Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten
(1997)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdElisabet & Zachariaszijn de ouders van »Johannes de Doper. Zij stamden beiden uit de priesterlijke familie van Aäron. Het echtpaar was al op leeftijd toen hun de geboorte van een zoon werd aangezegd door de engel »Gabriël tijdens een tempeldienst van de priester Zacharias in bewoordingen vol oude, messiaanse ideeën. Omdat Zacharias eraan twijfelde, werd hem de spraak ontnomen tot aan de geboorte. Met gebaren maakte hij het buiten de tempel wachtende volk kenbaar wat hem overkomen was. Tijdens haar daaropvolgende zwangerschap werd zijn vrouw Elisabet bezocht door Maria, de moeder van Jezus, die haar groet beantwoordde met een lofzang, het Magnificat. Toen men na de bevalling Zacharias bij de besnijdenis vroeg naar de naam van het kind, schreef hij Johannes op. Daarop verlost van zijn stomheid zong ook hij een loflied, het Benedictus (Luc. 1). Een toevoeging aan het apocriefe Proto-evangelie van Jakobus (voor 200) vertelt over Elisabets vlucht met haar kind naar de woestijn toen »Herodes de kinderen van Betlehem wilde doden en soldaten op haar afstuurde, voor wie zij zich verborg in een berg die zich voor haar had geopend. Voorts wordt verhaald van de moord op Zacharias in de tempel door Herodes' soldaten (herhaald in fragmenten uit een andere bron, de Apocalyps van Zacharias 3e/4e eeuw; grotendeels verloren gegaan). Deze mededeling berust op een verwarring met de dood van een andere profeet, Zacharia (Mat. 23,35).
De vruchtbare onvruchtbaarheid van de ouders van Johannes de Doper is een uitdrukking van een ook in het Oude Testament voorkomende topos om aan te duiden dat God op een bijzondere manier betrokken is bij de geboorte van dit kind, dat de voorloper van de messias zou worden. Het loflied van Zacharias kreeg met het Magnificat van Maria, waaraan zijn psalm verwant is, en het Nunc dimittis van »Simeon (Luc. 2,25-32) een plaats in het koorgebed van de monniken en in het Romeins Brevier (in het morgen-officie, de lauden). Het tekent in oudtestamentische termen en beelden Gods grote heilsdaden en sluit af met de aanduiding van de rol van zijn pasgeboren zoon bij de komst van ‘de Heer’ (v. 76). Elisabet en Zacharias worden als heiligen vereerd, in het Westen op 5 november. In het Oosten, waar Johannes de Doper als engelgelijke beschouwd werd, kreeg zijn vader | |
[pagina 46]
| |
meerdere feestdagen. In het Westen werd vanaf de 14e eeuw het feest van het bezoek van Maria aan Elisabet (Maria Visitatie), onder franciscaanse invloed ontstaan, gevierd op 2 juli. Elisabet en Zacharias werden onder Jezus' verwanten afgebeeld in de talrijke voorstellingen van de Heilige Maagschap (»Anna & Joachim). Uiteraard komen zij vaak voor in cycli van het leven van Johannes de Doper (Ghirlandaio 1489-90 in de Santa Maria Novella te Florence en een reeks tapisserieën 16e eeuw, museum te Pau), op de illustraties bij het Lucas-evangelie in Evangeliaria (bijvoorbeeld miniaturen in een Karolingisch Evangeliarium 9e eeuw en in het Evangeliarium van Lorsch ca. 880) en in Vita Johannis van Domenico Cavalca van begin 14e eeuw. De afgebeelde scènes zijn: de aankondiging aan Zacharias in de tempel en zijn gesticuleren voor het volk, Elisabets ontvangenis (waarbij