Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1343. 1628 november 25. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot9.Mon frère, De uwen van den XII deser is mij wel ter tijdt, dat is op gisteren, behandight. Verstae garen, dat uE. oock alle de mijnen heeft ontfangen. De coning sal over drye dagen zijn te Dordain, alwaer hem de twee coninginnenGa naar voetnoot10 sullen vinden. De solemnele onthaeling binnen Parijs meent men dat zijn sal den XVen December. De mareschal d'EstréeGa naar voetnoot11 heeft last van op te houden van lichtinge ende reyse, maer 't gerucht van 't hoff voeght daerbij, dat sulcx toegecomen is door de groote presentatie, dye den mareschal de CréquyGa naar voetnoot12 doet, om selff dye eer te hebben, hoopende met X off XIIm man te passeren ende bereydt zijnde de advance te doen op de manier van SpinolaGa naar voetnoot13. RohanGa naar voetnoot14 was voor de tijdinge van 't overgaen van Rochelle gesondeert geweest door den marquys | |
de GrimontGa naar voetnoot1 tot handeling, maer wilde nyet handelen dan en corps met alle de steden van dye parthije. Den coning ter contrarie wil niet handelen dan stuck voor stuck ende soude monsr. de Rohan wel mogen de leste zijn ende 't gelagh betaelen. De advysen aldaer gegeven van de handeling van MontaiguGa naar voetnoot2 zijn verre buyten de waerheyt. Van de paix met dat rijck weten wij noch niet seeckers, dan 's conincx comste sal ons licht geven. De coninginne-moederGa naar voetnoot3 heeft over twee off drye daegen verseeckert, dat men van het tractaet met Langerac beworpenGa naar voetnoot4 nyet en sal afwijcken. Monsr. de Lomenie, vader van monsr. de la Villauclercqs ende dye met zijn soon te samen den staet bedyentGa naar voetnoot5, seyde mij nu datelijck, dat hij over weynigh dagen zeer treffelijck had hooren spreecken van monsr. Utenbogaerdt, vraeghde, waer hij was ende off hij in Vranckrijck was. Ick seyde, dat hij hyer geweest had, maer nu was in 't landt, sedert de persecutie wat was gestilt door het beleydt van mijnheer den prins van Orangie, dye in dese saecke sich droegh sonder passie. Hij seyde daerop, dat alle wijse personen oordeelen, dat de prins een groote eer soude behaelen, soo hij door sachte middelen de syeckte in ons landt geresen conde doen cesseren, 't welck ick toestondt. Nopende de visyte van monsr. de BaugyGa naar voetnoot6 ende den keurvorst palsgraeffGa naar voetnoot7: HeliogabalusGa naar voetnoot8, dye alsnoch in alles dependeert van AurelianusGa naar voetnoot9 ende ValensGa naar voetnoot10, was bij ClemensGa naar voetnoot11 gecomen, seggende, dat GallusGa naar voetnoot12 quaelijck nam, dat AnthemiusGa naar voetnoot13 de authoriteyt van VerusGa naar voetnoot14 in dat stuck bewaert had, daerop ick seyde, dat het niet en was Gallus, maer de vrunden, daer Heliogabalus hem op betrouwt hadde, dye sulcx quaelijck duydde ende dat Anthemius niet soo zeer en wierd tegengeworpen, als het exempel van Heliogabalus; dus soeckt men door alle quade practijcken Gallus hyer swart te maecken. Ende de domestycken van Valens voeren propoosten, alsoff dye van PhilippusGa naar voetnoot15 haer tanden jegens Gallus wel soude toonen. Daerom dyent Gallus hem overal van goede vrunden te voorzyen. Wij bevinden, dat dye van Valens ende Aurelianus het stuck van NumerianusGa naar voetnoot16 zeer quaelijck duyden ende dreygen, dat dye van Philippus fil à fil volck insendende haer met de hoop van de TiberianenGa naar voetnoot17 licht de stercste connen maecken. Misschyen dat dese comminatiën gebruyckt werden, opdat Numerianus tegen de aenstaende electie de Tiberianen wat dyep soude innemen, 't welck haer buyten twijffel een verwarde regiering soude veroorsaecken. Eene van deselve | |
