[De dag van 't heuglijk feest is daar]
Wijze: Wien Neêrlands bloed, enz.
De dag van 't heuglijk feest is daar,
De vreugd stemt luiden toon,
Ter eere van dit waardig Paar,
Gesierd met Zilvren kroon.
Hoog dan uw lied, o vriendental!
Zingt lustig, keer op keer,
Opdat uw vrolijk feestgeschal
Klinkt 't Zilverpaar ter eer. bis.
De Bruîgom, om zijn deugd geacht,
Als ook zijn waarde Bruid,
Zij onze heilwensch toegebragt,
Bij 't vrolijk maatgeluid;
Ja, zeker is bij 't gul onthaal,
Daar zij hier prijken andermaal
Als Bruid en Bruidegom. bis.
Hoe menig braaf en deugdzaam pand
En strekt tot vreugde van den band,
Hun dankbaar hart zij u gewijd,
Ziet hoe dat hart thans is verblijd,
En juicht in uwe vreugd. bis.
Leeft beiden lang, met heil bedeeld,
Vindt milde blijdschapsstof,
Dit heuglijk feest zij u een beeld,
Van 't huwlijks bloemenhof;
Treedt zaâm met opgeruimden geest,
En viert eenmaal het Gouden feest,
Zoo vrolijk als dit uur. bis.
O huwlijksmin! o hoogste vreugd,
Die 's menschen hart geniet,
O vriendschap! reine zielsgeneugt,
Vlegt mirth en palm tot zegekroon,
Deelt ons uw invloed meê,
Voor u weergalm de blijdste toon,
Bij 't algemeen hoezee! bis.
|
|