Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdOosterse romanOosterse of Byzantijnse roman is de verzamelnaam voor die middeleeuwse (hoofse) romans (hoofse literatuur) uit de tweede helft van de 12de en uit de 13de eeuw die ofwel hun stof (materie) voor een deel ontlenen aan de Arabische literatuur dan wel zich (grotendeels) in de Oriënt afspelen. Ze ontstonden onder invloed van de kruistochten, die de Oosterse cultuur en levenswijze in het Westen bekend maakten. Als belangrijkste representant van de Oosterse roman noemt men de rond 1275 door Diederic van Assenede uit het Oudfrans vertaalde Floris ende Blancefloer (ed. Mak, 19804). Tegenwoordig neigt men ertoe dit werk te classificeren als (hoofse) Karelepiek: Floris en Blancefloer zijn immers de grootouders van Karel de Grote, zoals vermeld wordt in de epiloog (vs. 3959-3967). In de Oudfranse Floire et Blancheflor (ca. 1160) wordt dit feit echter nadrukkelijk in de proloog meegedeeld. Van de Oosterse roman als aparte groep blijft dan verder weinig over, omdat de overige romans gemakkelijk ondergebracht kunnen worden in andere groepen: de kruisvaartroman (bijv. Hughe van Bordeus, Seghelijn van Jherusalem, ed. Claassens, 1993) en de Alexanderroman (Jacob van Maerlants Alexanders Geesten, ed. Franck, 1882). Lit: G.M.H. Claassens, De Middelnederlandse kruisvaartromans (1993) L.J. Engels, ‘Alexander de Grote’ in W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot Zwaanridder, Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst (1993), p. 19-30.
|
|