Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkruisvaartromanVerzamelnaam voor de middeleeuwse ridderromans waarin de kruisvaart naar het Heilig Land het centrale onderwerp is en historische gebeurtenissen en personages de hoofdrol spelen. In de middeleeuwen werd de kruisvaartroman gezien als een apart stofcomplex naast genres als de Arthurepiek en de Karelepiek. Men onderscheidt binnen het genre twee epische cyclussen. De oudste teksten (‘Le Premier Cycle de la Croissade’), bijv. het Chanson d’Antioche en La Conquête de Jerusalem (beide 12de eeuw), leunen inhoudelijk sterk aan bij de Latijnse kruistochthistoriografie. In de latere teksten (‘Le Deuxième Cycle de la Croissade’) wordt deze nauwe band met de geschiedenis steeds losser, bijv. in Baudouin de Sebourc (vroege 14de eeuw), en nemen de overeenkomsten met de Oosterse roman steeds meer toe. Deze van oorsprong Franse teksten zijn deels ook in het Middelnederlands vertaald. De Middelnederlandse kruisvaartromans zijn als berijmde teksten in handschriften slechts fragmentarisch bewaard gebleven, bijv. Godevaerts Kintshede en de Roman van Antiochië (ed. Claassens, 1993, p. 108-159). Alleen Dystorie van Saladine (ed. Serrure, 1848) is, in gedrukte vorm als incunabel, compleet overgeleverd in versvorm. Dit werk wordt in veel oudere literatuur vaak ten onrechte geïdentificeerd als Hein van Akens Van den coninc Saladijn ende van Hughen van Tabarien (ed. De Keyser, 1950), dat geen kruisvaartroman is, maar eerder een ‘ridderspiegel’ met de kruistochten als achtergrond. Ook de vaak als Oosterse romans gekenschetste romans Hughe van Bordeus, Seghelijn van Jherusalem (ed. Claassens, 1993) en de Alexanderroman Jacob van Maerlants Alexanders Geesten (ed. Franck, 1882) worden als kruisvaartromans aangemerkt. Lit: G.M.H. Claassens, De Middelnederlandse kruisvaartromans (1993).
|
|