Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694
(1976)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| ||||||||
Korte inhoud:Onderzoekingen over ingewandswormen bij aal en tarbot. Over de voortplanting van ingewandswormen. Verdere onderzoekingen over ingewandswormen bij tarbot, brasem en voorn. Over de infectie met ingewandswormen bij kinderen. Over ingewandswormen bij schelvis en kabeljauw. Over zoutdeeltjes in de darmen van kabeljauw. | ||||||||
Opmerkingen:L. heeft aan de Royal Society geen eigenhandige brief gezonden, maar waarschijnlijk een gedrukt exemplaar, dat zich bevindt te London, Royal Society, Early Letters L. 2. 48A. De hier afgedrukte tekst is gebaseerd op [A]. | ||||||||
Letter No. 131 [78]
| ||||||||
Published in:
| ||||||||
Summary:Researches on intestinal worms in eel and turbot. On the reproduction of intestinal worms. Further researches on intestinal worms in turbot, bream, and roach. On the infection of children with intestinal worms. On intestinal worms in haddock and cod. On salt particles in the intestine of cod. | ||||||||
Remarks:L. did not send an autograph letter to the Royal Society, but probably a printed copy, which is in London, Royal Society, Early Letters L. 2. 48A. The text as here printed is based on [A]. | ||||||||
Delft in Holland, den 24. January. 1694Ga naar voetnoot1).
HOOG EDELE HEEREN.
MYn laatsten alder onderdanigsten enz.Ga naar voetnoot2)
Ga naar margenoot+Seker Doctor Medicinae toonde my eenige kleyne stukjens, zoo een ledig als meer ledigeGa naar voetnoot3), die hy oordeelde dat een gedeelte van een Worm was, met versoek of ik die deeltgens eens wilde examineren. Ik hebbe die door het vergroot glas ondersogt, en geoordeelt dat het geen Wormen, maar leden van Wormen waren, te meer om dat ik nog hooft; nog agterste gedeelte daar aan konde bekennen, en als ik de leden, die kort en breet waren, van malkanderen separeerde, zoo vloeyde uyt de afgebrookene deelen, zoo een groote en by na onbegrypelijke meenigte van ronde bolletgens. Dese bolletgens waren wat grooter als de bolletgens van ons bloet, die het root maken, ende deselve waren zoo net van eene groote als of wy ons inbeelden koegels te sien, die in eene vormGa naar voetnoot4) gegoten waren. De persoon siekelijk zijnde, de welke de boven gemelte gedeeltens van de Worm was quyt geworden. WierdGa naar voetnoot5) door den gemelten Doctoor getracteertGa naar voetnoot6), daar na een veel grooter stuk van soodanigen Worm quyt geworden. Waar door hy doen zyn selven meerder als in 't eerst versekerde, dat het stukken van een Worm waren, die men den breeden WormGa naar voetnoot7) noemt, en welkers | ||||||||
Delft in Holland, the 24th of January 1694Ga naar voetnoot1).
VERY NOBLE SIRS,
My last most humble, etc.Ga naar voetnoot2).
Ga naar margenoot+A certain Doctor of Medicine showed me a few small fragments, consisting of one as well as more segments, which he thought were part of a Worm, requesting me to examine those fragments. I examined them through the magnifying glass and judged that they were not Worms, but segments of Worms, the more so because I could not detect either a head or a posterior part on them. And when I separated the segments, which were short and broad, from each other, a very large and almost incredible number of round globules flowed from the parts broken off. These globules were somewhat larger than the globules which make our blood red, and they were so exactly the same size as if we imagined we saw balls which had been cast in one and the same mould. As the person who had voided the above-mentioned fragments of the Worm was ailing, he was treated by the said Doctor and thereafter voided a much larger fragment of this Worm. In view of this he was more certain than at first that they were fragments of a Worm which is called the broad WormGa naar voetnoot3) | ||||||||
afteekening onder andere in de Philosophical Transactions te vinden isGa naar voetnoot8). Ga naar margenoot+Na der hand mijne gedagten latende gaan, op de wormen die met veel leden zyn versien, die ik voor desen geseyt hebbe, datGa naar voetnoot9) in de darmen van de Alen en Palingen hadde ontdektGa naar voetnoot10), zoo heb ik weder genomen de ingewanden van vier seer groote Alen alsGa naar voetnoot11) Palingen, ende die openende, zag ik in twee van de selvige sulke groote en lange wormen in de darmen leggen, als ik nog noyt te vooren daar in hadde gesien. Dese wormen tragte ik van de darm af te nemen, maar ik en konde dat niet te weeg brengen, om dat het hooft van de worm zoo vast in de darm gehegt was, dat ik die niet en konde aftrekken, als met het ontstukken breeken van haar lighaam, en eer het selve quam te breeken, rekte het lighaam van de worm, in een