Alle de brieven. Deel 7: 1687-1688

[p. 404]

Naam- en zaakregister¹⁾.

A.

Aalbes, invers planten 364.

Aar, gerst 378-380.

Aar, tarwe 376-386.

*Acetylcholine 124.

*Acket (Acquet), H.d' 132.

*Acta eruditorum 2, 46, 80, 134.

*Adventiefspruiten 370.

*Adventiefspruiten -wortels 370.

Afleggen, wijnstok 364.

*Agglutinatie, bloed 196.

Albast 282-292, 294-298.

Albast caput mortuum 296.

Albast geest 284.

Albast soutdelen 284, 296-298.

Albast soutfiguren 286-292.

Albast stark sout 296.

Albast vlug sout 284-290, 296.

*Alkaloïden, kinabast 166-168.

*Alkaloïden, radix calumbae 184.

Amber 84-86.

*Analyse, steen 194-196.

*Andersen, K. Th. 4, 10-14.

Angel, brandnetel 120-126.

Angel, klander 26.

Angel, koker, mug 344-358.

Angel, paardevlieg 358.

Angel, luis 38-42.

Angel, mier 62-68.

Angel, mug 344-358.

Angel, paardevlieg 358.

*Animalculistische idee 380.

*Antibiotische werkzaamheid, made vleesvlieg 104.

Apesteen 238, 250-254.

Apesteen caput mortuum 254.

Apesteen destillaat 250-252.

Apesteen extract 254.

Apesteen olie 250-252.

Apesteen soutdeeltjes 252-254.

Apesteen vast sout 254.

Apesteen vast sout 254.

Apesteen vlug sout 250-254.

Aqua force 190.

*Aragoniet 270.

*Archekineseoos 34.

*Aristoteles 34.

1) Met een sterretje zijn aangeduid de woorden en namen die niet door Leeuwenhoek zijn genoemd, doch in de aantekeningen voorkomen.

B.

*Back, E.A. and R.T. Cotton 6, 14, 32.

Bakkers 6.

*Barnard, C. 382.

*Barnsteen 84.

Bebouwen (van specie) 314.

Bedervinge 110.

Begin der planten 374.

*Benemid 266.

*Bezoar porci 228.

Bezoarsteen, zie Lapis Besoar.

*Bibliothèque universelle et historique 2, 46, 80.

*Bitterstoffen, radix calumbae 184.

Blaassteen 192-236, 310.

Blaassteen caput mortuum 198-208, 216, 232-236.

Blaassteen olie 196, 202-204, 226-234.

Blaassteen pijn 192, 196, 222.

Blaassteen scharp sout 214-220.

Blaassteen soutdelen 198-208, 226-236.

Blaassteen soutfiguren 196-218, 230-232.

Blaassteen vast sout 200, 216-232.

Blaassteen vlug sout 196-204, 214-232.

*Blanchard, R. 154.

Bloed, in extract, algemeen 194-196.

Bloed, apesteen 252-254.

Bloed, bezoarsteen 246-256.

Bloed, blaassteen 200, 204, 222, 230.

Bloed, kinabast 158-164.

Bloed, pedro porco 256.

[p. 405]

Bloed, radix calumbae 186-192.

Bloedglobulen 158-164, 186-192, 202-204, 222, 230, 248-256, 260.

Bloedkoraal 268-274.

Bloedkoraal droge destillatie 268-272.

Bloedkoraal extract 272-274.

Bloedkoraal olie 268-272.

Bloedkoraal porien 268-270.

Bloedkoraal soutdelen 270-274.

Bloedkoraal soutfiguren 272.

Bloedkoraal tinctuur 268.

Bloedkoraal vast sout 272.

Bloedkoraal vlug sout 268-270.

*Bonnet, O.T. 378, 383.

Bornput 94.

Bort 182.

Botten, linde 368-372.

*Boutesteijn, C. 2, 46, 80, 134.

Bouwen (specie) 322-324.

Boyle, R. 44, 48, 138, 142.

*Brakman, P.J. 148.

*Brandewijn 160.

Brandnetel 120-126.

Brandnetel aangrijpen 124.

Brandnetel angel 120-126.

Brandnetel *brandharen 122.

Brandnetel opswellinge 122.

Brandnetel pijn 122.

Brandnetel sap in angel 122-126.

Brantsteen 84.

Bril, vergrotende 50.

Bijten, mier 60.

