Alle de brieven. Deel 15: 1704-1707
(1999)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdKorte inhoud:Dankwoord voor de toezending van afleveringen van de Philosophical Transactions. Vermelding van het bezoek van Burnet. Verzending van aantekeningen over de parel. | |
Opmerkingen:De brief is een begeleidend schrijven bij een afschrift van een brief aan Corner (Brief 260 van 18 december 1705, in dit deel). Een eigentijdse, Engelse vertaling van de brief bevindt zich in handschrift te Londen, Royal Society, MS 2062, Early Letters L.4.11; 1 foliobladzijde. De brief werd voorgelezen op de vergadering van de Royal Society van 22 oktober 1707 O.S. (Royal Society, Journal Book Original, Dl. 11, blz. 121). Zie voor de Oude Stijl (O.S.) de Opmerkingen bij Brief 249 van 22 juli 1704, in dit deel. | |
Letter No. 269
| |
Summary:Letter of thanks for the sending of issues of the Philosophical Transactions. Mentioning the visit of Burnet. Remittance of notes on the pearl. | |
Remarks:The letter is a covering letter accompanying a copy of a letter to Corner (Letter 260 of 18 December 1705, in this volume). A contemporary English translation of the letter in manuscript is to be found in London, Royal Society, MS 2062, Early Letters L.4.11; a single folio. The letter was read in the meeting of the Royal Society on 22 October 1707 O.S. (Royal Society, Journal Book Original, vol. 11, p. 121). For the Old Style (O.S.) see the Remarks on Letter 249 of 22 July 1704, in this volume. | |
Delft desen 12e julij 1707.
Aande Hoog Edele Heeren.
Mijn laasten onderdanigsten aan UE. Hoog Edele Heeren is geweest den 5e deser, sedert hebbe ik bekomen de Transactions No 301. tot 309Ga naar voetnoot2. als mede een lijst vande Coninklijke SocieteitGa naar voetnoot3 waar voor ik ten hoogsten dankbaar ben. Ook hebbe ik op den 7e deser, door handen vande Heer BurnettGa naar voetnoot4 een vande leden vande Coninklijke Societeit ontfangen, een Brief geschreven door de Heer Hans SloaneGa naar voetnoot5 van dato den 23e April 1707. die mij mede seer aangenaam was, en waar in de Heer mede te kennen geeft, dat men in lang geen Brieven van mij heeft ontfangen. Ik hebbe de Heer Burnet, nevens desselfs Heer BroederGa naar voetnoot6 verscheijde van mijne ontdekkinge laten sien, en alsoo ze genegen waren, de Circulatie van het Bloet te sien soo beliefden ik haar daar ze groot plaijsier in hadden. Int door sien vande geseijde Transactions, en vonde ik mijne ontdekkinge niet, daar in ik kome te handelen vande darm van een vrouw, die gehangen was, dat mij vreemt voor quam, na de maal Hare Hoog Edele Heeren inde Brief vanden 23. Meij, door de Hr Hans Sloane geschreven, komen te seggen, dat mijn Brieven getranslateert en gedrukt sijnGa naar voetnoot7. Mijn gedienstig versoek is te mogen weten, of Brief vermist is, en sulks sijnde sal ik een afschrift daar van toe senden. | |
Delft, the 12th of July 1707.
To the Very Noble Sirs,
My last humble letter to you, Very Noble Sirs, was that of the 5th inst.; since then I have received the Transactions Nos 301 to 309Ga naar voetnoot2, as also a list of the Royal SocietyGa naar voetnoot3, for which I am highly grateful. I also received, on the 7th inst., via Mr. BurnettGa naar voetnoot4, one of the members of the Royal Society, a letter written by Mr. Hans SloaneGa naar voetnoot5, dated the 23rd of April 1707, which was very welcome to me and in which this gentleman also intimates that for a long time past no letters have been received from me. I showed several of my discoveries to Mr. Burnett and his brotherGa naar voetnoot6, and since they wished to see the circulation of the blood, I complied with this, which greatly pleased them. In looking through the said Transactions I did not find my discovery in which I dealt with the intestine of a woman who had been hanged, which appeared strange to me, since in the letter of the 23rd of May, written by Mr. Hans Sloane, you said, Very Noble Sirs, that my letters had been translated and printedGa naar voetnoot7. My humble request is that I may learn whether my letter has miscarried, and if this is so, I will send a copy of it. | |
Hier nevens gaat een uijt treksel vande Brief ontrent de parel UE. Hoog Edele bewustGa naar voetnoot8. Mijn voornemen is int kortGa naar voetnoot9 eenige van mijne geringe waarneminge UE. Hoog Ed: Heeren te laten toe komen, en sal onder des blijvenGa naar voetnoot10.
Hare Hoog Edele Heeren Onderdanige Dienaar.
Ontrent twee jare geleden hebbe ik de Coraal, die wij Bloet Coraal noemen, soo veel als in mijn vermogen was, ondersogtGa naar voetnoot11. | |
Enclosed is an extract of the letter about the pearlGa naar voetnoot8, of which you already know, Very Noble Sirs. I intend shortly to send you, Very Noble Sirs, some of my modest observations, and meanwhile I remainGa naar voetnoot9,
Very Noble Sirs, your obedient servant,
About two years ago I examined, as well as I could, the coral we call red coralGa naar voetnoot10. |
|