ongemeene dunte naar advenant de dikte van haar lighaam uyt, eer de worm quam te breekenGa naar voetnoot12). Dese worm was van een onbedenkelijkeGa naar voetnoot13) langte, naar advenant, de breete van der selver lighaam, en schoon ik dese worm aan verscheyde stukken quam te breeken, zoo behield deselvige nog zoo een beweginge, met het intrekken van desselfs lighaam, dat het voor my geen onaangenaam gesigtGa naar voetnoot14) veroorsaakte: want op de eene plaats drong het de leden van des selfs lighaam zoo kort in een, waar door yder lid als dan seer kort en te gelyk seer breet wierd, daarGa naar voetnoot15) andere leden, ter selver tijd uyt gerekt werdende, seer lang en smal waren, en dit geschiede op veel bysondereGa naar voetnoot16) plaatsen te gelyk in de worm, door welke beweginge, zoo van uyt rekkinge als inkrimpinge de worm voortkroop. Wanneer de worm zyn lighaam seer in een was trekkende, zoo was het selvige aldaar wel zes maal breeder, als daar het zyn lighaam uyt rekte. Dese worm doorGa naar voetnoot17) het vergroot glas ontstukken gebroken hebbende, zag ik mede een onbedenkelykGa naar voetnoot13) groot getal van ronde bolletgens uyt het lighaam vloeyen, van deselvige groote als ik hier vooren geseyt heb, uytGa naar voetnoot18) het gedeelte | ||||||||
and a drawing of which is to be found, amongst other things, in the Philosophical TransactionsGa naar voetnoot4). Ga naar margenoot+When I pondered afterwards on the Worms which have many segments and which I previously said I had discovered in the intestine of EelGa naar voetnoot5), I again took the intestine of four big Eel; and when I opened them, in the intestine of two of them I saw such big and long worms as I had never seen in them before. I tried to remove these worms from the intestine, but I could not manage it, because the head of the worm was so firmly fastened to the intestine that I could not pull it off unless I broke its body to pieces, and before it broke, the body of the worm was elongated to an extraordinary thinness in comparison with the thickness of its body before the worm brokeGa naar voetnoot6). This worm had an incredible length in comparison with the breadth of its body, and even when I broke this worm to several pieces, it still kept moving, contracting its body, so that it was quite a pleasant spectacle for me. For in one place it contracted the segments of its body very much, so that each segment became very short and at the same time very broad, while other segments, which were elongated at the same time, were very long and narrow. And this happened in many different places at the same time in the worm, and by means of this movement of elongation as well as contraction the worm crawled along. When the worm contracted its body very much, it was at least six times broader in that place than where it elongated its body. When I had broken this worm to pieces before the magnifying glass, I also saw an incredibly large number of round globules flowing out of the body, of | ||||||||
van den breeden worm, die uyt een mensch was voort gekomen, waren uytgevloeytGa naar voetnoot19). In 't kort als ik heb aan gesien de gedeelte van de worm, den breeden worm genaamt, ende dese wormen die ik uyt de Alen en Palingen heb genomen, zoo moet ik seggen, dat het een ende deselvige worm is, alleen met dit onderscheyt, dat de eene in grootheyt verre boven de andere was uyt stekendeGa naar voetnoot20). Ga naar margenoot+Na desen heb ik weder op nieuw gaan ondersoeken, het ingewant van Ael en Paling, om te sien of ik daar nog geen andere soort van wormen soude vinden, te meer om dat in mijn gedagten quam, dat ik over eenige jarenGa naar voetnoot21), wormkens uyt de darmen hadde gehaalt, die over een quamen met het maaksel van de wormen, die de kinderen quyt werdenGa naar voetnoot22). In welk doen ik wel vierderley wormen ontdekten, maar soodanige niet waar op mijn speculatien liepenGa naar voetnoot23). Om dat my veel maal te vooren komtGa naar voetnoot24) als 'er van de voorteelinge gesprooken werd, dat men my vraagt hoe de wormen in een mensch, en in de lighamen der dieren komen: waar over ik tot die tijd toe my niet en hadde konnen voldoenGa naar voetnoot25). Maar siende dat Ael en Paling wormen in haar ingewanden hadden, die met de worm in 't lighaam van een mensch over een quam, zoo heb ik voor genomen het ingewant van eenige Zee-vis te examineren. Ga naar margenoot+Hebbende dan genomen de darmen van een Tarbot, zag ik in de selvige leggen verscheyde wormen, die mede met veel leden waren versien, en welker lighamen over een quamen, met de worm, die men den breeden worm noemt, die ik geseyt hebbe datGa naar voetnoot9) in de darmen van de Alen hadde ontdekt. Dog zy waren op verre na zoo lang niet, als de wormen in de Alen, en daar by was het hooft van een geheel ander maaksel: want gelykGa naar voetnoot26) het hooft van de wormen, die ik uyt de ingewanden van de Alen hadde genomen, versien | ||||||||
