Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdexegeseEtym: Gr. uiteenzetting, verklaring < ex-hègeisthai = voorschrijven, uiteenzetten, verklaren. Verklaring van gezaghebbende teksten, vooral bijbel- en wetsteksten. In de literatuurwetenschap spreekt men veeleer van interpretatie. De termen exegese en hermeneutiek worden vaak door en voor elkaar gebruikt. Toch kan men stellen dat deze laatste doorgaans een algemener karakter heeft: exegese heeft betrekking op de uitlegging van specifieke passages in specifieke teksten, terwijl de hermeneutiek zich vaak ontwikkelt tot een bredere theorie van lezen en betekenistoekenning. In de Romeinse oudheid waren exegeten professionele, vaak officiële interpretatoren van dromen, orakelspreuken en voortekenen. Joodse schriftgeleerden gebruikten de exegese van het Oude Testament voornamelijk ter verklaring van wetten (zie ook Talmoed). De exegese is een praktijk die overigens reeds in de bijbel wordt vermeld; o.m. psalm 78 en Ezechiel 18 verwijzen naar een herlezing van de geschiedenis van Israël. Sindsdien onderwerpen zowel het judaïsme als het christendom de gewijde teksten aan een voortdurende herinterpretatie en actualisering. Deze opvatting van de exegese staat tegenover de idee dat de Schrift het Woord zelf van God is en altijd letterlijk moet worden genomen. De christelijke exegese begint met de discussie over de verhouding tussen het Oude en het Nieuwe Testament; hierbij richt de aandacht zich vooral op het feit dat elke gebeurtenis in het Oude Testament een voorafspiegeling is van een gebeurtenis in het Nieuwe Testament. Vanaf de 5de eeuw werd de allegorische uitleg van bijbelteksten vastgelegd in handboeken die tot ver in de renaissance grote invloed zouden hebben. Een tekst was op vier manieren te duiden (quator sensus scriptorum): met de letterlijke betekenis (sensus litteralis), de morele betekenis (sensus moralis), de allegorische betekenis (allegorese, sensus allegoricus) en de betekenis in het licht van uitersten (sensus anagogicus). Verschijningsvormen van exegese in middeleeuwse handschriften zijn glossen, commentaren en preken (preek) waarin een bijbeltekst verklaard wordt. De exegese van niet-bijbelse of juridische teksten komt in de late middeleeuwen tot ontwikkeling: kernprobleem bij de verklaring van klassieke auteurs als Homerus, Ovidius en Vergilius is de verhouding tussen de tekst en zijn verborgen betekenis (zin). De eigenlijke historisch-filologische exegese begint zich pas te ontwikkelen bij de humanisten; zie ook bijbelinterpretatie. Lit: Cl. Coulot, Exégèse et herméneutique: comment lire la Bible (1994) F. Nüssel (red.), Schriftauslegung (2014).
|