Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdBasilius de Grote,een oudere broer van »Gregorius van Nyssa, was monnik, theoloog en bisschop, een van de ‘drie Cappadociërs’ (»Gregorius van Nyssa) en een van de vier grote, Griekse »kerkvaders. Hij werd ca. 330 te Caesarea in Cappadocië geboren en studeerde te Byzantium en Athene, waar hij vriendschap sloot met »Gregorius van Nazianze en medestudent was van de neef van Constantijn de Grote (»Helena), Julianus, die in 361 keizer zou worden en de onprettige bijnaam ‘Apostata’ (de afvallige) zou krijgen vanwege zijn terugkeer tot de oude Romeinse religie. Na reizen in landen van het Oosten leefde Basilius met vrienden bij Caesarea in een monnikengemeenschap. Hij werd echter tot bisschop van de stad gekozen en daarmee als metropoliet niet alleen bestuurder van de kerkprovincie, maar ook wereldlijk administrator van het diocees Pontus. Al tijdens zijn leven kreeg hij zijn epitheton: de Grote. Men waardeerde hem om zijn zielzorg, de organisatie van de armenzorg, de inrichting van de liturgie, de bestrijding van het, in de handen van keizer Valens tot instrument van staatspolitiek uitgegroeide arianisme (»Athanasius) en de organisatie van de kloosters, waarvoor | |
[pagina 58]
| |
hij twee regels schreef. De laatste dienen nog in alle oosterse monasteria en hebben als kenmerk, in tegenstelling tot oudere regels (Pachomius; »Antonius Abt), de verplichting van de monniken tot sociale zorg. Zijn kloosters lagen dan ook dicht bij of in de steden. Basilius bezweek niet onder de druk die keizer Valens uitoefende op de orthodoxe bisschoppen. Hij stierf in 379.
Een legendarische Vita, op naam gezet van Basilius' vrienden »Gregorius van Nazianze en Amphilochius van Iconium (voor 394), werd in de 8e en 9e eeuw door volgelingen van Basilius in hun kloosters te Rome en in Italië verspreid. Via Latijnse vertalingen kwamen enkele delen daarvan, spectaculaire wonderverhalen, in de Legenda Aurea. Men viert Basilius in het Oosten op 1 en 30 januari; in het Westen op 14 juni. Basilius wordt vooral in het Oosten - in het Westen minder vaak - afgebeeld, en dan met een lang, smal gezicht, zwart haar en spitse baard en altijd in het gewaad van een Griekse bisschop met het omophorion (een brede, met zwarte Griekse kruisen versierde stola): iconostase uit de school van Novgorod ca. 1400. Het Sinaïklooster bewaart een gave, 13e-eeuwse ikoon van de drie Cappadociërs. In de Sophia-kathedraal van Ochrid (Joegoslavië) prijkt een 11e-eeuws fresco met de ‘Mis van Basilius’, waarop hij de tekst in de hand houdt: ‘Ons ontledigend bezitten wij.’ Cycli met zijn leven, gebaseerd op illustraties in manuscripten met de genoemde Vita, zijn te vinden in zijn stamland in de grote holenkerken bij Göreme (Turkije): de uitvoerigste in de nieuwe kerk van Toqali Kilisse ca. 975. Op een geschonden, 13e-eeuwse ikoon, waarschijnlijk uit Cyprus, bleven zeven van de twaalf randscènes rond zijn afbeelding (met een gesloten boek in de hand) bewaard. Een 12e-eeuws handschrift in het Sinaïklooster heeft een miniatuur met de begrafenis van Basilius. In het Westen zijn scènes uit zijn leven zeldzaam (Stuttgarter Passionale voor 1120). Op een groot altaarstuk 1747 in de Santa Maria degli Angeli te Perugia schilderde Subleyras een mis (eucharistieviering) van Basilius, waarbij hij keizer Valens van de kracht daarvan overtuigd zou hebben. Fox 1939; Jerphanion 1931. |
|