the same size as I have said above, as those which had issued out of the fragment of the broad worm that had come out of a human bodyGa naar voetnoot7). Briefly, when I had examined the fragment of the worm called broad worm and those worms I removed from Eel, I must admit that it is one and the same worm, the only difference being that the one was far bigger than the otherGa naar voetnoot8). Ga naar margenoot+After this I again proceeded to examine the intestine of Eel, to see whether I might not find there a different species of worm, the more so because I recalled that some years agoGa naar voetnoot9) I had removed from the intestine little worms which resembled the worms that children voidGa naar voetnoot10). In this process I discovered at least four kinds of worms, but not those which I had in mind ofGa naar voetnoot11). Because it often happens to me, when reproduction is being discussed, that I am asked how the worms get into a human body and into the bodies of animals, for which I had not so far been able to find a satisfactory explanation, seeing that Eel had worms in their intestine which resembled the worm in the human body, I made up my mind to examine the intestine of some Sea-fish. Ga naar margenoot+Having therefore taken the intestine of a Turbot, I saw in it several worms which also had many segments and whose bodies resembled that of the worm called broad worm, which I have said I had discovered in the intestine of Eel. But they were not nearly so long as the worms in Eel, and moreover the head had quite a different structure. For whilst the heads of the worms I had | ||||||||
waren met haaks gewijse deelenGa naar voetnoot27), zoo waren dese hare hoofden, niet alleen voor open, maar aan de eene sijde van het selvige waren zy seer lang en als opgespletenGa naar voetnoot28). Maar het geene my in dese wormen, die ik uyt de darm van een Tarbot nam, vreemt voor quam, dat was, dat ik niet en konde begrijpen, hoe zig soodanige wormen, met het hooft zoo vast konden hegten in de darmen, want ik en konde de worm niet van den darm trekken, of het voorste gedeelte der selver lighaam, dat zig in 't aftrekken, boven gemeen dun uyt rekte, brak door gaansGa naar voetnoot29) ontstukken. Zoo dat ik geen worm in zyn geheel van de darm konde nemen, of ik most met de eene hand de worm redelijk stijf uyt rekke, en met de andere hand, separeerde ik den darm, waar in het hooft gevest was, sagjens met een dun naaldeke van een, en dusGa naar voetnoot30) maakten ik hare hoofden los, die ik dan op nieuwe glaasjens, by my daar toe bereyt uyt spreyde, waar door ik dan der selver maaksel, seer klaar quam te sien. Ga naar margenoot+Laten wy ons nu inbeeldenGa naar voetnoot31), dat dese wormen in de darmen zoo wel voortteelen, als eenig ander dier doet, gelyk ik veel malen gesien heb, dat seker soort van wormen, die ik uyt Alen en Palingen nam, weder jongen in hare lighamen haddenGa naar voetnoot32); ende dat dese wormenGa naar voetnoot33) wanneer die haar jongen quyt maken, weynig van soodanige kleyneGa naar voetnoota) of eerst geworpene wormkens in de darmen van de visschen konnen blyven, om dat die nog niet in de darmen vast gehegt zyn, door de Chyl vermengt blyven, ende dus veele zoo uyt gestooten werden, want zoo het anders waar, zoo souden dese wormen in een over groote meenigte voortteelen. | ||||||||
removed from the intestine of Eel were provided with hooked membersGa naar voetnoot12), the heads of these worms were not only open in front, but on one side they were very long and as it were splitGa naar voetnoot13). But what appeared strange to me in these worms which I removed from the intestine of a Turbot was that I could not understand how these worms could fasten themselves so firmly with the head to the intestine, for I could not pull the worm off the intestine without the anterior part of its body, which was elongated to an extraordinary thinness as I pulled it off, invariably breaking to pieces. Thus I could not remove a worm in its entirety from the intestine unless I stretched out the worm reasonably stiffly with one hand, while with the other hand I gently separated the intestine to which the head was fastened with a thin needle; and in this way I loosed their heads, which I then spread out on new slides, prepared by me for this purpose, so that I was able to see their structure very clearly. Ga naar margenoot+Now we can imagine that these worms in the intestine reproduce themselves just as well as any other animal, just as I have seen many times that a certain species of worms which I removed from Eel had young ones in their bodiesGa naar voetnoot14), and that, when these worms drop their young, only few of those small or recently dropped worms can stay in the intestine of fish because they are not yet fastened to the intestine and remain mixed with the Chyle, so that many of them are thus expelled; for if this were otherwise, these worms would reproduce themselves in excessively large numbers. | ||||||||