Bijtende werking, kalk 312, 316.

C.

*Calandra granaria L., zie klander.

*Calciet 270.

*Calciumcarbonaat 204, 206, 312, 316, 318, 326.

*Calciumfosfaat 204-208.

*Calciumhydroxyde 312, 316.

*Calciumoxyde 312, 316.

*Calciumsulfaat 284.

*Calliphora erythrocephala Mg. 104.

*Calliphoridae 104.

Campher 212, 220.

Caput mortuum, albast 296.

Caput mortuum, apesteen 254.

Caput mortuum, bezoarsteen 242-246.

Caput mortuum, blaassteen 198-208, 216, 232-236.

Caput mortuum, gips 306-308.

Caput mortuum, jichtknobbels 262-268.

Caput mortuum, ley-gout 336-340.

Caput mortuum, tras 328.

Cement, zie tras.

China chinae 156-172.

China *alkaloïden 166-168.

China anatomie bast 166-172.

China houtskool 160-164.

China *Loja-bast 156.

China olie 160-162.

China schors 156-172.

China soutfiguren 156, 162-166.

*Cholera 182.

*Chomel, N. 4, 64, 84, 138, 146, 156, 182, 188, 198, 212, 228, 280, 282, 304, 312, 320.

*Chrysomela fastuosa L. 146.

*Chrysomela fastuosa polita L. 148.

Churfurst van Brandenburgh 360.

Chijl, darm made vleesvlieg 116-120.

Chijl, globulen 118-120.

*Cinchona officinalis L. 156.

*Cladophora fracta Vahl 90.

*Clava aculeata 252.

Cluverus, D. 178.

*Coccus cacti L. 152.

Cochenille 138-154.

Cochenille eieren 150.

Cochenille greijnen 146-154.

Cochenille hooft 152.

Cochenille poten 152.

Cochenille popkens 146.

Cochenille *segmentatie 152.

Cochenille schilden 152-154.

Cochenille tonnekens 146.

Cochenille *verfstof 138.

Cochenille verontreiniging 144-146.

Cochenille wieken 152-154.

Cochenille *winning 152.

Cochenille wormen 146, 152.

Cochenille zaatgens 140.

*Cocon, mier 56, 68-72.

*Cole, F.J. 2.

*Coleoptiel, graan 374.

*Columbine 180.

*Columbozuur 180.

Compolie 148-150.

Comptoir 8, 70, 76, 106, 108, 198,

[p. 406]

206, 216, 224, 230, 232, 244, 252, 256, 262, 272, 286, 288, 326.

*Condamine, Ch.M. de la 156.

*Corallium rubrum L., zie bloedkoraal.

Corenair 374.

Courland 86, 92.

Culex 344.

*Curculio 4.

D.

*Dactylopius coccus Costa 152.

*Dale, J.H. van 4.

Darmen, mierenlarve 58.

Darmen, vleesvlieg 116-120.

*Descartes, R. 60.

Destillaat, algemeen 194.

Destillaat, apesteen 250-252.

*Dickerson, G. and M.M.J. Lavoipierre 358.

Dierkens, hom kabbeljauw 386-392.

*Dobell, C. 94.

*Dodekop, steen 194, 198.

*Doornappelvorming, bloed 194, 202.

Doove-kool, zie caput mortuum.

Dovenetel 146.

Dordrecht 334.

*Drebbel, C.J. 138.

Droge destillatie, apesteen 254.

Droge destillatie, bezoarsteen 242-246.

Droge destillatie, bloedkoraal 268-272.

Droge destillatie, jichtknobbels 260-262.

Droge destillatie, kinabast 162-166.

Droge destillatie, medicinale koraal 274.

Duifsteen 320.

Duijsent-been 126-132.

Duijsent-been nepen 126-130.

Duijsent-been nijpers 128-130.

Duijsent-been pijn 128.

Duijsent-been scharen 128-130.

Duijsent-been scharp sout 130.

Duijsent-been swelling 128.

E.

*Elektron 84.

*Emmeling, N. and W. Feldberg 124.

*Esau, K. 382.

Extract, apesteen 254.

Extract, bezoarsteen 246-250.

Extract, jichtknobbels 262.

Extract, kinabast 156-166.

Extract, pedro porco 254-258.

Eijeren, klander 10, 16-26, 30-34.

Eijeren, mier 42-56, 68-76.

Eijeren, vleesvlieg 98, 104-120.

