Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1344. 1628 november 25. Van D. TreselGa naar voetnoot5.Mijn heere, Uwer E. aengename van den 20. hebbe ick ghisteren ontfangen. De provisie sal ick, wil Godt, waernemen ende bestellen, nevens de suycker, als ick sal weeten, hoe veel jouffrouw begeert; de cassonnades ofte poyersuycker soude den besten coop vallen, mijn huysvrouweGa naar voetnoot6 heefter wat aen haer genomen tot hare provisie, cost ongevaerlijck 12½ st. tpont, soo wij se mette duysenden incoopen; begeert jouffrouwe sulcke, heeft het maer t'ontbieden, sal haer van de schoonste doen uuytsoecken d'andere valt dier, d'alderslechste 16 st. tot 19 st. de beste. Ick dancke uE. mijns soo trouwherttelijck gedenckende; mijne inclinatie blijft wel te Parijs, maer sonder voordeel ist ongeraden, want de lasten te groot souden sijn, eensdeels gespecificeert in mijne leste, derhalven nyemanden het aldaer heeft derven wagen. Ick sy al te milt bericht, want verstae, dat alle goederen uuyter zee commende alhier betalen moeten, tensij blijcke, dat sij elders betaelt hebben ende schoon consessie van vrijdom van incommen der rouwe suyckeren becommende tot Parijs ende hier soude moeten geverifieert worden, dat mogelijck mede sijne difficulteyt soude hebben, oock costelijck, sonder medestaenders nyet te beginnen sijnde; exemplen weet ick nyet veel te allegueren, want geene rafinaderiën in Vranckrijck sijn als hier alleenelijck, tot Rochelle isser eene geweest, die men seght nu te nyete te gaen, die hadde wel vrijdom van tincommen, maer | |
was gemeen als andere coopmanschappen, die alle aldaer gelijcke vrijdommen plochten te hebben, doch maer voor hare eygen consumptie ende vervoert wordende mosten ter naester plaetse betalen. Tot Havre de Grâce seght men groote presentatiën gedaen te worden, soo men aldaer eene rafinaderie wilde oprichten, maer heeft geenen afftreck, ende most al herwaerts ende voorts gesonden worden, daerom het steeckende blijft; conde men octroy, huys ende vrijdom becommen, tware mijns oordeels tot Parijs wel te wagen; tsoude mogelijck oock smaecken dexterlijck voorgestelt sijnde, want het advantagieux voor die van Parijs soude sijn, ende hier sijnt al luyden als voor desen gescreven, die het meest soude smerten ende apparentelijck tmeeste faveur nyet souden hebben; conde uE. wat naerders sonderen, tware goet, als ick daer soude commen; soude sonder uE. volcommen assistentie nyets durven bij der handt nemen. Een saecke vreese ick, dat, soo ick derwaerts quame te reysen, men binnenshuys soude riecken tot wat eynde, alsoo ick eens discourssche wijse daervan met een vrundt gesproken hebbende het haer ter ooren onbedachter wijse gecommen is, hoewel ick mijne intentie nyet hebbe geopenbaert, soo verre, dat onlancx aen eene mijnder kinderen gevraeght is, wanneer ick naer Parijs wilde, die daerop nyet weetende te antwoorden daerbij gebleven is. Die difficulteyt isser voor mij noch, dat ick meester sijnde vant gelt ende casse, vreese, dat in mijne absentie mijne mestaenders, die haer als tegens mij ligueren, sich daervan souden mogen empareren ende mij ende den mijnen affhandich maecken, daerane mij nochtans, principalijck in dese gelegentheyt merckelijck gelegen is, sulcx dat mij dit oock becommert, nyet weetende, hoe werck te beginnen; waere mijnen oudtsten sooneGa naar voetnoot1 hier, tsoude met minder peryckel connen geschieden, maer hij is in Hollandt ende t'ontbieden soude langh aenloopen; uE. dit alleen te vergen soude ick nyet derven; soude men nyemanden daer connen vinden, die mijnen persoon soude representeren? Ick hoore van Sr. de Witte SchapecaesGa naar voetnoot2 nyet meer; eenige alhier willen seggen, dat sijne voorgeslagene compagnie tot Rochelle wel soude mogen gestabilieert worden; sulcx sijnde, soudet aldaer oock nyet vreempt wesen; ick sal mij in alles naer uE. advys richten. De acht schepen van Amsterdam, die ettelijcke maenden in Engelant gearresteert gelegen hebben, sijn ontslagen ende alhier gearriveert; dan den coninck van Groot Britanniën heeft verboth gedaen van nyet meer herwaerts te traffiqueren op confiscatie, sulcx in Hollandt hebbende doen insinueren. Ghisteren is tijdinge gecommen, dat den admirael Heyn de silvervloote commende na de Havanes int gesichte vant landt geslagen ende 15 soo schepen als galliassen verovert soude hebben, 10 in de gront, 5 