Laten wy nu stellenGa naar voetnoot34) dat veele soodanige wormen, die voor onse bloote oogen om haar kleynte verborgen zyn, in 't water swemmen, ende dat soodanige wormen seer ligt tot in de ingewanden van de kinderen konnen gebragt werden, om dat wy weten, dat veel menschen water drinken; maar schoon men drinktGa naar voetnoot35) geen water, dat egterGa naar voetnoot36) wanneer men een glas of kan, in 't water spoelt, al tijd nog eenige droppels water aan het glas of kan blyven hangen, in welk water seer kleyne wormkens konnen zyn. Ten anderen geeft men jonge kinderen in de Somer veel ongekookte melk te eetenGa naar voetnoot37), waar onder de Boeren wel water mengen, en voornamentlyk onder gekaarnde melk. Dit zoo zijnde, zoo en hebben wy ons niet te verwonderen, hoe de wormen in de darmen van Menschen, Dieren, en Visschen komenGa naar voetnoot38). Ga naar margenoot+Na desen neem ik weder de magen van verscheyde Tarbotten, die ik openende, zag ikGa naar voetnoot39) in eenige van de selvige zeer veele van de wormen den breeden wormGa naar voetnoot7) genaamt, die zoo door malkanderen gekrinkelt lagen, dat ik veel te doen hadde, eer ik een geheele worm konde los maken; ja het getal was zoo groot, dat de wormen die in eene maag lagen, wel een ronde bol zouden uyt maken, welkers diameter een duym wasGa naar voetnoot40), en het geene my vreemt voor quam, dat was, dat zoo een Tarbot nog zoo wel gevoet was, als of hy geen wormen in de maag en hadde gehad. Ga naar margenoot+Niet verre van onse stad, is een binne lants water dat zeer Vis-rijk is, in welk water veel Brasem gevangen werd, die men Riem-Brasem noemt. Dese naam van Riem-Brasem bekomt hy, om dat in den zelven buyten de darmen een groot en langen worm gevonden werd, welke worm gelijkende, naGa naar voetnoot41) een Riem, of snoer, waar mede men zig plag te omgorden. | ||||||||
Now let us assume for certain that many of these worms, which because of their smallness are hidden from the naked eye, swim in water and that these worms can very easily be introduced into the intestine of children, because we know that many people drink water. But even if one does not drink water, still when a glass or jug is rinsed in water, a few drops of water will always adhere to the glass or jug, and in this water there may be very small worms. Secondly, young children in Summer are made to drink a good deal of unboiled milk, with which the Farmers sometimes mix water, especially buttermilk. This being so, we need not wonder that the worms get into the intestine of Human Beings, Animals, and FishesGa naar voetnoot15). Ga naar margenoot+After this I again took the stomachs of several Turbot, and when I opened them, I saw in some of them a great many of the worms called broad worm, which were wriggling through each other so much that I had a lot of trouble before I could loose a whole worm. Nay, their number was so great that the worms lying in one stomach might together form a round ball whose diameter was one inchGa naar voetnoot16), and what appeared strange to me was that such a Turbot was still as wellfed as if it had not had any worms in its stomach. Ga naar margenoot+Not far from our city there is an inland water which abounds in Fish, and in that water many Bream are caught, which are called Girdle-Bream. It has got this name of Girdle-Bream because outside the intestine a big and long worm is found in it, which worm resembles a Girdle or string with which people used to gird themselves. | ||||||||
Dese worm heb ik over veel jarenGa naar voetnoot42) self wel uyt de Brasem gehaalt, dog als doen geen speculatie op soodanige wormen makendeGa naar voetnoot43), heb ik alleen uyt een tegenheyt die ik inGa naar voetnoot44) soodanige Vissen hadde, de worm verworpenGa naar voetnoot45). Dese Brasem, die met de wormen beset zyn, zyn ordinairGa naar voetnoot46) mager, zoo dat de Vis-vanger die dat water bevist, tot my wel geseyt heeft, dat hy al zeer naGa naar voetnoot47) van buyten aan de Vis kan sien, of deselve een Riem (want zoo noemense de worm) zal in hebbenGa naar voetnoot48). Dog met dese wormen, die men den breeden wormGa naar voetnoot7) noemt besig zijnde, heb ik aan zeker Vrouws persoon, die haar veel geneert metGa naar voetnoot49) Vis schoon te maken, geseyt, dat