Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1820

Inhoudsopgave

Voorrede.

Almanak voor den jare 1820. Berekend op den meridiaan van Paramaribo.

Het souvereine huis der Nederlanden.

1o. Departement van het Publieke Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de Kolonien.

2o. Raad van Koophandel en Kolonien.

Hooge regering, kollegien, ambtenaren, kerkelijke-bedienden en verdere personen in publieke betrekking, met bijvoeging der namen van kooplieden, enz. in de kolonie Suriname. Gouverneur-generaal, Opper-Bevelhebber der Land- en Zeemagt,

Raad-fiscaal,

President van den Hove van Civiele Justitie,

Raad-controrolleur-generaal van Financien.

Het gouvernement,

Hof van policie.

Heemraadschappen.

Kommissaris van het gouvernement in het District Nickeri.

Kommissarissen tot de zaken der bevredigde boschnegers.

Kommissarissen bij het etablissement Voorzorg.

's Lands gemeene-weide.

Het Hof van Civile Justitie.

Kommissarissen van Kleine Zaken.

Exploiteuren.

Financiele ambtenaren.

Ontvanger der Kas tegen de Wegloopers en der Hoofdgelden.

Ontvanger der Modieke Lasten.

Ontvanger der Venduen en Vendumeester.

Ontvanger der Gemeene Weide.

Ontvanger der Kerkgeregtigheden.

Ontvanger der Vendu-geregtigheden.

Ontvanger der inkomende en uitgaande Regten.

Kommissarissen der nieuwe Wees-, Curatele en Onbeheerde Boedel-kamers.

Collegium medicum.

Geneeskundige faculteit.

Postulerende advocaten voor de Hoven.

Procureurs

Solliciteurs bij het Kollegie van Kleine Zaken.

Beëedigde translateurs.

Gezworen landmeters.

Stads-bouwmeester.

Havenmeester.

Waagmeester.

Brandwezen.

Militaire wezen.

Geneeskundig departement.

Kerkelijke bedienaars.

Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.

Landbouwkundig Genootschap in de Warappa-Kreek.

Vrij-metselaars Loge.

Liefhebberij-komedien.

Kollegien.

Statistische en commerciele tabellen.

Naamlijst der plantaadjen en gronden

Geschiedkundige beschrijving der kolonie Suriname.

Plaats-beschrijving zoo mede over de zeden en gewoonten van Suriname.

Schrijvers welke over de Kolonie Suriname geschreven hebben.

Plakkaten en ordonnantien. Belastingen. Kanon-gelden.

Ordinaire Hoofdgelden.

Extraordinaire hoofdgelden. Proclamatie.

Placaat.