Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcatastrofeEtym: Gr. wending, omkering < kata-strefein = omlaag-keren. Aanduiding voor dat deel van het drama waarin de omkering van de handeling plaats vindt na de climax-2 en die zal leiden tot de peripetie, de beslissende wending die uitloopt op de ondergang of de uiteindelijke verzoening. De catastrofe betekent in de klassieke tragedie de ondergang van de held (protagonist). De catastrofe vormt een vast deel van de klassieke tragedie, die begint met de expositie in het eerste bedrijf, gevolgd door de intrige in het tweede en de climax in het derde. Op het hoogtepunt van de spanning volgt als wending de catastrofe in het vierde en tenslotte de peripetie in het vijfde bedrijf waarin het drama zijn afwikkeling krijgt. In Vondels Gijsbreght van Aemstel (1637) bijv. valt de catastrofe in het vierde bedrijf, wanneer de stad Amsterdam zo goed als gevallen is en een heraut de burcht komt opeisen. Ook in het moderne drama wordt de ondergang van de held(en) een catastrofe genoemd, maar dan is het geen typisch structureel element meer, zoals in de klassieke tragedie. Lit: B. Verhagen, Dramaturgie (19632) C. Leech, Tragedy (1969; reprint 1977) H.D. Gelfert, Die Tragödie: Theorie und Geschichte (1995) J. Konst, Fortuna, Fatum en Providentia Dei in de Nederlandse tragedie 1600-1720 (2003) B. Bushnell, A companion to tragedy (2005).
|
|