wanneer zy een Brasem met dese worm, of een Voorn (die daar ook wel mede besmet zyn) quam te openen, dat zy my soodanige Vis zoude brengen. Ga naar margenoot+Weynig dagen daar na, brengt zy tot my een Voorn, die de verhaalde worm in zig hadde. Dese worm by my examinerende, vond ikGa naar voetnoot50) van een ende deselvige maaksel, als ik hier vooren van den breeden worm hebbe geseyt. Alleen met dit onderscheyt, dat desen worm in dikte, alle de andere verre over treftenGa naar voetnoot51). Ga naar margenoot+Wijders hebbe ik weder op nieuw, de darmen van Alen en Palingen door sogt ende daar inne onder anderen ontdekt, de wormkens hier vooren verhaalt, die zoo net van maaksel over een quamen, als die voor het vergroot glas stonden, als of wy met onse bloote oogen zagen, de wormen waar mede de jonge kinderen wel meest geplaagt werdenGa naar voetnoot22). Als ik nu zag dat dese wormen, ende ook alle de wormen, die ik zoo in de darmen, als in de maag van de Vissen hadde ontdekt, zeer vast in de darmen gevest warenGa naar voetnoot52), want zonder zulks zoude deselvige zeer ligt met de Chyl uytGa naar margenoot+ gestooten werden. ZooGa naar voetnoot53) nam ik in gedagten, dat de wormen niet uyt de Chyl, | ||||||||
Many years ago I myself removed this worm sometimes from the Bream, but since I did not examine these worms at the time, I threw the worm away merely because I had an aversion to such Fish. These Bream which are filled with the worms are usually thin, so that an Angler fishing in that water sometimes told me that he can tell practically on the outside of the Fish whether it will contain a Girdle (for that is what they call the worm)Ga naar voetnoot17). But when I was studying these worms called broad wormGa naar voetnoot3), I told a certain Woman whose trade is the cleaning of Fish, that if she should happen to open a Bream with this worm, or a Roach (which sometimes are also infected with them), to bring me this Fish. Ga naar margenoot+A few days later she brought me a Roach which contained the said worm. When I examined this worm, I found it to have the same structure as I have described above for the broad worm. The only difference was that this worm was far thicker than all the othersGa naar voetnoot18). Ga naar margenoot+Further I again searched the intestine of Eel and discovered in them, amongst other things, the little worms described above, which when placed before the magnifying glass had clearly the same structure, as the worms with which young children are infested most of all and which can be seen with the naked eyeGa naar voetnoot10). When I saw that these worms as well as all the worms I had discovered in the intestine as well as the stomach of Fish were fastened very firmly to theGa naar margenoot+ intestine (for otherwise they would very easily be expelled with the Chyle), | ||||||||
die in de maag en darmen is, haar voetsel halen, maar dat die selfsGa naar voetnoot54) haar voetsel uyt de vaaten van maag en darmen haalden, en dat schoon men eenig medicament, dat ordinairGa naar voetnoot46) Worm-kruyt is, de kinderen in geeft, om de wormen te doen sterven, of deselvige uyt het lighaam te dryven, veel tijds weynig effect komt te doen, om dat de wormen met haar hoofden als hier vooren is geseyt, zeer vast in de stoffe, waar uyt de darmen bestaan, gevest zyn, te meer om dat wij niet konnen begrijpen, dat het in gegeven medicament, soodanige kragt, op de huyt van de worm kan te weeg brengen, dat de worm daar van zoude komen te sterven, ofte af gedreven te werdenGa naar voetnoot55). Maar als de wormen haar komen te verplaatsen, gelyk wy geloven dat zy veel tijds met haar hooft ofte mond komen te doen, ende zy wormenGa naar voetnoot56) ontmoeten dan het in gegeven medicament, zoo konnen de wormen wel komen te sterven, en af gedreven werdenGa naar voetnoot57). Ga naar margenoot+Als wy nu vast stellenGa naar voetnoot34), gelyk ik door gaans ondervondenGa naar voetnoot58) hebbe, dat de wormen met haar hoofden en mond zig in de darmen vast hegten, ende na alle aparentieGa naar voetnoot59) uyt de meenigte van de vaatgens van de darmen haar voetsel halen, zoo en hebben wy ons niet meer te verwonderen, dat de kinderen die met wormen beladen zyn, veel tijds klagen en kermen van pijn in de buyk, en wel voornamentlyk beelt ik my in, geschiet zulks, als de wormen haar van plaats veranderenGa naar voetnoot60), en als op nieuw weder met haar hooft en mond in de | ||||||||
