Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdantonomasia-2Etym: Gr. anti-onoma(zein) = het noemen in de plaats van. G.J. Vossius heeft de term antonomasia ook gebruikt voor het vervangen van een apellatief door een eigennaam, dus het omgekeerde van antonomasia-1. De eigennaam moet wel toebehoren aan een algemeen bekend persoon uit de geschiedenis of mythologie, zoals ‘een droogstoppel’ (figuur uit de Max Havelaar van Multatuli) voor ‘een saai en vervelend iemand’ of ‘een Xantippe’ (de vrouw van Socrates) voor ‘een feeks van een vrouw’. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 753-754 S. Leroy, De l'identification à la catégorisation: l'antonomase du nom propre en francais (2004) W. Van Langendonck, Theory and typology of proper names (2007) L. Vandelanotte, 'What's in a proper name?' in Babel. The language magazine 31 (2020), p. 20-24.
|