behouden, daerinne becommen soude sijn 47 lasten silvers ende 500 cassen realen, tsamen geschat weert te sijn, na de rekeninge, die men hier maeckt bij luyden haer des verstaende, op 7. à 8. millioenen guldens; men scrijft, dat de vloote noch was wachtende opte resterende galliassen, die ingeloopen waren; ist soo, tware eene groote saecke voor ons landt; twordt uuyt Zeelant gescreven met brieven den bode nagesonden, adviserende, dat soo terstonts tijdinge van Rotterdam quam, inhoudende, dat aldaer een barque dadvys was gearriveert, mede brengende tghene voors., oock vant veroverde silver tot teecken van waerheyt; den naesten ordinaris sal ons naerder de particulariteyt | |
connen seggen. Uuyt Antwerpen wordt gescreven, dat aldaer tijdinge was van de vloote van Pieter Heynen, daerover veele bedroeft waren; bedroeffde tijdinge isser oock over een wijle tijts tot Bruessel geweest, sonder dat men geweeten heeft, welcke off waerom. Uuyt Hollandt wordt mij gescreven als hieronder; daertoe mij refererede gebiede mij met mijne huysvrouwe ende kinderen in uE. goede gratie ende van die van jouffrouwe uwer E. beminde ende familie ende bidde Godt voor derselver welvaert ende gesontheyt ter salicheyt. Tot Rouanen, den 25e Novembris 1628. U.E. gewillich dienaer
| |
1628. Dheere van MedenGa naar voetnoot1 doet seecker veel met MercierGa naar voetnoot2, geeft mij weder ordre, om hem uuyt sijn particulier alleenelijck, dat weet ick - nyettegenstaende sijne cleyne gelegentheyt, die mij bekent is - noch te doen hebben vijftich gulden. Dheere Episcopius schijnter noch hondert gulden te willen bijvoegen; hadden sommige luyden sulcken capitaelgen, waren behouden; soo die luyden haer daerop willen verlaten, dat dit geven op desen voet sal continueren, sullen haer apparentelijck bedrogen vinden; men behoort se te vermanen de handen beter uuyt de mouwe te steecken; hebbe den aert vant volck hier te lande wel degelijck leeren kennen; ick weete nyet, off ick tijt sal hebben nu aen hem te scrijven. Vint uE. goet hem te seggen, dat ick metten eersten Sr. HedouysGa naar voetnoot3 ordre sal geven hem de versochte 50 f. te betalen, soo ick nu nyet en can, tsoude mij aengenaemw esen; doch sal sien, wat ick desen voormiddach doen can, alsoo ick op Hollandt scrijven moet. T'Amsterdam gaet het allerslechte door vreese vant grau: tegen twelck de magistraet haer allencxkens souckt te stercken; hebben onlancx aengenomen noch 300 man boven de voorgaende ende inde capiteynen ende officieren soodanige ordre gestelt, dat sij meynt meester te sijn. 't Was oock noodich, dewijle het kerckelijck volck dapper dreycht van wat sunderlincx te sullen voornemen tegen de tijdt om andere magistraten te hebben naer haer humeuren, daertoe sij alle preparaten maecken met het stroyen van eenige seer seditieuse boecxkensGa naar voetnoot4 tegen de tegenwoordige regeringe aldaer, maer men hoopt het stuck tegen die muytmakers soo te besetten, dat sij tevergeeffs spartelen sullen; ware dat wel beset, soo souden de remonstranten alleyncxkens met minder vreese vergaderen; dus gaen de remonstranten godtsdienstige vergaderingen redelijck, maer het sal hun metten tijdt feylen aen middelen van gelt ende mannen, daerop sij gaerne ordre stellen souden. Wil uE. mede wat toewerpen, t'sal aengenaem sijn. Den 9en Novemb. D. SneeuwijnsGa naar voetnoot5 had bij requeste aen Thoff versocht ontslaginge van de booden; hij creech nihil. Daerop appelleert hij aen den Hooge Raedt; die ontfangen hem in appel ende bij provisie belasten den boden wt te gaen. Thoff claecht aen de Gecommitteerde Raden over den Hooge Raedt, de Gecommitteerde Raden mainteneren 't Hoff ende doen de booden blijven. | |
Den 12. Novemb. Hebbe noch tijt gevonden aen Sr. Mercier een cleyn brieffken te scrijven, oock aen Sr. Hedouys daerin stekende. Ist noot, soude den voors. Hedouys off den H. DorGa naar voetnoot1 - aen denwelcken ick mede scrijve, nyet hiervan, maer antwoorde nopende SchimmelpennincxGa naar voetnoot2 - in mijne absentie nyet wat in mijnen name onder uE. beleyt ende assistentie connen doen? Tis een vrage; scrijve heden oock aen mijnen sone, soo hij verloff can crijgen ende het sijne ontgonnen leeringe der geometrie op uE. raedt nyet sonderlings soude retarderen, dat hij herrewaerts comme. | |
Adres: A Monsieur Monsieur Grotius A Parys. In dorso schreef Grotius: 25 Nov. 1628 Tresel. |