Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdantonomasia-1Etym: Gr. anti-onoma(zein) = het noemen in de plaats van. Eén van de tropen (troop-1), nl. het vervangen van een eigennaam door een omschrijvende soortnaam, gebaseerd op contigu verband; een soort perifrase of synecdoche dus. Zo noemt men Vondel wel ‘de prins der dichters’, spreekt men over Antonides van der Goes als ‘de dichter van De Ystroom’ en over Zeus als ‘de vader van goden en mensen’. Zie ook antonomasia-2. De term maakt onderdeel uit van een groep stijlfiguren die wordt aangeduid als betekenisfiguur. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 753-754 S. Leroy, De l'identification à la categorisation: l'antonomase du nom propre en francais (2004).
|