I hit upon the idea that the worms do not get their nourishment from the Chyle in the stomach and intestine, but that they got their nourishment from the vessels of stomach and intestine themselves; and that even if the children are given a medicine, which is usually Tansy, to kill the worms or to expel them from the body, this often has little effect because, as said above, the worms are fastened very firmly with their heads to the stuff of which the intestine consists, the more so because we cannot understand that the administered medicine could have such an effect on the skin of the worm that the worm would die of it or be expelledGa naar voetnoot19). But when the worms shift their position, as we believe they often do with their head or mouth, and then come across the administered medicine, the worms may indeed die and be expelledGa naar voetnoot20). Ga naar margenoot+If we now assume for certain, as I have invariably found, that the worms fasten themselves with their heads and mouths to the intestine and to all appearance get their nourishment from the numerous little vessels of the intestine, we need no longer wonder that children infested with worms often complain and moan with pain in the stomach. And I imagine this happens principally when the worms shift their position and fasten themselves as it were anew with their head and mouth to the intestine and pierce their way as | ||||||||
darmen vestenGa naar voetnoot61), en als in booren, namentlyk tusschen alle de vaaten en zagte deelen, waar uyt het binnenste van de darmen bestaatGa naar voetnoot62), welke stoffe by veele maar voor slijm der darmen is aan gesien, daarGa naar voetnoot15) het in der daat vaaten zyn, die het meeste voetsel, (stel ik vastGa naar voetnoot63)) uyt de Chyl tot het lighaam over brengen. Hier van breeder in een van de Missive die ik aan Hare Hoog Ed: ontrent het maaksel van de darmen hebbe geschrevenGa naar voetnoot64). Als wy nu hier by doen dat de wormen haar voetsel niet uyt de Chyl, maarGa naar voetnoot65) uyt de stoffe die al rede in de aderen is, haar grootmakinge, en onderhoudinge komen te halen, zoo en lijden de kinderen (als hier boven geseyt) niet alleen pijn, maar de wormen berooven de kinderen van het beste voetsel uyt welke oorsaak de kinderen bleek ende niet stark zynGa naar voetnoot66). | ||||||||
it were among all the vessels and tender parts of which the inside of the intestine consistsGa naar voetnoot21), which stuff has been regarded by many people merely as mucus of the intestine, whilst it consists in reality of vessels which, as I assert, transport most of the food from the Chyle to the body. I have written in more detail about this in one of the Missives which I wrote to Your Honours about the structure of the intestineGa naar voetnoot22). If we now add that the worms do not get their nourishment from the Chyle, but obtain their growth and sustenance from the stuff that is already in the vessels, the children not only suffer pain (as said above), but the worms rob the children of the best nourishment, in consequence of which the children are pale and not strongGa naar voetnoot23). | ||||||||
Ga naar margenoot+Mijn voornemen was hier mede af te breeken, maar alsoo my levende Schel-vis in 't oog quam, nam ik het ingewant van een Schel-vis, en ik bevond in de maag veel Schulp-visjensGa naar voetnoot67), en eenige andere kleyne visjensGa naar voetnoot68), nevens veele kleyne deeltgens, datGa naar voetnoot69) ik niet begrijpen konde, hoe de Schel-vis die-kleyne deelen quam op te vangen, of hy most die deelen met zyn mont van de gront op rapen, wanneer hy na grooter Schepsels die op de gront lagenGa naar margenoot+ quam te vatten. En soodanige stoffe vond ik ook in de darmen, en daar benevens ontdekten ik in de darmen twee levende witte wormkens, die niet in de darmen vast zaten, maar door de Chyl vermengt lagen. Dese wormkens die seer stark leefdenGa naar voetnoot70) waren ontrent de lengte van een gemeene speltGa naar voetnoot71), en ook zoo dik, ten ware deselveGa naar voetnoot72) wat dunder aan de staart hadden geweest, zy zouden met het maaksel van deGa naar voetnoota) wormen, die de kinderen hebben, over een komenGa naar voetnoot73). Wanneer ik by na aan het eynde van den darm quam, daar ontdekten ik nog een derde worm, dog die was doot, en al een weynig aan het bederven, waar uyt ik besloot, dat dese wormen niet anders als tot spijs in de darmen waren opgenomen of gevangen. En ik bevond dat die wormen zeer taey van huyt waren, zoo dat die niet ligt konde verbryselt werdenGa naar voetnoot74). Ga naar margenoot+Vorders doorsogt ik ook de ingewanden van verscheyde Cabbel-jaeuwen, en ik ontdekten meest doorgaansGa naar voetnoot75) zoo in de maag als darmen, de wormkens zoo van lengte als dikte, als hier vooren van de Schel-vis is geseyt, en onder anderen quam my een darm in de hand, die vol Chyl was, in welke Chyl meer wormkens waren, als ik in geen darmenGa naar voetnoot76) van Cabbel-jaeuw of Schel-vis hadde ontdekt. | ||||||||