de oudjes elkaar omhelzen, vaak voor een bed), de begroeting van Maria en Elisabet (meest met Zacharias op de achtergrond), de geboorte van Johannes (naar analogie van de geboorte van Maria), de besnijdenis en naamgeving van Johannes (met een schrijvende Zacharias), en soms Elisabet met haar jongetje in de woestijn (cyclus op een Johannes-ikoon ca. 1500 in Fiesole). De aankondiging van Johannes' geboorte en de visitatie zijn ook afgebeeld in een zeer vroege Jeugd-van-Jezus-cyclus begin 5e eeuw op een ivoren reliekkastje uit Werden. Tot de taferelen met Elisabet en Zacharias, in cycli of zelfstandig, behoort de aankondiging van Johannes' geboorte: een 16e-eeuws ikoon in het Benaki Museum te Athene, op een grisaille eerste kwart 16e eeuw van Andrea del Sarto in Chiostro del Scalzo te Florence en een schilderij van Giselaer uit ca. 1625 in het Centraal Museum te Utrecht (een kerkinterieur waarop de scène secundair is). Een enkele maal treft men ook de ontvangenis aan, zoals een 15e-eeuws ikoon uit Novgorod, met het bed op de achtergrond. Vaker zien we de geboorte van Johannes: bijvoorbeeld een miniatuur in het 13e-eeuwse Tetra-Evangeliarium van het Johannesklooster op Patmos, middeleeuwse muurschilderingen in de Gabriël-kapel in de crypte te Canterbury, een miniatuur van de gebroeders Van Eyck in de Très belles heures du Duc de Berry 1380-1450, een schilderij van de Johannes-meester ca. 1495 of een 19e-eeuws Bulgaars ikoon in de kerk van Bansko. De naamgeving van Johannes werd weergegeven door Fra Angelico ca. 1450 op een fresco in de San Marco te Florence en door Andrea Pisano op een paneel 1336 aan de bronzen deuren van het baptisterium te Florence. Het favoriete tafereel was - onder invloed van de invoering van het feest - de visitatie. De vroegste afbeeldingen, afgezien van het kastje uit Werden, bevinden zich op een sarcofaag 5e eeuw in Braccioforte te Ravenna en op een mozaïek ca. 540 in de Santa Euphrasiana te Parenzo. Deze visitatie ontwikkelde zich in en na de middeleeuwen iconografisch van een touchering van Maria door Elisabet (mozaïek 6e eeuw, dom te Parenzo; nog bij Rubens op het linker luik van de Kruisafneming 1611-14 in de kathedraal te Antwerpen) tot een omhelzing op talloze afbeeldingen: diptiek van Genoels-Elderen ca. 780 in de Kon. Musea voor Schone Kunsten te Brussel, een fresco ca. 1050 in de kapel van Joachim en Anna van de Aya Sophia te Kiev, een kapiteel in het kloosterpand van Santa Maria de l'Estany en een zeer bijzondere altaarretabel uit Lluca (beide Catalonië, 12e eeuw), een paneel ca. 1173 op de bronzen deuren aan de Porta San Rainero van de dom te Pisa van de hand van de gebroeders Bonanus en Wilhelmus, en Dürers houtsnede uit 1503 (opgenomen in Marienleben) of Rembrandts doek uit 1640. Niet ongebruikelijk was de begroeting op enige afstand: reliëf 12e eeuw portaal van de Saint-Pierre te Moissac en op de altaarkastdeur uit 1399, toegeschreven aan Melchior Broederlam. Ook kwam een handdruk van de beide vrouwen voor, zoals bij Piero di Cosimo paneel ca. 1500, of de knieval van Elisabet voor Maria bij Yañez schilderij 1507 | |
[pagina 47]
| |
Bezoek van Maria aan Elisabet. Detail van het ‘frontál’ (voorzijde van een houten, Catalaans altaar) uit de kerk van Lluça, begin van de 13e eeuw. Museo de Arte de Cataluña, Barcelona.
