Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 174]
| |
Gregorius van Nyssa,een van de drie Cappadociërs (hijzelf, zijn oudere broer »Basilius de Grote en »Gregorius van Nazianze) werd ca. 330 geboren. Hij studeerde te Athene, vestigde zich als retor en trouwde met de zeer begaafde Theosebia, die hij na zijn bisschopswijding (ondergaan onder druk van Basilius) tot aan haar dood in 384 trouw bleef. Gregorius was geen prakticus - men heeft hem, tragisch genoeg, van wanbeheer van kerkelijk bezit beschuldigd - maar een speculatieve filosoof, misschien wel de scherpzinnigste theoloog van de drie Cappadocische vrienden, en een mysticus. Hij polemiseerde in de belangrijke controversen van zijn tijd met betrekking tot de interpretatie van de leer over de Drieëenheid en de problemen met betrekking tot de goddelijke persoon van Jezus Christus en diens goddelijke en menselijke natuur (»Athanasius; Eulalia), en wees orthodoxe oplossingen aan. Daarnaast scheef hij exegetische en ascetische werken. Als geen ander gebruikte hij de antieke wijsbegeerte als instrument bij de uitleg van de christelijke mysteries. Zijn invloed op de theologie en het monnikenleven in het Oosten is nauwelijks te overschatten. Hij stierf omstreeks 395. Gregorius' literaire meesterwerk - volgens deskundigen het mooiste boekje van de christelijke oudheid - is Het Leven van de Heilige Macrina, een boeiende, fraai geschreven vertelling over zijn lievelingszus. Het werd geschreven kort na haar dood in december 379 en is een lofrede op een moniale (»asceten), die het ideaal van de christelijke vrouw in de 4e eeuw voorleefde. Het feest van Gregorius valt in het Westen op 9 maart, in het Oosten op 10 januari.
Gregorius wordt evenals zijn Cappadocische vrienden afgebeeld als bisschop met boek en spreekgebaar. Hij wordt gekenmerkt door een smal gezicht, grijs haar en een wat langere spitsbaard. Van hem resten bijna uitsluitend afbeeldingen in groepen oosterse bisschoppen (»Basilius; Gregorius van Nazianze) op iconostasen en in absismozaïeken: onder meer op fresco's 1040/50 in de Sophiakerk te Ochrid in Servië of een uit de 14e eeuw in de Hodegitria-kerk te Mistra op de Peleponnesus in Griekenland. Met zijn vriend Gregorius van Nazianze knielt hij in aanbidding (proskynèsis) voor God in de wolken op een 11e-eeuwse miniatuur bij de 12e homilie van zijn vriend over hun vriendschap in een handschrift in de Bibliothèque Nationale te Parijs. Galavaris 1969; Gregorius 1971; Völker 1955. |
|