vlugt te nemen tot eene provisionele verhooging van het temporair hoofdgeld.
Zoo is het, dat den Hove, na alles rijpelijk te hebben overwogen, heeft goedgevonden te arresteeren en vast te stellen, gelijk bij dezen wordt gearresteerd en vastgesteld:
Dat bij provisie en voor den tijd van één jaar voor temporair Hoofdgeld in plaats van één Gulden, zal worden betaald zes Gulden per hoofd, te weten, de eene helft in de Maand Februarij en de wederhelft in de maand Augustus van het aanstaande Jaar 1806, zullende het nochtans een ieder vrijstaan hetzelve in de Maand Februarij in eens te betalen. Wordende hiermede alle Inwooners van Paramaribo en alle anderen, die eenigen Slaaf of Slaven in eigendom bezitten, verpligt, omme in de Maand Januarij aanstaande ten Kantore van den Ontvanger der Kas tegen de wegloopers, onder presentatie, en des gerequireerd wordende, praestatie van Eede te fourneeren eene exacte Naamlijst van de kwantiteit hoofden zoo Blanken als Vrijlieden en Slaaven, waaruit huisgezin bestaat en die zij bezitten.
Gelijk ook mede op evengelijke wijze een ieder die eenige Slaaf of Slaven van afwezige Eigenaren, Administrateurs, gehouden en verpligt zal zijn daarvan in de maand Januarij opgave doen ten Comptoire van den Ontvanger der Cassa tegen de Wegloopers.
Zullende voorts alle Planters en Eigenaren van Hout of andere gronden, die hunne Plantagien zelfs besturen, ten Comptoire van de Cassa, tegens de Wegloopers, als ook de Directeuren en andere Bediendens van Plantagien en Gronden, in handen van de Planter of Administrateur in wiens dienst zij zijn, moeten doen geworden een exacte Naamlijst van alle zoo Blanken als Vrijlieden, welke op primo Januarij in dienst der Piantagie of Grond zijn geweest, en van de Slaven aan dezelve behooren, de deugdelijkheid van welke lijst hij presenteeren zal des gerequireerd zijnde, onder Eede te verklaren, en welke Lijsten door den Planter of Administrateur, voor het einde van de aanstaande maand Januarij, ten Comptoire van den Ontvan-