Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdfactorEtym: Lat. maker, vervaardiger < facere = maken. Factor (ook wel facteur, naar het Frans) was een benaming uit de tijd van de rederijkers voor degene die de literaire activiteiten in een rederijkerskamer leidde. Deze bezoldigde functie behelsde onder meer het schrijven van de teksten (ballade-2, refrein-2, spel van zinne) voor verschillende gelegenheden (blijde inkomst, landjuweel), het leiden van toneelspelen en soms het componeren van muziek. Bekende factors zijn Jan van den Berghe (De Violieren, Den Boeck), Matthijs de Castelein (Pax vobis, De Kersauwe), Jan van Dale (De Mariacrans, De violette), Eduard de Dene (De drie santinnen), Cornelis Everaert (De Heilige Geest) en Anthonis de Roovere (De Heilige Geest).
Titelpagina van Matthijs de Casteleins De const van Rhetoriken (1555) die hij schreef als factor van de kamers Pax Vobis en Kersauwe. [bron: B.A.M. Ramakers, Spelen en figuren (1996), p. 128].
Lit: D. Coigneau, ‘Rederijkersliteratuur’ in M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening (1984), p. 35-57 A. van Elslander, ‘Letterkundig leven in de Bourgondische tijd. De Rederijkers’ in Terugblik (1986), p. 9-25 B.A.M. Ramakers, Spelen en figuren: toneelkunst en processiecultuur in Oudenaarde tussen Middeleeuwen en Moderne Tijd (1996).
|
|