Eijerleggen, mier 58.

Eijernest, klander 18.

Eijernest, mier 42.

F.

*Flap 88.

*Flury, F. 124.

*Formicinae 64.

Frankfortse mis 36.

*Frederik Willem, de grote keurvorst 360.

*Freeman, J.A. 4.

G.

Geest, albast 284.

Geest, blaassteen 230.

Geest, raijs calombo 188.

Geest, tras 326-328.

*Geigy, R. und A. Herbig 356.

*Generatio spontanea 98.

*Generatio bestrijding 34.

Gerst, (garst), aanleg aar 376-380.

Gerst, aar 378-380.

Gerst, granen 376.

Gespin, mier 70-74.

Gewas, groene (wier) 88.

*Gifapparaat, mier 64.

Gips 280-294, 304-308, 326, 330.

Gips caput mortuum 306-308.

Gips *doodgebrande 284, 288.

Gips *gebrande 282-284, 288, 308, 330.

Gips *kristalsplijting 306.

Gips soutdeelen 306-308.

Gips soutfiguren 306.

Gips vlug sout 306.

Gips *zwelverschijnsel 304.

Globule, bloed, zie bloed.

Globule, bloed als maat 92, 260.

*Gordon, M. and W. Crewe 336.

Goude haantgens 146-150.

Graauwe loop 182.

[p. 407]

*Graniet, biotiet- 332.

*Graniet, glimmer- 332.

's Gravesande, C. 178.

*Gravinnepoeder 156.

Greijnen, cochenille 146-154.

Greijnen, gerst 376.

Greijnen, kuit kabbeljauw 386.

Greijnen, tarwe 374-386.

Griendelio 36.

*Grindl, J.F. 48.

*Groenwieren 88-90.

H.

*Haak, Th. 2, 46, 80, 134.

Haarlem 72.

Haarwortels, linde 368.

*Haberlandt, G. 124.

*Haemolyse 158, 194, 246, 256.

Hair(-breete), als maat 68, 96, 260, 304.

*Hartsoeker, N. 2, 46, 80, 134, 174, 240, 278, 342.

*Harvey, W. 50, 98.

Heere den Alwijsen Maker van het geheel Al 378.

Heerlijk huis 74, 320.

Heinsius, A. 136-142.

Hermafroditisme, kabbeljauw 386-388.

*Hernandez, F. 154.

*Heurn, F.C. van 4.

*Histamine 124.

*Holstein-Glücksburg, Dorothea von 360.

Hom, kabbeljauw 386-392.

*Hooke, R. 36, 98, 302.

*Hoole, S. 2, 46, 80, 134, 174, 278, 342.

Hoornen, klander 26.

Hoornen, mier 52, 62.

Houtskool, kinabast 160-164.

Houtskool, raijs calombo 186, 190.

Huygens, Chr. 280, 302.

*Huygens, Constantijn jr. 360.

Huygens, Constantijn sr. 192, 358, 360.

*Hypopharynx, mug 348, 354.

I.

Ingeboorne geschapenheijt 112.

Ingeschapen dwang 60.

*Innocentius X 156.

Invers planten, aalbes 364.

Invers planten, kruisbes 364.

Invers planten, linde 366-372.

Invers planten, wilg 36.

Invers planten, wijnstok 362-364.

J.

Jacobus II van Engeland 40.

Jamaika, gouverneur 142.

*Jateorhiza palmata Miers 180.

*Jezuitenpoeder 156.

Jichtknobbels 258-268.

Jichtknobbels caput mortuum 262-268.

Jichtknobbels droge destillatie 260-262.

Jichtknobbels extract 262.

Jichtknobbels olie 262, 266.

Jichtknobbels soutdelen 258-268.

Jichtknobbels soutfiguren 260-264.

Jichtknobbels vast sout 266.

Jichtknobbels vlug sout 262, 266.

K.

Kabbeljauw 386-392.

Kabbeljauw dierkens in de hom 386-392.

Kabbeljauw hermafroditisme 386-388.

Kabbeljauw hom 386-392.

Kabbeljauw kuit 386-388.

Kabbeljauw spermatozoiden 388-392.

*Kafjes, tarwe 382.

Kalk, gemene 322, 324.

Kalk, metsel- 314-316, 324.

Kalk, ongebluste 322.

Kalk, oude 320.

Kalk, schelp- 312-314.

Kalk, verse 316-320.

