Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7

2535. 1636 april 3. Van N. van Reigersberch⁶.

Mijn Heere,

Desen naermiddach heb ick over Amsterdam ontfangen die van den 21 Maert⁷.

De hoop tot het recouvrement van het fort van Schenck⁸ meerdert dagelijx. Van desen morgen sijn brieven gecommen van de gedeputeerde, die bij graeff Willem⁹ sijn, medebrengende, dat, bijaldien men haer in geen faute van gelt en laet, sij meenen de wercken eerlangc in sulcken staet te helpen, dat geen secours sal wesen te vresen, ende is noch vandage nieuwe provisie van gelt gesonden. Tsestych, tseventych compangiën te voet hebben oock patenten naer Nimwegen tot renforcement, off den viant, die noch vergaderynge maeckt, yet wilde tenteren. Het fort ofte veeleer de redoute Ferdinando, bij den viant bewaert met 110 mannen, is de vive force geëmporteert door twee hondert van de onse. Van beyde sijden is wel gevochten, den commandeur à coup de pique doorsteecken, sijn lieutenant¹⁰ dodelijck gequest, van de 110 sijnder tsestych doot gebleven.

Een Zeus oorlochschip convoyerende thien coopvaerders heeft tegens eenyge Dunckerckse fregatten mannelijck gevochten, een, soo men seyt, in de gront geschoten, al sijne schepen in salvo gebracht.

6 Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., 7 M 1. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 2523; vermoedelijk tesamen met nos. 2543, 2547, 2553 en 2562 beantw. d. no. 2575. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 264.

7 No. 2523.

8 Betreffende Schenkenschans zie VI no. 2241, p. 175 n. 1.

9 Willem, graaf van Nassau-Siegen (1592-1642), bevelhebber in Staatse dienst.

10 Hun namen zijn mij niet bekend. Het fort werd in de nacht van 29 op 30 maart door graaf Willem veroverd; de bezetting werd gevormd door een compagnie uit het regiment van Ernst Christoph von Rietberg, graaf van Oost-Friesland, graaf van Embden.

[p. 62]

Aelianus¹, die bij Arcesilaus² naer Valerius³ heeft gewacht, is nu hier gecommen, alsoo den man van⁴ Sophi⁵ doet sieck bliift, heeft⁶ Iraeneus⁷ Iovinianus⁸ gepersuadeert⁹ op Constans' gesel¹⁰ te deincken ende hem bij Cimon¹¹ te helpen. Soo Julianus' man¹² dat¹³ niet goet vint, mach hij sien, off Xenocrates¹⁴ Irenaeus¹⁵ de Aertbesien¹⁶ smaeckelijck soude connen maecken.

Eenyge van Aristoteles'¹⁷ volck sullen Manlius¹⁸ bij Vindex¹⁹ willen houden; dat en is Gracchi²⁰ intentie niet. Soo Fabius²¹ lust hadde, meene, hij Latou²² soude connen eeten; Calaber²³ sage dat garen.

Dat Philemon²⁴ door Cimon²⁵ bij Simonides²⁶ geraecke, heeft geen of weynych apparentie.

Van den hartoch van Lenenburch²⁷ is mij de goede opinie van nieuws geconfirmeert. Engelant consenteert aen de croon Sweden lichtynge van vijff regimenten. In Sweden was voor de heer rijxcancelier²⁸ een groot secours gereet om over te scepen, wel, soo men seyt, van 15000 man. Den generael Bannier²⁹ was van de Sael naer Maechdenburg geweecken ende de Saxische waren over de Sael gecomen

1 Petter Spiring Silvercrona; zie over hem V, p. 304 n. 3.

2 Codenaam voor Den Haag; Grotius heeft er ‘Den H.’ boven geschreven.

3 De Zweedse gezant in Den Haag, Ludwig Camerarius; Grotius heeft erboven geschreven: Cam.

4 De woorden: ‘den man van’ staan in de tekst in cijfercode: 332. 929. 213. met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.

5 Codenaam voor Zweden; Grotius heeft erboven geschreven: Sweden.

6 De woorden: ‘doet ..... heeft’ in de tekst in cijfer: 10.73.75.77. 64.(=67).110.12.58. 83.109.54.26. 14.104.54.26. met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven. De man van Sophi is de Zweedse gezant Ludwig Camerarius.

7 Pseudoniem van Nicolaes van Reigersberch; Grotius heeft er ‘N. v. Reig.’ boven geschreven.

8 Pseudoniem van Nicolaes van Reigersberch.

9 In de tekst in cijfer: 9.74.64.72.66.76.81.70.10.104.66.77. met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.

10 Grotius zelf; hij heeft erboven geschreven: HdG. Constans is een pseudoniem van Maria van Reigersberch.

11 Codenaam voor Staten-Generaal; Grotius heeft er ‘St. Gen.’ boven geschreven.

12 Grotius. Julianus is een pseudoniem van Maria van Reigersberch.

13 De woorden: ‘man dat’ staan in de tekst in cijfer: 818. 778. met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.

14 De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna; Grotius heeft er ‘Rijcxc.’ boven geschreven.

15 Grotius heeft er ‘N. v. Reig.’ boven geschreven.

16 Codewoord voor Zweden; Grotius heeft erboven geschreven: Sweden.

17 Codewoord voor Holland.

18 Schuilnaam voor Adriaen Reyniersz. Pauw; zie no. 2505, p. 18 en n. 9 aldaar.

19 Codewoord voor Frankrijk.

20 Schuilnaam voor Frederik Hendrik.

21 Schuilnaam voor Simon van Beaumont.

22 Codewoord voor Frankrijk; Grotius heeft er ‘Vr.’ boven geschreven.

23 Schuilnaam voor Frederik Hendrik; Grotius heeft erboven geschreven: ‘Pr. v. Or.’.

24 Codenaam voor Zweden; Grotius heeft er ‘Sweden’ boven geschreven.

25 Codenaam voor Staten-Generaal; Grotius heeft erboven geschreven: ‘St. Gen.’.

26 Codewoord voor geld; Grotius heeft er ‘gelt’ boven geschreven.

27 Georg, hertog van Braunschweig-Lüneburg.

28 Axel Oxenstierna.

29 De Zweedse maarschalk Johan Gustavsson Banér.

[p. 63]

overvallen hebbende twee regimenten ende vijfthien standaerts becommen. Lisle¹, die in aentocht was naer Westphalen, soude hem weder naer Banner hebben gevoucht om de Saxische te besoucken. Ian de Waert² domineert noch ontrent Luyck, ende loopt die stadt peryckel van in des keysers ofte biscops van Ceulen³ handen te commen.

Caesar⁴ sal ick binnen een dach twee, drie de pretensiën overgeven ende voorts aenhouden.

Recommandere mij aen de bekende.

Desen 3 April, des avonts ten 10 uyren, 1636.

1 De Schot Alexander Leslie, later graaf van Leven; zie V, p. 420 n. 2.

2 Johan van Werth, ruiteroverste in dienst van keizer Ferdinand II.

3 Ferdinand van Beieren; zie IV, p. 300 n. 1.

4 Codenaam voor Rotterdam; het betreft de pogingen door Grotius en namens hem ondernomen om zijn achterstallige salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.

Adres: Mevrouw Mevrouw De Groot.

In dorso schreef Grotius: 3 April 1636 N. Reig.