Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdlitotesEtym: Gr. eenvoud < litos = glad, sober. Stijlfiguur – ook wel aangeduid met de Latijnse term extenuatio (= verdunning, verkleining) – waarbij men schijnbaar iets verkleint of afzwakt om de zaak te bevestigen of te beklemtonen. Een voorbeeld, dat ook de verwantschap met het understatement en het eufemisme illustreert: ‘hij zag er niet netjes uit na dat ongeval’ i.p.v. ‘hij zag er verschrikkelijk uit’. In zijn standaardvorm benadrukt de litotes iets door de ontkenning van het tegendeel ervan. Dit fenomeen, dat ook de aandacht van taalkundigen en filosofen heeft getrokken, is alomtegenwoordig in de dagelijkse taal, zoals blijkt uit een aantal vaste uitdrukkingen als ‘niet kwaad’ (voor ‘bijzonder goed’), ‘niet grappig’ (voor ‘bijzonder onaangenaam’), ‘er niet vies van zijn’ (voor ‘heel graag hebben’), enz. Vaak gebruikt de litotes een dubbele ontkenning om het effect ervan te versterken. Bijv. ‘het zou niet ongepast zijn’ (voor ‘wenselijk’) en ‘het is niet ongebruikelijk’ (voor ‘heel normaal’). De litotes is tegengesteld aan de hyperbool (‘geweldig’ om iets normaals te beschrijven). In beide gevallen is er een disproportie tussen de beschrijving en het beschrevene, maar wel in omgekeerde zin: de litotes zegt te weinig, de hyperbool te veel. Het is telkens deze anomalie die de aandacht trekt op het gezegde. Ook in het verwante geval van de ironie bestaat zo’n disproportie, maar hier neemt deze wel eens de vorm aan van een scherpe tegenstelling (‘geweldig’ om, eventueel met een zeker sarcasme, een totale mislukking te beschrijven). Bij de litotes kan de tegenstelling minder uitgesproken zijn: ‘niet geweldig’ om het idee van een gebrek aan succes op te roepen eerder dan van een compleet debacle. Maar dit is een kwestie van gradatie. Zo kan een zin als ‘het is niet onwaarschijnlijk dat [enz.]’ interpretaties oproepen die variëren van ‘vrij waarschijnlijk’ tot ‘erg waarschijnlijk’. Dit geeft het procedé een vage suggestiviteit die de spreker of schrijver goed kan uitkomen. Zoals bij de ironie zal de interpretator van de litotes rekening houden met de context, met de vermoede intenties van de spreker en met bepaalde signalen in de uiting. ‘Dit was geen haute cuisine’ kan aldus een litotes zijn (‘de maaltijd leek nergens naar’) of een letterlijk te begrijpen mededeling (‘het was een bescheiden maar eerlijke maaltijd’). In sommige gevallen blijft er bedoeld of onbedoeld twijfel of ambiguïteit bestaan over de juiste betekenis. Een vaak geciteerd literair voorbeeld van litotes is ‘Va, je ne te hais point’ (Ga, ik haat je geenszins) in Le Cid van Corneille (v. 3.4.963), waarmee Chimène Rodrigue doet begrijpen dat ze nog veel van hem houdt, hoewel hij haar vader gedood heeft. De lezer of toeschouwer begrijpt dat ‘niet haten’ hier ‘houden van’ betekent en ook dat Chimène haar liefde alleen op deze indirecte wijze kan uitdrukken. Behalve ironische nadruk en maskering kan de litotes nog andere functies vervullen: bijv. valse of echte bescheidenheid (‘mijn eerste roman was geen mislukking’), wetenschappelijke voorzichtigheid (‘onze onderzoekshypothese was niet oncontroversieel’) of eufemistische beleefdheid (‘de sopraan was niet echt toonvast’). Lit: Lit: W. Berg, Uneigentliches Sprechen: zur Pragmatik und Semantik von Metapher, Metonymie, Litotes und rhetorischer Frage (1978) M. Hoffmann, Negatio contrarii: a study of Latin litotes (1987) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 5 (2001), kol. 376-378 L. Neuhaus, Linguistik der Litotes im Deutschen. Syntax, Semantik und Pragmatik einer ‘nicht uninteressanten’ Redefigur (2019) T. Szczygłowska, ‘Litotes in English research articles: Disciplinary variation across life and social sciences’ in Linguistica Pragensia 30 (2020), p. 51-70.
|