Ga naar margenoot+It was my intention to break off here, but since I chanced upon a live Haddock, I took the intestine of a Haddock and I found in the stomach many ShellfishesGa naar voetnoot24), a few other small fishesGa naar voetnoot25) as well as many small particles so that I could not understand how the Haddock could catch those particles, unless it picked them up from the sea-bed with its mouth when it was feedingGa naar margenoot+ on larger Creatures lying on the bottom. And I also found such stuff in the intestine, while I also discovered in the intestine two living white worms which were not fastened to the intestine, but were mixed with the Chyle. These little worms, which were very lively, were approximately the length of an ordinary pinGa naar voetnoot26) and had the same thickness, and if they had not been somewhat thinner at the tail, they would have had the same structure as the worms which children haveGa naar voetnoot27). When I got almost to the end of the intestine, I discovered yet a third worm, but this one was dead and already decaying somewhat, from which I concluded that these worms had not been taken up or caught in the intestine for any other purpose but to serve as food. And I found these worms to have a very tough skin, so that they could not be crushed very easilyGa naar voetnoot28). Ga naar margenoot+Furthermore I also searched the intestine of several Cod, and I discovered almost invariably, in the stomach as well as the intestine, the little worms having the same length and thickness as stated above for the Haddock; amongst other things I got hold of an intestine that was full of Chyle, which Chyle contained more little worms than I had ever discovered in any intestine of Cod or Haddock. | ||||||||
Waar van eenige in groote wat uyt staken, en daar benevens zag ik een soort van wormen, die weynig grooter waren, welke laatste wormen haar huyt aangenaam was te beschouwen, om dat die voor quam als of wy met ons bloote oog quamen te sien, een worm zoo groot als een gemeeneGa naar voetnoot77) Ael, en welkers huyt van soodanig maaksel was, als of het te samen gesteltGa naar voetnoot78) van netteGa naar voetnoot79) schulpjens, die het geheele lijf over van een ende deselve groote waren uyt gesondert dat de schulpjens na de dunte van de staart kleynder waren, dog van alle de wormen en hebbe ik 'er geen ene gevonden, die met het hooft in de darmen vast zatGa naar voetnoot80). Ga naar margenoot+Al hoe wel ik indagtigGa naar voetnoot81) ben, dat ik voor desen geseyt hebbe, van de zout deelen, die ik in de darmen van de Vissen hadde ontdekt. ZooGa naar voetnoot82) en kan ik egterGa naar voetnoot36) hier niet voor by gaan weder te zeggen, dat ik onder andere een darm van een Cabbel-jaeuw hebbe geopent, daar inne ik geen wormkens ontdekten, en ook geen spijs ofte Chyl, als een weynig heldere slijm, leggende op de eene plaats veel dikker by een als op een andere, vermengt met eenige kleyne deelen. Ik bragt dese slijmagtige stoffe voor het vergroot glas, en zag tot mijn groote verwondering dat die kleyne deelen, die door de slijm lagen, niet anders waren, dan een over groote meenigte van zeer kleyne zout deelen, zoo dat deze meenigte van zout deelen, verre over treften het getal van die geene, die ik voor desen hadde ontdekt, ja het groote getal en is niet te begrijpen als voor die geene die het gesigt daar van heeftGa naar voetnoot83). Dese zout deelen en waren die geene niet gelyk, die op de Superfitie van het water gemaakt werd, gelyk ons gemeen zout in de zout keeten heeftGa naar voetnoot84), maar dese zout deelen waren yder van een bysonderGa naar voetnoot16) maaksel, en schoon ik quam al twee à drie zout deeltgens te sienGa naar voetnoot85), die malkanderen al na by quamen, zoo stak nogtans de eene boven de anderen, het zy in groote zijde of hoek, uyt. | ||||||||
Some of them were somewhat bigger than the others, and I also saw a species of worms which was not much larger. The skin of the latter worms was pleasant to behold, because it appeared as if we saw with the naked eye a worm as big as a common Eel and their skin had such a structure as if it were composed of pretty little scales, which had the same size all over the body, except for the fact that the little scales were smaller towards the thin part of the tail. But among all the worms I did not find a single one that was fastened with the head to the intestineGa naar voetnoot29). Ga naar margenoot+Although I am aware that I have spoken before of the salt particles I had discovered in the intestine of FishGa naar voetnoot30), I cannot help saying once again that I opened among other things the intestine of a God, in which I discovered no little worms, and no food or Chyle