Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdAthanasius van Alexandriëwas de grote man achter de orthodoxie (rechtgelovige leer) in de strijd rond het arianisme die in de 4e eeuw in de kerken van het Oosten en het Westen woedde. Hij werd ca. 296 geboren, studeerde aan de beroemde theologenschool van Alexandrië, werd rechterhand van bisschop Alexander aldaar en volgde deze in 328 op. Hij was de felle bestrijder van de priester Arius, die sinds 315/17 in het bisdom Alexandrië de godheid van Jezus Christus ontkende. In de verwarring die ontstond na de voor meerdere uitleg vatbare, want uit compromissen voortgekomen formuleringen van het concilie van Nicea (325) inzake de leer over de wezensgelijkheid van de Zoon (Logos) met God de Vader, en vanwege de politieke consequenties daarvan, werd Athanasius viermaal uit zijn bisschopsstad verbannen. Hij was bevriend met belangrijke Egyptische monniken zoals »Antonius Abt, wiens leerling hij was, Pachomius en Serapion van Arsinoë, en maakte tijdens zijn verbanning naar Trier (335-37) het georganiseerde monachisme in het Westen bekend. Zijn nagelaten werken zijn vooral de neerslag van zijn bemoeienissen rond het genoemde concilie: bijbelcommentaren, verschillende apologieën in verband met zijn verbanningen en ascetische geschriften, waaronder vooral - naar het voorbeeld van een antieke biografie geschreven - de Vita Antonii (»Antonius Abt). Athanasius stierf in 373.
De betekenis van Athanasius is niet zozeer gelegen in zijn werk als oorspronkelijk theoloog, die hij niet was, maar vooral in zijn vasthoudendheid aan de traditionele leer over Jezus' god-zijn, die door Arius en zijn medestanders bestreden werd. Zijn verdienste is het geweest dat binnen de visie van zijn tijd - dat alleen door een Godmens Jezus de mensen een reële verlossing kon worden geboden - werd vastgehouden aan de overtuiging dat de | |
[pagina 48]
| |
Zoon ‘to idion’ (het eigene) van de Vader is. Een groot, overigens niet aan Athanasius te verwijten nadeel daarvan was, dat door al te rechtlijnig aan Nicea vast te houden de aandacht voor Jezus' mens-zijn vaak lange tijd te veel op de achtergrond raakte. Athanasius wordt in het Oosten meestal afgebeeld als een magere grijsaard met lange baard in liturgisch gewaad (fresco ca. 900 in de Kiliclar Kilise te Göreme in Turkije) te zamen met de drie andere grote Griekse »kerkvaders, soms ook, zoals op een Russische ikoon (ca. 1500 in de Hermitage te Sint Petersburg), met zijn chicanerende opvolger »Cyrillus. Een bijzondere plaats neemt hij in op de ikoon met de naam ‘Geloofsbelijdenis van Nicea’. Daarop worden onder de voorstellingen van de Drieëenheid, de scheppende Vader, de verlossende Zoon en de Geest, de ‘artikelen’ van het Credo afgebeeld. Onder de Drieëenheid en tussen de schepping van de mensen en hun zondeval is plaats voor een scène met het Niceense concilie. Bij het geopende evangelieboek staat Athanasius; terzijde zit Constantijn de Grote op een troon (»Helena). In het Westen zijn Athanasius-voorstellingen betrekkelijk zeldzaam (Meester van San Ildefonso, schildering einde 15e eeuw; Bernini, bronzen beeld 1656/66 aan de kathedra in de Sint Pieter te Rome). Een miniatuur in een 14e-eeuws handschrift met de preken van »Gregorius van Nazianze toont Athanasius op zijn sterfbed en dezelfde Gregorius terwijl hij de lijkrede houdt bij Athanasius' baar (Bibliothèque Nationale te Parijs). In het in de 19e eeuw bewonderde strijdschrift Athanasius van Görres 1838, in feite een verhandeling over de verhouding tussen de moderne staat en de Kerk, werd de door de Pruisische regering vanwege zijn verzet tegen de huwelijkswetgeving in 1837-39 gevangen gezette aartsbisschop van Keulen, Clemens August von Droste zu Vischering, uitvoerig met de Alexandrijnse bisschop vergeleken. Biedermann 1958; Cross 1945; Underwood 1957. |
|