De stoomboot Apollo(ca. 1850)–Anoniem Stoomboot Apollo, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Heft aan, heft aan, o vriendenschaar!] Wijze: Hoe zoet is 't waar de vriendschap woont. Heft aan, heft aan, o vriendenschaar! Zingt met verheugden geest, Met mij het lied der vrolijkheid, Op 't plegtig Zilverfeest. Dat wij hier vieren blij te moê, Komt, brengen we onze hulde toe Aan dit zoo waardig Paar. Ja, vrolijk klopt ons hart dit uur, Om 't heil dat gij geniet, Thans hebt gij vijf en twintig jaar, In blijdschap en verdriet, In lief en leed, in zuur en zoet, Te zaam gedeeld, en de overvloed Verzelde u steeds alom. [pagina 45] [p. 45] Uw levenslente lacht u aan; De zomer prijkt zoo schoon, O, dat uw herfst- en wintertijd, Uw deugd en min ten loon, Uw tot uw jongsten stond verkwik, En zonder bange vrees of schrik, Gaat gij gerust uw pad. Dat elk dan nu den beker vull', Bij 't klinken der bokaal, Weêrgalmt de toon der dankbre vreugd, En rolle door deez' zaal. Bij onzen wensch, ‘blijf door den trouw, Nog lang vereend als man en vrouw!’ Drink men de glazen leêg. Blijft deelen in de gunst van God, Viert 't Gouden Feestgetij, Ziet van uw kroost en van hun min Veel vreugde, - vriendenrei! Nu deze wensch nog tot besluit, ‘'t Ga Zilvren Bruidegom en Bruid! U altoos wel, hoezee!’ Vorige Volgende