seer weijnige medeGa naar voetnoot81) die sessijdig waren als fig: C. als ook sag ik enige seer weijnige Soutfiguren leggen die viersijdig waren als D en E. en ook wel die ses en vijfsijdig waren als fig. F en[de] G. daer beneffens is mij ook wel int Oog gecomen, een seer net driesijdigh fig: als H: maer die gene die alle de Zoutfigueren int getal overtreften, dat ware smalle langwerpige viersijdige figueren die hier met I. werden aangewesen. Daer benevens was daer ook een groot getal van Zout figueren, die ick mij inbeelde te sien, aen beijde de eijnden spits toelopende, als hier met K. werden aengewesen. Dog om de uitnemende Kleijnte, die dese Deelen hadden, en konde ik mij niet ten genoegen daer van verseeckeren. Dese twee laeste Zoutfigueren als I. en K. lagen aende buijtekant van het Nat, en wierden aldereerst gemaekt. Maer hetgene daer over ik mij eensdeels verwonderde wasGa naar voetnoot82), dat mij hier weijnigh of niet te voren quamen, de figueren die ons gemeen SoutGa naar voetnoot83) heeft, namentlijk nette viersijdige, of quadraet figueren, ten anderen verwonderde ik mij dat dese Zoutfigueren in regenagtigh of vogtig weeder niet alleen te samen stremdeGa naar voetnoot84), maer ook dat dese tsamen gestremde Zoutfigueren in een seer Vogtig weder, in geen wateragtige stoffe veranderdeGa naar voetnoot84). Ga naar margenoot+Ick hebbe hier voren geseit van het Maeksel vande Tand van een Mensch; namentlijk dat het Been bestaet uijt tsamen gesteldeGa naar voetnoot85) Pijpgens, die haer begin nemen uijt het binnenste vande Tand (alwaer deselve gevolt is met bloet en andere Vaten) ende eindigen tot opde superfitie vande selve. Van sodanigen Maeksel sijn ook de Tanden van Paerden en Koeijen; alleen met dit onderscheijt, dat de eerste holligheden inde eerste gemaekte Tanden, als die out werden, (eenige ten meerendeelen andere volcomen) gevolt werden, met een beenagtige Stoffe, die in Wittigheit het | ||||||||||||||
Saltfigures revealed themselves and they were of various forms and sizes; and those that were by far the most numerous, consisted of an oblong, foursided figure as in A. others, which were very few in number and were also foursided, had the fig: of B. And [there were] also a very small number that were six-sided, asGa naar margenoot+ fig: C., and again, I saw some very few Saltfigures which were four-sided as D and E., and also some that were either six- or five-sided, as fig. F and G. in addition, what also came to my Eye now and then was a very clear three-sided fig: as H: but what surpassed all the Saltfigures in number, where the narrow, oblong, four-sided figures that are here indicated by I. Over and above all these there were also a large number of Saltfigures which, I imagined, tapered to a point at both ends, as shown here by K. But owing to the exceeding Smallness of these Particles I was unable to ascertain that to my satisfaction. These latter two Saltfigures, as I. and K., lay on the outside of the Liquid, and were the first to be made. But what in some degree surprised me was, on the one hand, that the figures of our common household Salt, namely neat foursided or quadrilateral figures, appeared to me hardly if at all; and on the other hand I was astonished that, in rainy or damp weather, these Saltfigures not only stuck togetherGa naar voetnoot45), but also that these clotted Saltfigures did not change into a watery substance in very Wet weatherGa naar voetnoot45). I remarked heretofore about the Structure of the Tooth of a Human Being, that the Bone consists of Tubules placed close together, which have their beginning in the innermost part of theGa naar margenoot+ Tooth (where the same is filled with blood- and other Vessels), and, finish up at the outer surface of the same. Of like Structure are also the Teeth of Horses and Cattle but with this difference, that the first cavities in the first-made Teeth, are when the latter grow old, filled (some largely, others completely) with a bony Substance, which excels the other Bone in Whiteness; but this | ||||||||||||||
andere BeenGa naar voetnoot86) overtreft, dog dese laeste Stoffe, en is op verre na so hardt niet, als het eerste gemaekte Been, soodat de Bloet ende andere vaten, waer uijt de Tand gemaekt was, gans vergaet; en wanneer nu de eerste tand van een nieuw Been sal omwassen werden, soo werden dan daer te gelijk weder nieuwe bloetvaten gemaekt die geplaest leggen inde holligheden van het laestgemaekte Been, welcke nieuw off laestgemaekte Bloetvaten inde Tand, van een Paert opGa naar voetnoot87) Vier distincte plaetsen werden geformeertGa naar voetnoot88). Ga naar margenoot+ Wijders hebbe ik mij inde voorledene Winter meest besig gehouden met ijets te prepareren waer van ik mij int toecomende soude connen dienenGa naar voetnoot89), ende de Observatien die ik tusschen beijdeGa naar voetnoot90) hebbe gedaen daer van en hebbe ik geen notitie gehouden maer tegenwoordig ben ik onder anderen besig met het examineren van verscheijden Saden, die jaerlijx tot nut van 't menschelijck geslagt gesaeijt werden, ende dese zal ik eerlang haer Hoog Ed: laten toecomenGa naar voetnoot91). | ||||||||||||||
latter Substance is by far not so hard as the first-made Bone, so that the Blood- and other vessels, from which the Tooth is made, perish completely; and then when, the first tooth comes to have new Bone growing around it, new bloodvessels will also be formed at the same time therein, those being located in the cavities of the last-made Bone, which new, or last-made Bloodvessels are formed, in the Tooth of a Horse, in Four distinct placesGa naar voetnoot46). I have furthermore occupied myself, during the past Winter, with preparing something of which I might avail myself in theGa naar margenoot+ future; I have not made any notes of the Observations which I made thereof in the mean time; but at present I am engaged in examining several Seeds that are sown annually for the benefit of the human race, and I will in due course despatch the same to Your HonoursGa naar voetnoot47). | ||||||||||||||
Ick hadde de Teickenaer (die te gelijk een plaetsnijder is) belast datGa naar voetnoot92) nevengaende fig: curieusGa naar voetnoot93) soude teickenen, waer op hij mij versogt datGa naar voetnoot94) deselve int Coper mogte snijden, om dat die niet wel met root krijt te teickenen waren, en dit is dan de Oorsaeck, waerom ik een afdruksel daer van oversende, hier mede afbreeckende sal ik onder des blijven
HoogEdele HeerenGa naar voetnoot95)
Haer HoogEdelen alderonderdanigsten Dienaer
Antoni van Leeuwenhoek. | ||||||||||||||
I had ordered the Draughtsman (who is also an engraver) to draw the accompanying fig: most accurately, whereupon he requested me to allow him to cut the same in copper, because they were not easy to draw in red crayon; and this, then, is the reason why I am sending a print of the same; meanwhile breaking off here, I beg to remain,
Very Noble Sirs,
Your Honours' most humble Servant
Antoni van Leeuwenhoek. |
|