Kalk van de jigtige 216, 226, 236, 258, 266.

*Kalander 4.

*Kalender, Gregoriaanse 136.

*Kalender, Juliaanse 136.

*Kaliumnitraat 184-186.

*Kardinaalspoeder 156.

*Karmijnrood 138, 152.

[p. 408]

*Kasteleyn, P.J. 312.

Keisteen 302, 310.

*Kermes 138, 154.

*Kermes ilicis (L.) Cockerell 138.

Kiemplanten, gerst 376-380.

Kiemplanten, tarwe 380-386.

Kina, zie China chinae.

*Kinalooistof 162, 168.

*Kinarood 162, 168.

Klander 4-36.

Klander angel 26.

Klander bestrijding 32.

Klander *copulatie 10.

Klander eieren 10, 16, 20, 26-34.

Klander excrementen 8.

Klander hoofdschild 22.

Klander hoornen 26.

Klander mannelijk lit 26-28.

Klander mannelijk zaad 10.

Klander monddelen 26.

Klander ogen 26.

Klander ontwikkeling 30.

Klander *overwinteren 6.

Klander snuit 10, 18-26.

Klander tonneken 14-24.

Klander vermenigvuldigingsvoorwaarden 30-34.

Klander verpopping 20-26.

Klander versamelen 10, 28.

Klander vrouwelijk lit 28.

Klander werktuigen 10, 26.

Klander wormen 14-24, 28-34.

Klander wijfkens 16.

Klapvliezen, houtvaten 362.

*Koch, L. 186.

Koker, angel mug 344-358.

Koker, angel paardevlieg 359.

Koraal, zie bloedkoraal en medicinale koraal.

Koorn, -granen 30, 32.

Koorn, *-mot 4.

Koorn, -verschieten 6, 32.

Koorn, -zolder 6, 24.

Koortsen 182.

Krappen, monddelen mug 348-350.

*Kreatinine 224.

*Kristalsplijting, gips 306.

*Kroonevelt, H. van 174, 240, 278, 342.

Kruisbes, invers planten 362.

*Kuffelaarscouleur 138.

Kuit, kabbeljauw 386-388.

*Kunike, G. 8, 12, 14, 22.

L.

*Labium, mier 62.

*Labium, mug 346-350.

*Labrum-epipharynx, mug 346-352.

Lactes, kabbeljauw 386.

Landen, uitgegraven 88.

*Langera(c)k, J.A. 2, 46, 80, 134, 174, 240, 278, 342.

Lapis besoar 228, 238, 242-250.

Lapis besoar caput mortuum 242-246.

Lapis besoar droge destillatie 242-246.

Lapis besoar extract 246-250.

Lapis besoar olie 242-250.

Lapis besoar soutdelen 244-250.

Lapis besoar soutfiguren 248.

Lapis besoar vlug sout 242-250.

*Larven, mier 48.

*Lasius flavus L. 74.

*Lasius niger L. 68.

Ley-gout 334-340.

Ley-gout caput mortuum 336-340.

Ley-gout soutdelen 336.

Ley-gout soutfiguren 336.

Ley-gout vlug sout 336-338.

Linde 369-372.

Linde *adventiefspruiten 370.

Linde *adventiefwortels 370.

Linde botten 368-372.

Linde haarwortels 368.

Linde invers planten 366-372.

Linde stam 366-370.

Linde *takbeginsels 370.

Linde takken 366-372.

Linde uitspruitsels 368-372.

Linde *wortelbeginsels 370.

Linde wortels 366-372.

*Loja-bast 156.

*Lopez de Gomara 154.

*Lugo, Juan de 156.

Luis 36-42.

Luis angel 38-42.

Luis *dilatator 40.

Luis poten 36-38.

Luis steken 40-42.

Luik 334.

[p. 409]

M.

Maden, vleesvlieg 100-120.

*Madrepora Tournefortii 268, 274.

*Madrepora oculata L. 274.

*Mandibulae, mier 60.

Mandibulae, mug 346-354.

Mannelijk lit, klander 26, 28.

*Margarodes polonicus Cockerell 138.

*Marien-glas 304.

*Marshall, J.F. 346, 352.

*Marsigli, L.F. 268.

*Maxillae, mier 62.

*Maxillae, mug 348-352.

*Mechanistische opvatting 222, 312.

Medicina Doctor uit Pruijsen 84.

Medicinale koraal 274.