either, but some clear mucus, which lay in a much thicker layer in one place than in another and which was mixed with some particles. I placed this mucous stuff before the magnifying glass and saw to my great astonishment that the particles mixed with the mucus were nothing but a very large number of very small salt particles, so that this large number of salt particles greatly exceeded the number of those I had discovered before; nay, this large number can only be grasped by one who sees it. These salt particles were not identical with those produced on the Surface of water, such as those of our common salt in the salternsGa naar voetnoot31), but these particles each had a different structure, and even when I saw two or three salt particles that were nearly identical, yet the one was different from the others either in size, side, or angle. | ||||||||
Ja wy konnen op het honderste deel ons nietGa naar voetnoot86) inbeelden stukjens doorschijnende Cristal, of diergelijke deelen, yder van een bysonderGa naar voetnoot16) maaksel, ende der zelver zijden zoo glat en nette hoeken als ofse geslepen waren. En daar benevens van zoo veel bysondere grootheden, dat het te verwonderen was, want ik sag'er die eenige duysent-maal kleynder waren dan een zand, en andere die vyf-en-twintig-maal kleynder waren, en eenige weder als kleyne zantjensGa naar voetnoot87). In 't kort kon een nieuwschierig oog niet moede werden, van zoo veel bysondere maaksels, in zoo een kleyne spatie te beschouwenGa naar voetnoot88). Ga naar margenoot+Wanneer ik by na aan het eynde van den darm quam, daar lag de geseyde stoffe niet alleen in meerder quantiteyt, maar die hadde daar een donker graeuwe couluur, ik bragt die mede voor het vergroot glas, en zag dat de graeuwe couluur alleen veroorsaakt wierde door veel zanden die onder de verhaalde stoffe vermengt lagen, waar van eenige zanden zeer swart waren, als of die gepolijst hadden geweest, en ik en zag ook geen een zand dat scharpe hoeken hadde, gelyk het Rivier zand wel is, maar alle de hoeken waren zoo af gestooten, dat ik die niet dan met vermaak beschoude, te meer om dat het by my vast stond, dat het af stooten van die hoeken, alleen veroorsaakt wierd, om dat de zanden in 't hard tegen malkanderen stooten en vryven, in storm of harde winden hare hoeken als afgeschaaft wierdenGa naar voetnoot89). | ||||||||
Nay, we cannot even remotely imagine so many pieces of transparent Crystal or similar particles, each having a different structure, while their sides were as smooth and their angles as accurate as if they had been polished. Moreover their sizes varied so widely that it was astonishing, for I saw some which were some thousands of times smaller than a grain of sand and others which were twenty-five times smaller, and others again having the size of small grains of sandGa naar voetnoot32). Briefly, a curious eye could not tire of contemplating so many different structures in so small a spaceGa naar voetnoot33). Ga naar margenoot+When I had got almost to the end of the intestine, the said stuff lay there not only in a larger quantity, but it had a dark grey colour. I placed this also before the magnifying glass and saw that the grey colour was merely caused by many grains of sand which were mixed with the said stuff, some of which grains of sand were quite black, as if they had been polished, and I also did not see a single grain of sand having sharp angles, such as Riversand sometimes has, but all the angles were so blunted that I could not but contemplate them with pleasure, the more so because I was firmly convinced that the blunting of those angles was merely due to the fact that the angles of the grains of sand were abraded as it were as they struck or rubbed roughly against each other in a storm or violent windsGa naar voetnoot34). | ||||||||
Hier zien wy weder hoe de voorsigtigeGa naar voetnoot90) Natuur, zoo een te samen stremmingeGa naar voetnoot91) in de maag en darmen der Visschen heeft geschiktGa naar voetnoot92), op dat geen zout deelen, hoe veel zout water zy ook in haar ingewanden nemen, tot de lighamen der Visschen zoude overgaan, en geen schade toe brengen: Waar door dan ook de Vissen in hoe zoute wateren zy leven, de Vis-deelen van hare lighamen gans na geen zout smakenGa naar voetnoot93).
A. Leeuwenhoek. | ||||||||
Here we see once more that provident Nature has caused such a crystallization in the stomach and intestine of Fish in order that, however much salt water they may take into their intestine, salt particles should not enter the bodies of the Fish and damage them. And thus, however salt may be the water in which Fish live, the Fishy parts of their bodies do not taste salt at allGa naar voetnoot35).
A. Leeuwenhoek. |
|