Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5236. 1641 juni 17. Van N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Reden van staet heeft de interesten van de Compangiën doen wijcken ende is een tresves voor thien jaren tusschen desen staet ende den conynck van Portugael gesloten,Ga naar voetnoot2 die ingaen | |
sal van den tijt van de notificatie op yder plaetse. Den ambassadeur,Ga naar voetnoot3 die nu is naer Amsterdam, is vereert een servicie van 6000 guld. De equipagie van scepen continueert. Het volck is meest gewerft ende hebbe ick vandage hier gesien 16 Portugeese soldaten, wel in orde ende van goet fatsoen, die uyt het casteel van Antwerpen op opinie dat den prins op het lant van Waes dessein hadde, daer waren gesonden; soo sij de wacht hadden, gelijckelijck sijn overgecommen; refereren alle andere mede sullen volgen, die daertoe gelegentheyt vinden. Weynich middelen van gelt gelooft men hier niet alleen onder de coopluyden, maer oock bij die van staet, dat den conynck van Portugael heeft, die om sijn onderdanen te obligeren alle impositiën heeft affgedaen off gemindert, soo den ambassadeur seyt, die darom groote instantie heeft gedaen dat de coopmanschappen van contrebande souden commen in des conynckx handen, waeruyt hij meent te vinden een groot deel van sijne finantiën. Men wil ons doen geloven dat die van Arragon ende Navarre haer mede in vrijheyt stellen, dat voor den nieuwen conynck van Portugael, die het anders swaer sal hebben, een groot support soude sijn. Den conynck van Engelant heeft aen Spaengen geconsenteert vijffduysent van de Iren ten dienste van den conynck gelicht ende het parlament staet haer vertreck toe om onlast te wesen van de vreese, dat den conynck die tegens haer soude gebruycken. Tot betalynge seyt men dat den conynck van Spaengiën stelt caution bourgoise voor drie jaeren. Men voucht daerbij dat drieduysent Iren souden gaen in dienst van Portugael, maer dat en is niet seecker. Sijne M.teyt vertreckt selffs naer Schotlant om het parlament bij te wesen. Kan die presentie sooveel autoriteyts daer herstellen als in Engelant is verloren, soo mach den conynck de Schotten gebruycken gelijck de Engelsche hebben gedaen. Het parlament spreeckt van te scheyden op re(ce)s om weder bijeen te commen tegens St. Michiel;Ga naar voetnoot4 soo doende nu acte hebben dat den conynck haer niet mach separeren als met consent van beyde de camers, connen sij maeken een vergaderynge van staten die altijt duyrt. Maer sulcke acte duyren niet langer als totdat de macht groot genouch is om die te casseren. Tot weerynge van de biscoppen hielt het Leege Huys weder heftych aen ende omineert men ons niet anders als een drouve uytcomste voor den aertsbiscop,Ga naar voetnoot5 hoewel den heer Ionsson,Ga naar voetnoot6 die uEd. seer heeft doen groeten, beter hope heeft. Den ambassade(ur)Ga naar voetnoot7 gist men dat nu te Ceulen is, op wiens comste alle negotiatie tot Regensb(urch) wert uytgestelt, waerin sonder den ambassadeur van Engelant ende DennemarckenGa naar voetnoot8 den raet van de churfurstGa naar voetnoot9 hem niet wil inlaten. HavelsbergGa naar voetnoot10 is noch hier ende seyt men mij hij nieuwe brieven heeft gecregen met sodanige tytulen als men de serenissime republiqu(e) van Venetiën gewent is te geven. Evenwel schijnt scrupule is hem tot audiëntie te admitteren, hoewel onder de hant voorgegeven wert dat hij seer breeden last heeft om openynge tot tresves ende handelynge met Spaengiën, apparent om ombrage ende distractie tusschen de geallieerde te maecken. Vranckerijck sage hem garen vertrocken, dat oock mine maeckt off de alliantie tusschen den conynck ende Sweden al ware vernieut;Ga naar voetnoot11 immers staet om vern[i]eut te wesen, daer ick niet seeckers van en hore. | |
Het huys te Gennip is nu belegert, een stercke plaetse, maer van seer cleyne estendue. Een groot garnisoen tusschen de drie-, vierduysent man is daerbinnen, dat meest in de buytenwercken moet logeren. Men hoopt in een maent veel te doen, want de buytenwercken verloren kan de plaetse selffs niet lange wederstaen, sooseer sal men in een enge plaetse sooveel volckx connen met canon ende pettardes incommoderen. De brieven van den 12 uyt Maest[r]icht seggen Sedan bij den conynck is belegert, den hertoch van Bouillon in geen postuyre om het velt te houden, alsoo sijne troupes cleyn sijn ende seer verswackt door een publicatie gedaen bij desen staet, daerbij voor schelmen werden verclaert die hem volgen.Ga naar voetnoot12 Aen de gouverneurs van de frontieren is gesch[r]even hem noch van sijne troupes in hare steden niet te ontfangen. Indien de prinsen moeten blijven in Sedan, connen niet lange wederstaen, alsoo sij alreede de magasijnen aenspreecken. Een commissaris bij den Poolsen conynck aen den Grooten Heer gesonden ende daer aengehouden, heeft den conynck van Polen doen belasten aen die van Dansyck den Turksen chauxGa naar voetnoot13 die uyt dese landen daer soude commen, oock aen te houden, waervan PelsGa naar voetnoot14 advys aen de scepen die aencomme[n] doet geven om den chaux daervan te preserveren. In Hongeren sijn oock al eenyge offensiën gepasseert, die verder souden connen gaen. Den cipier van der Vere,Ga naar voetnoot15 van verraet beschuldycht, heeft sijn selven omgebracht ende is bij den viant wederom den elffden deser op Aerdenburg geattenteert sonder succes. Desen 17 Iunii 1641. | |
Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur ordinaris van de coniginne ende crone van Sweden bij den alde[r]christelijkste cony[n]ck. Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Iunii. En in dorso: 17 Iunii 1641 N. Reigersberg. |
|