Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkubismeEtym: Lat. cubus = dobbelsteen, kubus. Stroming in de beeldende kunst van de eerste decennia van de 20ste eeuw die behoort tot de historische avant-garde of het modernisme. Belangrijke vertegenwoordigers ervan zijn Pablo Picasso, Georges Braque, Juan Gris en Francis Picabia. Het kubisme streefde ernaar uit de werkelijkheid de grondvormen (bol, kegel, cilinder, kubus e.d.) af te leiden die als constructies of wetmatigheden die werkelijkheid lijken te beheersen. Verschillende gezichtspunten worden in het schilderij gelijktijdig gepresenteerd in geometrische abstracties waaraan de kleur ondergeschikt is gemaakt. Het kubisme tracht m.a.w. het absolute vast te leggen dat aan het individuele of diverse ten grondslag ligt. De stroming is principieel anti-individueel en collectivistisch gericht en kan dan ook beschouwd worden als een reactie op het individueel-estheticisme van het impressionisme en symbolisme. In Nederland heeft Theo van Doesburg het Franse kubisme de grondslag genoemd voor de avant-garde. Hij spreekt in De Stijl (1921) over neokubisme, waarmee hij het streven bedoelt naar abstractie en synthese. Die kunnen bereikt worden door het loslaten van het traditionele zinsverband en de nadruk op de afzonderlijke woorden en tevens door typografische experimenten en collagetechnieken. In de dichtkunst zijn pogingen daartoe ondernomen door G. Apollinaire, Chr. Morgenstern en K. Schwitters. Omdat het kubisme in de Nederlandstalige literatuur slechts een ondergeschikte rol heeft gespeeld en de term beter toepasbaar is op de beeldende kunst, worden de vergelijkbare literaire opvattingen van Van Ostaijen en Van Doesburg doorgaans onder het constructivisme ondergebracht. Sommige critici rekenen F. Bordewijks Blokken (1931) tot het kubisme. Die toeschrijving is nogal twijfelachtig en bovendien wordt het boek doorgaans tot de nieuwe zakelijkheid gerekend. Lit: H. Beurskens, ‘Kubisme en poëzie’ in Schrijven zonder stoel (1982), p. 7-18 F. Drijkoningen & J. Fontijn (red.), Historische avantgarde (1982), p. 215-270 (19913) Apollinaire over kunst (vert. J.P. van der Sterre, 1997) D. Cottington, Kubisme (vert. J. Dekker, 1999) M. Antliff & P. Leighten, Cubism and culture (2001) A. Hicken, Apollinaire, cubism and orphism (2002).
|
|