Alle de brieven. Deel 15: 1704-1707
(1999)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdKorte inhoud:Bevestiging van de ontvangst van een brief van de Royal Society. | |
Opmerkingen:De brief is een begeleidend schrijven bij een afschrift van een brief aan Magliabechi (Brief 256 van 12 maart 1705, in dit deel). | |
Letter No. 268
| |
Summary:Acknowledging the receipt of a letter from the Royal Society. | |
Remarks:The letter accompanies a copy of a letter to Magliabechi (Letter 256 of 12 March 1705, in this volume). | |
Delft desen 5e julij 1707
Aande Hoog Edele Heeren
Ik hebbe in Hare Hoog Edele Heeren seer aan genamen vanden 23e Meij 1707. gesien, dat mijne Brieven, vande welkeGa naar voetnoot2 aan de Hr Chamberlaijne hebbe geschrevenGa naar voetnoot3, Hare Hoog Edele Heeren hadden ontfangen, en laten Translateren en drukken inde TransactienGa naar voetnoot4, ende daar bij versekertGa naar voetnoot5, dat mijne Brieven, altijt aan genaam sijn, ende dat de Transactions sedert die ik laast hebbe ontfangenGa naar voetnoot6, mij toe gesonden sijn, ende al aan boort van een schip waren voor welke milde mede deelingeGa naar voetnoot7 ik ten hoogsten dankbaar ben. Ik hebbe in gedagten geweest, dat ik met de laaste schepen, die van de Rivier van London in ons land sijn gearriveert, deselve soude bekomen hebben, en sulks niet sijnde, sal ik die met verlangen te gemoet sienGa naar voetnoot8. Hier nevens gaat een uijttreksel vande Brief aan Magliabechi geschrevenGa naar voetnoot9, die van de peerlGa naar voetnoot10 sal ik int kortGa naar voetnoot11 laten volgen, en onder des blijvenGa naar voetnoot12
Hare Hoog Edele Heere Onderdanige Dienaar
| |
Delft, the 5th of July 1707.
To the Very Noble Sirs,
I have seen, Very Noble Sirs, in your very welcome letter of the 23rd of May 1707 that my letters, which I wrote to Mr. ChamberlayneGa naar voetnoot2, were received by you, and you had them translated and printed in the TransactionsGa naar voetnoot3 and had assured me that my letters are always welcome and that the Transactions, since those I last receivedGa naar voetnoot4, were sent to me and were already on board of a ship, for which generous present I am highly grateful. I thought that I should have received them by the last ships which arrived in our country from the river of London, and since this was not so, I am looking forward to themGa naar voetnoot5. Enclosed is an extract from the letter written to MagliabechiGa naar voetnoot6; I will shortly send you that on the pearlGa naar voetnoot7, and meanwhile remainGa naar voetnoot8,
Very Noble Sirs, Your obedient servant
|
|