Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdintrigeEtym: Lat. in-tricare = in verlegenheid brengen (< tricae = beslommeringen), verwikkelen. Handelingspatroon in een toneelstuk, meer in het bijzonder de causale aaneenschakeling van gebeurtenissen en uiterlijke handelingen (verwikkelingen, vergissingen, enz.) die naar de fatale ondergang van de protagonist (zoals in de tragedie) of naar een gelukkige ontknoping leiden (happy end(ing), zoals in de komedie). Men spreekt meer specifiek van intrige als de plot gebaseerd is op list, bedrog en misbruik van onwetendheid. Vaak zal een tekst die eenzijdig steunt op een gecompliceerde uiterlijke handelingsstructuur (zgn. intrigestuk, verwikkelingsblijspel of comédie d’intrigue), inboeten aan psychologische geloofwaardigheid, wat hij wint aan effecten. In ietwat engere zin kan men bij de analyse van het klassiek drama de intrige aanduiden als de tweede van de vijf fasen die men onderscheidt (expositie, intrige, climax-2, catastrofe en peripetie) en die vaak samenvallen met de vaste opeenvolging van de vijf bedrijven. De intrige is dan de fase waarin de verwikkeling gegeven wordt waar de belangrijkste personages zich in bevinden. In deze intrige wordt het gecompliceerde probleem getoond waarmee de personages te kampen hebben. De intrige is daarom in hoge mate bepalend voor de spanning in het drama. Bij uitbreiding wordt de term vaak gebruikt bij de analyse van verhalen. Hij wordt dan vrijwel synoniem van plot, zeker als deze laatste gekenmerkt wordt door complicaties en machinaties. Lit: B. Verhagen, Dramaturgie (19632) A. Simon, ‘Intrigue’ in Dictionnaire du théâtre français contemporain (1970) A.G. van Hamel, Zeventiende eeuwse opvattingen en theorieën over literatuur in Nederland (19732) A. Dieterle, Die Strukturelemente der Intrige in der griechisch-römischen Komödie (1980) P. Ricœur, Temps et récit I. L’intrigue et le récit historique (1991) Th. Rosenboom, Aanvallend spel: vier lezingen over schrijven (2002) E. Wright, Narrative, perception, language and faith (2005) V. Shklovsky (vert. S. Avagyan), Energy of delusion: a book on plot (2007).
|