Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdperifraseEtym: Gr. peri-frazein = rondom iets spreken, om-schrijven. De perifrase is een stijlfiguur waarbij men een omschrijving i.p.v. het eigenlijke woord geeft. Synoniem: circumlocutio (Lat. uit circum-loqui = rondom iets spreken; vandaar: om-schrijving). Het is een van de begrippen die vallen onder de term betekenisfiguur. Een voorbeeld is te vinden bij J. van den Vondel. In plaats van ‘zoals de boer de gouden aren ploegt’ schrijft Vondel: Gelijck nu d’ackerman de zeissen slaet in d’airen, Types van perifrase zijn o.m. de antonomasie en het adynaton. Een antonomasia-1 (Gr. het noemen in de plaats van) geeft een omschrijving van iemands naam (bijv. de vader van goden en mensen i.p.v. Zeus of Jupiter). Een adynaton (Gr. a-dynatos = on-mogelijk) is een hyperbolische omschrijving (hyperbool) van het begrip ‘nooit’ door een volgens de natuurwetten onmogelijke gebeurtenis (bijv. 'nog eerder komt een kameel door het oog van een naald'). Ook de kenning in de Oudgermaanse poëzie heeft een perifrastisch karakter. Sommigen beschouwen ook de antoniem wel als een vorm van perifrase en in ruimere zin vallen ook het pleonasme en de tautologie er onder. De perifrase kan allerlei functies hebben, bijv. humoristische, eufemistische (eufemisme) of verbeeldend-poëtische. In oudere opvattingen over poëtisch taalgebruik diende het vaak om ‘lage’ of ‘triviale’ woorden uit de tekst te weren. De perifrase is niet te verwarren met de parafrase. Lit: M. Gerritsen, 'Divergent wordorder development in Germanic languages' in J. Frisiak (red.), Historical syntax (1984), p. 107-135 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 6 (2003), kol. 765-771.
|