De stoomboot Apollo

[Voor 't echt gelukkig huw'lijksleven]

Wijze: Bij mannen die van liefde blaken.

Voor 't echt gelukkig huw'lijksleven;

Zijn hart en toon thans zaâm gepaard,

Het heil, dit Paar van God gegeven,

Vindt men maar zelden op deez' aard;

Komt wijden wij, Onz' zangen vrij

Dit Paar, op 't Zilver Jubeltij. bis.

Laat, Feestgenooten! laat uw vreugde,

Zich uiten in dit feest'lijk uur;

Den echt die staâg hun hart verheugde,

Doofd nooit hun eerste liefdevuur;

De God der min, Voert blij van zin,

Op nieuw hun Hymens tempel in. bis.

Ziet hoe de Bruîgom, opgetogen

Van vreugd; zijn lieve Bruid aanziet;

Ziet hoe uit Bruidjes minnende oogen

Steeds liefde voor haar Bruîgom schiet.

Als éénen ziel, Als éénen zin,

Gloeit nog hun hart van liefdemin. bis.

Omgeven door hun huwlijksloten,

Hier op dit plegtig feestonthaal,

Zien zij hun vreugd nog meer vergrooten,

Dat - het zij onze hartentaal,

Dat God, o Paar! Nog menig jaar,

U beiden voor hun welzijn spaar. bis.

[p. 46]

 

Uw heil wordt door de Feestgenooten,

 

Gedronken - en nog eens herhaalt,

 

Hun aller heil zal nog vergrooten,

 

 

 

Wanneer zij worden eens onthaalt,

 

Gelooft ons wis, en voor gewis, ) bis.

 

Aan uwen Gouden bruiloftsdisch. ) bis.