De stoomboot Apollo(ca. 1850)–Anoniem Stoomboot Apollo, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Bij harten, die van liefde blaken] Wijze: Bij mannen die van liefde blaken. Bij harten, die van liefde blaken, Is de Echt een balsem voor hun pijn, Kan grooter vreugd een sterv'ling smaken, Dan naar zijn wensch gepaard te zijn, De vreugd, de aardsche zaligheên, Is zekerlijk de liefde alleen. bis. De liefde tart de wreedste plagen, Geen leed valt haar te zwaar of zuur, Zij vlecht door 's menschen levensdagen, De reinste wellust der natuur. Welaan men zing den lof der trouw, Thans zijt gij beiden man en vrouw. bis. [pagina 36] [p. 36] Gelukkig Paar! door Hijmens banden Zoo heuglijk aan elkaâr gehecht, Voor altijd hebt ge uw regterhanden Voor 't altaar in elkaâr gelegd. Door 't reinst geluk, u thans bedeeld, Wordt aangenaam uw hart gestreeld. bis. Slijt zaâm een heilrijk Huwlijksleven, Niets deer aan uw gelukkig lot, Opdat ge u steeds moogt overgeven, Aan 't zielverrukkend mingenot. Welaan, men zing de lof der trouw, Thans zijt gij beiden man en vrouw, bis. Ik wensch u voorts, getrouwde luidjes! De vruchten van het trouwverbond, Een aantal lieve, jonge spruitjes, Die vrolijk leven en gezond. Want wat men ook daar tegen zegt, De kind'ren zijn de ziel der echt. bis. En als in deugd en goede zeden; Het kroost hun ouders evenaart; Den echt betreedt, dien zij betreden; Dan is hun heil veel achting waard. Welaan, men zing de los der trouw, Thans zijt gij beiden man en vrouw. bis. Vergaârde Vrienden! vult uw glazen, Ter eer van Bruidegom en Bruid, En drinkt ze, als ware drinkersbazen, Al juichend tot den bodem uit. Met zang en dans en vrolijkheid, Wordt 't jeugdig Paar naar bed geleid. bis. En verder nu - dat zijn hun zaken, Wij laten hen gerust begaan, Wij zullen ons nog wat vermaken, Wat daar gebeurt gaat ons niet aan. Welaan, men zing den lof der trouw, Thans zijt gij beiden man en vrouw. bis. Vorige Volgende