domestycken seyde hyer, dat men de saecke met ErnstGa naar voetnoot1 wel conde rechten. Indyen den coning van DenemarckenGa naar voetnoot2 sonder de onsen handelt met de keyserGa naar voetnoot3, soo dunckt mij, dat voor de onsen geraiden waer de goede intelligentie met de Ansesteden te ervatten, dye ons landt in gevalle als voren veel voordeelijcker can zijn als d'andere. Voor Numerianus waer zeer goed, dat men een resolutie conde te wege brengen van VolusianusGa naar voetnoot4, dat in dese occurrentie om 't landt niet te ontrusten de steden bij provisie ende totdat naeder soude zijn gedisponeert, soude mogen in 't stuck van de executie van de placcaten doen, sulcx sij tot de meeste rust geraeden soude vinden. Want daer is aen gelegen, dat zij eenigsins met den naem van de souveraineteit mogen zijn gewapent. Die van den Hoogen Raedt hebben wel geen dwingende macht tegen der Staten resolutie, gelijck als wij gesustineert hebben, 't welck het principaelste poinct was, dat neeff VosbergenGa naar voetnoot5 met mijn huysvrouw spreeckende accuseerde in mijne ApologieGa naar voetnoot6, maer executie, dye buyten de termen gaen, connen ende behooren sij te beletten. Mij dunckt oock, dat sij groote eer soude behaelen, soo zij op de eerste vergadering van de Staten van Hollant een goede remonstrantie deden tot versachtinge van de gemoederen, 'twelck van raiden van het landt niet anders als wel en can genomen werden ende selff in monarchycke regieringe gebruyckelijck is. Om weer te comen tot den palsgraeff, hij en is buyten ons landt nergens voor coning gekent, maer wel voor churfurst, doch nu domicilie hebbende in den Hage, waerom men meent, dat als ambassadeur van soo grooten coning lest daer comende van hem de visyte behoorde te verwachten, sonder dat zijne absentie op de jacht yet daerin conde geven ofte nemen, overmidts, gelijck ick aengeroert heb, hij sijn domicilie heeft in den Hage. Anthemius heeft buyten zijn last nyet gedaen, hoewel andere meenen, dat men ten regarde van een, dye apparent is coning van Engelant te werden, soo naeuw niet en had behooren te zyen. Tot Rochelle is in de maendt November gepubliceertGa naar voetnoot7 ende, soo ick meen, sal eerstdaegs hier in 't parlement geverificeert werden een declaratie van den coning op 't overgeven van Rochelle, begrijpende de ordre ende police, dye Sijne Mat. daer belyeft te stellen. Bij deselve werdt verhaelt, dat de rebellie, dye het rijck soo zeer hebben getroubleert, meest haer source hebben genomen vandaer. 't Exercitie van de roomsche religie ende van de gereformeerde sal beyde zijn binnen de stadt; de oude kercken weder gegeven aen de roomschen, een cleyn deel van stads' incomen geappliceert tot onderhoudt van de cureten, mids residerende. De ecclesiasticquen, oock andere, dye geduyrende de rebellie de parthije van den coning hebben gehouden, werden herstelt in haere goederen; oock de gasthuysen, waervan een, 't principaelste, een gasthuys geweest zijnde voor mannen ende vrouwen, werdt verdeelt in twee stucken, mans ende vrouwen gescheyden, om te toonen, dat de ordre van de roomsche kerk beter is dan de reformatie, bedyent 't een door monicken, 't ander door bagijnen, dye haer tot | |
