Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdontknopingBenaming – naar het Franse synoniem dénouement (Fr. dé-nouer = ont-knopen) – voor de manier waarop, of het tekstgedeelte waarin, het handelingsverloop van een tragedie, komedie, ook roman, enz. vanaf de centrale crisis verder ont-wikkeld of af-gewikkeld wordt naar het einde toe. De verhaallijnen die worden verknoopt in de uitbouw van het conflict, wat tot een spanningspiek leidt in de crisis, worden geleidelijk weer ‘ontknoopt’. Deze neergaande beweging kent natuurlijk geen rechtlijnig verloop: nieuwe ontwikkelingen en spanningsmomenten kunnen de ontknoping van het verhaal nog sterk compliceren. Daarom gebruikt men de term soms in wat engere zin, nl. om alleen de allerlaatste fase van het verhaal aan te geven, waarin, al dan niet in overeenstemming met de verwachtingen van kijker of lezer, het ‘laatste woord’ gezegd wordt over de ware toedracht der gebeurtenissen, over de feitelijke karakters der personages, over hun uiteindelijk lot, enz. Vaak bestaat de ontknoping uit het vinden van feiten die tot dan toe aan de hoofdpersoon (en de lezer of kijker) onbekend waren. De ontknoping maakt deel uit van de plot; men zou kunnen zeggen dat de plot de voorwaarden schept voor de ontknoping. Tekstgenres die sterk van een ontknoping afhankelijk zijn, zijn de detectiveroman en de thriller. Niet altijd vormt de ontknoping tevens het slot van het verhaal of het toneelstuk. Soms volgen nog andere delen, zoals de epiloog. Zie ook peripetie. De term ontknoping is neutraler dan de voor de tragedie veel gebruikte term catastrofe. Lit: C. Piau-Gillot, Le dénouement romanesque du XIIe au XVIIIe siècle (1995).
|