*Menispermum palmatum Lam. 180.

Metselkalk 314-316, 324.

Metselkalk soutdelen 314-316.

Metselkalk soutfiguren 316.

*Mica 310.

Mier 42-44, 48-78.

Mier angel 62-68.

Mier bijten 60.

Mier *cocon 68-72.

Mier darmen 58.

Mier eieren 42-56, 68-76.

Mier eierleggen 58.

Mier eiernest 42.

Mier gele 74-76.

Mier gespin 70-74.

Mier *gifapparaat 64.

Mier hoornen 52, 62.

Mier *labium 62.

Mier *larven 48-52, 58.

Mier *mandibulae 60.

Mier *maxillae 62.

Mier mond 60-62, 76.

Mier naarstigheid 58-60.

Mier nest 42-44, 50, 54, 74-76.

Mier nijpers 60.

Mier omwindsel 68-72.

Mier poten 52.

Mier poppen 50, 56, 68-74.

Mier rode 48-66, 72-74.

Mier scharen 62.

Mier spijs 42-44, 58, 62, 72-78.

Mier steken 62-66.

Mier vogt uit lichaam 62-68.

Mier wormen 52-58, 68-78.

Mier zwarte 66-72.

*Mierenzuur 64, 124.

Miter, in cochenille 142-146.

Moederplant, tarwe 380, 384.

*Molisch, H. 364.

Mond, mier 60, 62, 76.

Monddelen, klander 26.

Monddelen, mier 76.

Monddelen, mug 344-358.

Monddelen, paardevlieg 358.

Morgenstar 252.

Mug 344-358.

Mug angel 344-358.

Mug *hypopharynx 348, 354.

Mug krappen (angel) 348-350.

Mug *labium 346, 350.

Mug *labrum-epipharynx 346-352.

Mug *mandibulae 346-354.

Mug *maxillae 348-352.

Mug monddelen 344-358.

Mug senuwen 344.

Mug steken 346-356.

Mug weerhaken (angel) 346-352.

Mug werktuigen 344-358.

Mug zuigen 356.

*Müller, K. 22.

Muscovis-glas 304, 308-310.

*Myrmica rubra L. 56, 62.

*Myrmicinae 62.

N.

Naarstigheid, mier 58-60.

*Natrium-uraat 200.

Nijpers, duijsent-been 128-130.

Nijpers, mier 60.

O.

Ogen, klander 26.

Olie, apesteen 250-252.

Olie, bezoarsteen 242-250.

Olie, bloedkoraal 268-272.

Olie, jichtknobbel 262-266.

Olie, kinabast 160-162.

Olie, raijs calomba 186-190.

Omwindsel, mier 68-72.

Ontwikkeling, mierenlarven 54-58.

*Oostindische Compagnie 128.

[p. 410]

*Opuntia vulgaris P. Miller 142.

*Oranje, Louise Henriette van 360.

*Osorio, Ana de 156.

Oude Kerk, Delft 322.

*Oudemans, J.Th. 4, 60.

Ova piscium, kabbeljauw 386.

*Ovarium, vleesvlieg 106.

P.

Paardevlieg, angel 358.

Paardevlieg, monddelen 358.

Papier, -boogen 86.

Papier, *meteor- 88.

Papier, verbrand 86-92.

*Patton, W.S. and A.M. Evans 346, 348, 358.

*Pawlowsky, E.N. 64.

*Pediculus humanus L. 42.

Pedro (de) porco 228, 254-258.

Pedro (de) porco extract 254-258.

Pedro (de) porco soutdelen 256-258.

Pedro (de) porco soutfiguren 256.

Pedro (de) porco vast sout 256.

Pedro (de) porco vlug sout 256.

Peper, gestoote 94.

*Percival, J. 382, 384.

*Peristaltische beweging 54.

*Peyssonnel, J.A. de 268-270.

Pijn, blaassteen 192, 196, 222.

Pijn, brandnetel 122.

Pijn, neep duijsentbeen 128-130.

Pijn, steken mug 346.

*Pinus succinifer Conw. 84.

*Piperazine 266.

*Plaster of Paris 282.

*Plautus 4.

Pleister 280-282, 292-294, 298-304, 330-332.

Pleister soutdelen 294, 298-300, 330-332.

Pleister soutfiguren 332.

*Plinius 84.

*Polariteit, houtgewas 362.

Pond, Delfts 390.

