Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Weemoedstoonen uit de Geschiedenis van mijn Leven, of mijne Reis naar Curaçao, en vlugtige Beschouwingen van dat Ei-’, ‘land, gedurende mijn tienjarig verblijf op hetzelve. Door H.J. Abbring. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1834. In gr. 8vo. XII en 205 bl. f 1-80. Godsvrucht en Ongeloof, of de Afdwalingen der Rede, naar het Fransch van Gerard; aanmerkelijk bekort en voor Nederlandsche Lezers ingerigt. Geen Verdichtsel. In II Deelen. Te Leeuwarden, bij J.W. Brouwer. 1834. In gr. 8vo. Te zamen XXXVI en 731 bl. f 6-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834 | 1834 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Maurits van Werdenberg of de Vrijgeest, door H.J. Abbring. Te Groningen, bij W. Zuidema. 1832. In gr. 8vo.X en 408 bl. f 3-60.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834 | 1834 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Het Kerkhof buiten de Heerepoort te Groningen, of vlugtige, wijsgeerige, godsdienstige en zedekundige Beschouwingen van hetzelve. Door H.J. Abbring. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1833. In gr. 8vo. 15 Bl. f :-25.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835 | 1835 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Geron, of de Oude op den Berg. Een Boek voor Ingewijden, door H.J. Abbring. Iste Deel. Te Groningen, bij P.S. Barghoorn. In gr. 8vo. XXII en 304 bl. f 2-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839 | 1839 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Het Dal Kerah, of de Pelgrimsoogst, een Perziaansch Verhaal, of iets over godsdienstige en zedelijke onderwerpen, als: Gods Voorzienigheid, onsterfelijkheid, deugd, beproevingen enz., alsmede eenige vlugtige gedachten over de onderscheidene vormen van Bestuur, met name het Absolutismus of het wiliekeurig Gezag, de Aristocratische Regeringsvorm, de zuivere Volksregering en het Monarchaal-constitutioneel stelsel, met aanwijzing der voordeelen van de laatstgenoemde staatsinrigting, door H.J. Abbring, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. II Deelen. Te Groningen, bij C.M. van Bolhuis Hoitsema. In gr. 8vo. XXXI, 282 en 430 bl. f 6-20.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839 | 1839 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Fragmenten uit mijne Aanteekeningen; door H.J. Abbring, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Iste Deel. Te Groningen, bij J.H. Bolt. 1836. In gr. 8vo. 258 Bl. f 1-80. Keur van kleine Geschiedenissen en Verhalen; door denzelfden. 1ste Stukje. Te Utrecht, bij L.E. Bosch. 1838. In kl. 8vo. 145 Bl. f 1-25.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839 | 1839 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Lijkbus of de Graven, bevattende eenige beschouwingen over het leven, de wereld, enz.; door H.J. Abbring, gepensioneerd 1e Kapitein Ingenieur, Ridder der Orde van den Ned. Leeuw. Te Utrecht, bij J.G. Andriessen. 1841. In gr. 8vo. 40 bl. f : - 45.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841 | 1841 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Het Heelal, of beschouwing van den Sterrenhemel, tot opwekking van Godsdienstzin en Godsvereering; door H.J. Abbring, gepension. Eersten Kapit. Ingen., Ridder der Orde van den Ned. Leeuw. Te Amsterdam, bij J. van der Hey en Zoon. 1849. In gr. 8vo. 286 bl. f 1-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1851 | 1851 |