Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdhyperboolEtym: Gr. huperbolè = het verder gooien, over-drijving < huper-ballein = over iets werpen, over-treffen. Sterke overdrijving in de uitdrukking, vaak met komische of ironische intentie (humor), die de kracht van het gezegde wil verhogen. De hyperbool is het tegenovergestelde van het understatement. In tegenstelling tot de litotes wordt emfase bereikt zonder negatie in de formulering. Deze stijlfiguur maakt deel uit van een groep figuren die wordt aangeduid met de termen betekenisfiguur of gedachtefiguur (gedachtefiguren). In de retoriek was de hyperbool als stijlfiguur bedoeld om op pathetische wijze het publiek voor zijn mening te winnen; in de poëzie om met sterke gevoelsaandrang bepaalde voorstellingen aanschouwelijk te maken. De kracht van deze figuur kan afslijten door veelvuldig gebruik in de omgangstaal, waardoor een cliché (cliché-1) kan ontstaan, maar dit laatste kan op zijn beurt met ironische bedoeling aangewend worden. Bijv. bliksemsnel, een zee van tranen, ijzersterk, ontzettend mooi, ze lopen sneller dan de wind, enz. In het gedicht ‘De leeuw’ van de Schoolmeester, waarvan we de aanhef citeren, dient de overdrijving een humoristische functie (cursivering van ons): Een leeuw is eigentlijk iemand, Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 4 (1998), kol. 115-122 Cl. Claridge, Hyperbole in English. A corpus-based study of exaggeration (2010) S. Adamson, G. Alexander & K. Ettenhuber (red.), Renaissance figures of speech (2007), p. 197-213.
|