De stoomboot Apollo(ca. 1850)–Anoniem Stoomboot Apollo, De– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Voorberigt. Trouwbelofte. Het minnen. Lof des huwelijks. Zegenwensch. Het genot. Welkom aan tafel. [Komt, vrienden! opgeruimd van zinnen] Hulde. [Wiens hart voor 't reinst genoegen gloeit] [Komt, vat nog eens de glazen aan] Aan de wijn. Een kus. [Komt, vrienden! Komt een zang gewijd] [Waarde Bruîgom! lieve Bruidje!] [Nu, vrienden! komt de vreugd tot stand] [Vrienden! laat ons vrolijk zijn] [Zingt nu vrolijk, lieve vrinden!] [Wat is 't een troost in onze dagen] [Wie zag ooit vrolijk vriendenmaal] [Een voerman, jong van dagen] [Waar toch is men meer verheugd] [Die 't Huwlijk mint, die 't Huwlijk mint] [Wie is er, die, verblijd van geest] [Heft aan het hooge feestgezang] [Iö vivat!] [Hoe heilrijk bindt de Huwlijksband] [O vrienden! zingt nu overluid] [Wiens hart voor 't reinst genoegen gloeit] [Komt dan vrienden! aangeheven] [Komt, nu helder uit de borst] [De Bruîgom leev'! de Bruîgom leev'!] [Toen 't eerste Paar zich zaâm verbond] Afscheid van tafel. [Komt, Feestgenooten! stemt een lied] [Vat de vriendschaps cither aan] Welkom aan het dessert. [Tusschen wieg en kale kruin] [Aangevangen] Afscheid van het dessert. Afscheidslied. [Wel man! wat heb je me daer verzonnen] Amor. [Komt, vrienden! stellen we eens van zin] [Wie is het sieraad van dit feest? De Bruid.] [Bij harten, die van liefde blaken] Zilveren Bruiloftszangen. [Herinnert ge u dien stond zoo waard] [Wij juichen vrij, wij juichen blij] [Komt, Vriendenrei! komt zingt nu blij] [Zet de glazen aan den mond] [Bij 't galmen van de feestgezangen] [Bij het klinken der bokalen] [Komt harten en toonen nu zamen gepaard] [Lustig, o vrienden!] [De dag van 't heuglijk feest is daar] [Komt, Feestgenooten!] [Heft aan, heft aan, o vriendenschaar!] [Voor 't echt gelukkig huw'lijksleven] [Hoe zoet is 't daar de vriendschap woont] [U, waardig Echtpaar! voegt de vreugd]