*Ponerinae 62.

*Poolse grein 138.

Pop, cochenille 146.

Pop, *klander 14.

Pop, mier 42, 50, 68-74.

Poriën, koraal 268-270.

Poten, cochenille 152.

Poten, luis 36-38.

Poten, mier 52.

*Potonié, H. 90.

*Preformatieleer 374, 378-380.

Primordium, aar gerst 376-380.

Primordium, aar tarwe 374-386.

Primordium, blad tarwe 382.

Primordium, *tak linde 370.

Primordium, *wortel linde 370.

*Pulvis comitissae 156.

*Pyriet 336.

R.

Raderdiertjes 94-96.

Raderdiertjes geimagineerd hart 96.

Raderdiertjes *kauwapparaat 96.

Raderdiertjes schobachtige delen 96.

Raderdiertjes werktuigen 94-96.

*Radix calumbae 180.

Raijs calomba 180-192.

Raijs extract 186-192.

Raijs houtskool 186, 190.

Raijs olie 186-190.

Raijs soutdelen 182-190.

Raijs soutfiguren 184.

Raijs vaten 184-186.

*Réaumur, R.A.F. 154, 270.

*Redi, F. 36, 98, 180.

*Reinders, E. 382.

*Rotatoria 94.

Ruspen 52, 96, 112, 150.

*Ruusscher, M. de 154.

S.

*Salix alba L. 364.

Sand, grof 332-334.

Sand, klein 332.

Sand, als maat 30, 184, 198, 208, 214, 294, 298, 318.

Sap, brandnetelhaar 122-216.

*Sapropel 90.

Scharen, duijsentbeen 128-130.

Scharen, mier 62.

Schelpkalk 312-314.

Schepper, Grote Almogende 34.

Scheppinge, begin 34.

*Schildluizen 150.

[p. 411]

Schors, tonneke vleesvlieg 102.

*Scolopendra morsitans L. 128.

*Scolopendra subspinipes Leach 132.

*Sedimenten, klastische 302.

Slangebeet 182.

Sluipvliegen 112.

*Sluiter, C.Ph. 40.

Smaak, -theorie 288.

Smaak, vuntse 288.

Smert, mierensteek 62-66.

Snuit, klander 10, 18, 20, 26.

Soldaten, nat beregend 40.

Sonnebloemen, kristalfiguur, 200, 214.

Sout, gemeen 208, 214.

Sout, scharp 122, 130, 214-220, 313-315, 316.

Sout, stark 184, 196.

Sout, vast 160, 166, 190, 194, 200, 216, 232, 256, 266, 272, 274, 326-328.

Sout, vlug 160, 190, 194-204, 214-232, 242-250, 256, 262, 266-270. 284-290, 296, 306, 336-338.

Soutfiguren, alabaster 286-292.

Soutfiguren, besoarsteen 248.

Soutfiguren, blaassteen 196-218, 230-232.

Soutfiguren, bloedkoraal 272.

Soutfiguren, gips 306.

Soutfiguren, jichtknobbels 260, 264.

Soutfiguren, kinabast 156, 162-166.

Soutfiguren, ley-gout 336.

Soutfiguren, metselkalk 316.

Soutfiguren, pedro porco 256.

Soutfiguren, pleijster 332.

Soutfiguren, tras 326-328.

Soutfiguren, verse kalk 318.

Span, als maat 98.

*Spanrupsen 96.

Spermatozoiden, kabbeljauw 388-392.

Spermatozoiden, klander 12.

*Spermiën, kabbeljauw 386.

Spiritus vini 160, 164, 212, 220.

Spijs, mieren 58-62, 72-78.

Spijs, vleesvlieg 116.

Stadsgracht, Delft 90.

Stam, linde 366-370.

Steen 332-334.

Steen -bergen 302, 334.

Stekade 352.

Steken, luis 40-42.

Steken, mier 62-66.

Steken, mug 346, 356.

Stroo, tarwe 380, 384.

*Struviet 184, 198.

*Succiniet 84.

*Sulfaatschade 326.

Swammerdam, J. 36, 60, 76, 154, 344, 350.

*Swellengrebel, N.H. and H.M. Sterman 348, 356, 358.

Swellinge, brandnetel 122.

Swellinge, duijsentbeen 128.

Swellinge, muggesteek 346, 356.

T.

*Tabanus sp. 358.

*Tachinidae 112.