dyenst van de syecken toeëygenen. Op een publycke plaets sal een cruys gestelt werden ende daerin geschreven 't sommier van het belegh ende reductie. De plaetse ontrent Coureille, daer meest de soldaten zijn begraven door hulp van de minimes, sal altijdt een kerckhoff blijven met een convent voor dye van deselve ordre ende in copere tafeln aldaer gestelt de historie van den dijck. Een bisschop ende capittel sullen gestelt werden binnen Rochelle met consent van den paus. Alle mynee van rebellie met den aenhang vergeten. Dye daer binnen geweest zijn, gerestaureert in alle haere goederen ende rechten, selff oock de Franssche soldaten, ende werden ontlast van handeling met vremden, geschutgyetinge, slaen van munte, ontfang van 's conincx ende geestelijcke middelen, contributiën, dwangvonnissen etc. De officiën van maire, schepenen, pairs, raedt ende lichaem van de stadt te niet gedaen; de clock, daerdoor de convocatie plach te geschyeden, gegoten; dye instantie sullen doen tot restitutie verclaert criminels de lèse maiesté. Privilegie ende vrijheden te niet, behoudens 't recht derghenen, dye in de stadsdyenst geweest zijn vóór de comste van de Engelschen, dye haere prerogativen sullen behouden. De publique wercken ende stads incomen geünieert aen de domainen. 't Recht van de marine geünieert aen de charge du grand-maistre chef et surintendant de la navigation et commerce. De fortificatiën - uytgenomen aen de haven - geraseert, soodat de ploegh daerover magh passeren; verboden eenige nieuwe te maecken, al waer 't maer als sluytinge van een muyr ofte t'samenvouging van muyren van de huysen, op peyne de crime de lèse maiesté. De justicie ende police van de stadt gevoeght aen siège du sénéschal, alwaer 't getal van raiden werdt vermeerdert, dye oock bedyenen sullen la prévoste de la vice et du scel met last van corte expeditie voor de saeck van coopluyden. De inwooners subject aides, traitte, foraine, domaniale, tailles met eenige verlichtinge voor het tegenwoordige. Geen personen van de gereformeerde religie sullen daer mogen woonen, anders als dye daer gewoont hebben voor 't comen van de Engelschen, oock voortaen geen vremden, al waeren dye genaturalizeert, sonder speciale permissie. De inwooners sullen oock t'haeren huyse geen wapenen hebben, sonder gelijcke permissie, op peyne de crime de lèse maiesté om niet weder te vallen in de voorgaende swaericheden. Een intendent gestelt over de stadt, over Poictou ende Xaintogne om te letten, dat alles wel werde achtervolght. Ick heb aen mijn broeder de Groot gesonden mijn geschrift ende de caerten van Grol etc.Ga naar voetnoot1, alsoo ick hyer wel druckers conden vinden, mair niet, die ick conde doen accorderen met de plaetsnijder. UE. sal met hem daerin doen, dat uE. beyde best sult vinden. Off het gedruckt werdt off niet, is mij indifferent. Nopende Anthemius, gelijck ick voor desen heb geadviseertGa naar voetnoot2, dyent hij te weten, dat wij vrunden hebben, dye wat connen doen ende tot Verus beter zijn genegen, als anderen. Wanneer hij dit aen AeliusGa naar voetnoot3 adviseert, sal mijn conditie hyer beter maecken ende misschyen occasie geven tot restitutie, soo mij niet beter voor en comt - gelijck ick vast meen dat sal -, ofte soo ick desnietjegenstaende uyt eenige consideratiën soude mogen werden gemoveert om hyer noch te patienteren. | |
Onse gebyedenisse aen de vrunden ende bekenden, naementlijck DiocletianusGa naar voetnoot1, MaximianusGa naar voetnoot2, ConstantiusGa naar voetnoot3. Den XXV November XVIcXXVIII UE. dyenstwillige broeder
| |
Van Carlisles'Ga naar voetnoot4 reys nae Rome ende dat hem de paus als ambassadeur niet en heeft willen accepteren, is hyer oock tijdingh. | |
Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In 's Gravenhage. Port. In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot tot Paris den XXV Nov. 1628. Rohan wil niet handelen dan en corps, den conynck niet dan stuck voor stuck; Lomenie van Wtenbogaert ende den prins; Hogen Raet; Anthemius last gevolcht aengaende den conynck van Bohemen; ordre ende politie binnen Rochelle gepubliceert; Numerianus. |
|