[U, waardig Echtpaar! voegt de vreugd]
Wijze: De wereld is in rep en roer.
U, waardig Echtpaar! voegt de vreugd,
Reeds oogst gij, daar de kracht der jeugd
Nog praalt met voorjaarslover. bis.
Al vlood de tijd met rasschen spoed.
U liet hij welstand, kracht en gloed,
Wat ook zijn magt verover. bis.
Wij hooren 't vijf en twintig jaar,
Verzelt ge in zorg en vreugd elkaâr,
Naauw kan men dit gelooven; bis.
Doch 't geen allom te lezen staat,
Is onweêrlegbaar waar, al gaat
Het ons begrip te boven, bis.
Maar neen, niet slechts 't beschreven blad,
Getuigen spreken meer van dat,
Die gij hier aan kunt wijzen: bis.
Zij sieren uwen Bruiloftsdisch,
Terwijl hun juichtoon luid en frisch,
Mag U ter eere rijzen. bis.
Al spreidt ook menig vorstenkroon;
Een glans van keurgesteent ten toon,
Die de oogen kan verblinden: bis.
Toch praalt uw kroon met blijder glans,
Want paarlen, in een zilvren krans,
Moogt ge op uw Echtkoets vinden. bis.
Een vriendenrij opregt van zin,
Gevoelt uw vreugd en juicht er in,
En roemt het heilrijk heden; bis.
O moogt gij; na deez' blijden stond,
Steeds jublend in nw trouwverbond,
Met vreugd uw baan betreden. bis.
Geluk verzell' en kroon altijd,
Uw ouderliefde, uw zorg en vlijt,
Ziet steeds door liefde u loonen; bis.
En moog', na vijf en twintig jaar,
De liefde en vriendschap, waardig Paar!
Uw kruin met goud bekroonen. bis.
|
|