in de kathedraal te Valencia. In de 15e eeuw werden soms bij de visitatie de kinderen, Jezus en Johannes, in de zwangere schoot van de beide vrouwen getekend zoals op een 14e-eeuws paneel van de Meester van Neseni Krzische aan het altaar van Vissi Brod (Tsjechoslowakije), maar ook hoog in haar borstkas zoals op een tapijt ca. 1400 uit de Oberrhein en een paneel ca. 1450 uit de school van Witz (met ‘raadsbesluit van de Heilige Drievuldigheid’: Maria en Elisabet naast de »Drieëenheid). Soms zweven de kindertjes voor de vrouwen, zoals op een paneel ca. 1511 van Altdorfer. Op het visitatiepaneel ca. 1410 van het Rijnlands altaar in het Catharijneconvent te Utrecht ziet men de beroemde zonen terwijl zij elkaar begroeten, in kleine stralenkransen op de bolle buiken van de moeders (naar Luc. 1,44). Moderne werken tonen eigen opvattingen, zoals een houtsnede van Käthe Kollwitz 1918, een sculptuur van Andriessen 1950, het schilderij van Frenken 1956 of het weinig conventionele, grote raam 1953 van Oberberger in de dom van Augsburg, met een combinatie van een Boom van Jesse en de visitatie. Het apocriefe tafereel van Elisabets vlucht naar de woestijn - in een woest landschap, vol achtervolgers - komt vooral voor in het Oosten: onder meer een ikoon 11e eeuw in het Catharinaklooster op de Sinaï en een mozaïek ca. 1310 in Karije Djami te Istanbul; in het Westen bij de Meester van de Johannes-panelen ca. 1480 in Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam. Op een fresco ca. 705 in de Santa Maria Antiqua te Rome staat Elisabet met Johannes in de armen samen met Anna, die Maria als kind draagt, naast een tronende »Maria-‘Nikopoia’. De afbeelding is uniek. Men heeft hier Alexandrijnse invloed vermoed en aan verchristelijkte vruchtbaarheidsideeën gedacht - niet onmogelijk tegen deze Egyptische achtergrond - en men ziet in dit schema een vroege voorloper van veel latere Sint-Anna-te-Drieën-composities. Elisabet werd slechts sporadisch alleen uitgebeeld: een me- | |
[pagina 48]
| |
daillon ca. 1100 aan de Pala d' Oro in de San Marco te Venetië, meerdere malen als (oude!) moeder van Johannes de Doper in het idyllische tafereel van de ontmoeting van Maria en Elisabet en hun kinderen (Murillo ca. 1670). De vroegste afbeelding van Zacharias bevindt zich op een paneel ca. 340 aan de houten deuren van de Santa Sabina in Rome. Daarop staat hij samen met de engel voor de tempel tegenover het volk, dat op hem wijst. Op een olie-ampul - Palestijns pelgrimssouvenir - ca. 600 uit de crypte van de Columbanus-kerk te Bobbio zijn een verheerlijkte Jezus met Maria, Johannes de Doper en Zacharias afgebeeld. Meestal werd Zacharias in de middeleeuwse Johannes-cycli voorgesteld als een oude, soms kalende man met lange baard (16e-eeuwse reliëfs aan het zilveren altaar in de Opera del Duomo te Florence). Afzonderlijke scènes zijn zeldzaam. Men ziet de boodschap van de engel op een miniatuur ca. 800 in een Evangeliarium uit de hofschool van Karel de Grote en op een schilderij ca. 1640 van Francesco Guarini in de San Michele te Solofre, zijn ontmoeting met het volk op een miniatuur ca. 1100 in het Ildefonsus-handschrift, en zijn marteldood op een miniatuur ca. 990 in het Menologium (gebedenboek) van keizer Basilius ii. Uiteraard komt Zacharias voor op afbeeldingen van de Heilige Maagschap (De Clerck, schilderij 1590 in de Kapellekerk te Brussel). Als afzonderlijke figuur werd Zacharias in de middeleeuwen voorgesteld als een Latijnse priester met wierookvat bij een altaar (beeld ca. 1290 in de dom te Meiszen) of met Elisabet (Kulmbach 1510); in de nieuwere tijd in Zuid-Duitsland als oudtestamentisch priester, herkenbaar aan mijter en efod (Ex. 28), zoals het beeld uit 1749 van Feuchtmayer op het hoogaltaar van de kloosterkerk te Birnau, samen met Elisabet, en als een oudere man met grijze baard te midden van oud-testamentische profeten op een fresco ca. 1330 in het klooster te Gratsjanica (Joegoslavië). Florisoone 1928; Urbach 1964. |
|