Takken, linde 366-372.

Tarwe, aar 374-386.

Tarwe, *bladprimordia 382.

Tarwe, granen 6-10, 12-16, 24, 30-28, 72.

Tarwe, greijnen 374-386.

Tarwe, *kelkkafjes 382.

Tarwe, kiemplanten 380-386.

Tarwe, *kroonkafjes 382.

Tarwe, moederplant 380, 384.

Tarwe, stroo 380, 384.

Tarwe, *uitstoeling 382.

Thuijn 42, 50, 66, 74-76, 94, 122, 366.

Thuijnder 366.

Tinctuur, bloedkoraal 268.

*Tinea granella L. 4, 6.

Tonnekens, cochenille 146.

Tonnekens, klander 14, 24.

Tonnekens, vleesvliegen 100-110.

*Tophi, zie jichtknobbels.

*Tournefort, J.P. de 274.

Tras 320-330.

Tras bouwen 322-324.

Tras caput mortuum 328.

Tras geest 326-328.

Tras *kalkmortel 320.

Tras *-raam 320.

Tras soutdelen 328.

Tras soutfiguren 326-328.

Tras vast sout 326-328.

*Tschirch, A. 84.

*Tufsteen 320.

*Turtle, E.E. 4.

[p. 412]

U.

Uitspruitsels, linde 368-372.

*Uitstoeling, tarwe 382.

*Uraten 266.

*Urinezuur 208, 224, 226.

*Urtica dioica L. 122.

*Urtica dioica L. urens L. 122.

V.

Vaten, kinabast 166-170.

Vaten, raijs calomba 184-186.

*Vandevelde, A.J.J. 2, 46, 80, 134, 174, 240, 278, 342.

*Vaucheria 90.

*Veenputten 88.

Veldleger 12.

*Vergilius 4.

Vermenigvuldiging, vleesvlieg 114.

Verpopping, klander 20-26.

Verpopping, vleesvlieg 100-104.

Versamelen, klander 10, 28.

Verse kalk 316-320.

Verse kalk bijtende werking 316.

Verse kalk scharp sout 136.

Verse kalk soutdelen 318.

Verse kalk soutfiguren 318.

Verstervinge 112.

Veruw, klederen 312.

Veruw, verzepen 316.

Vilt 88-90.

*Vitis vinifera L. 362.

*Vivie, J. du 2, 46, 80, 134.

Vleesvlieg 98-120.

Vleesvlieg chijl 116-120.

Vleesvlieg darmbeweging 116-120.

Vleesvlieg eieren 98, 104-120.

Vleesvlieg maden 100-120.

Vleesvlieg *ovarium 106.

Vleesvlieg spijs 116.

Vleesvlieg tonnekes 100-110.

Vleesvlieg vermenigvuldiging 114.

Vleesvlieg verpopping 100-104.

Vleesvlieg wieken 102, 108-110.

Vleesvlieg wormen 98-120.

Vlijm 88-94.

*Vöchting, H. 362, 364, 370.

*Voorstad, A. 174, 240, 278, 342.

Voortteelinge, klander 34.

Vrouwelijk lit, klander 28.

Vijgeboom 142.

W.

Warmte, onderaardsche 302.

Werktuigen, klander 10, 26.

Werktuigen, mier 77.

Werktuigen, mug 344-358.

Werktuigen, raderdiertjes 94-96.

Westminster 136, 140.

Wieken, vleesvlieg 102, 108-110.

*Wiel, P. van der 148.

*Wielen, P. van der 162.

Wilg, invers planten 364.

Wolf 4, 6.

*Wondgenezing, maden vleesvlieg 104.

*Woordenboek Ned. Taal 4.

Wormen, cochenille 146, 152.

Wormen, klander 14-20, 28-32.

Wormen, mier 52-58, 68-78.

Wormen, vleesvlieg 98-120.

Wortels, linde 366-372.

*Wijngeest 160.

Wijnstok, invers planten 362-364.

Wijnstok, rank 362-364.

Wijnstok, stam 364.

IJ.

*IJzersulfaat 336.

Z.

Zaatgens, cochenille 140.

*Zacher, F. 32.

Zandsteen, ontstaan 334.

*Zoophyta 270.

Zuigen, mug 356.

Zwavel (ley-gout) 336-340.

*Zwelverschijnsel, gips 304.

Zijdworm, rups 8, 14.

Zijdworm, uijltjes 18.