Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdheterolinguïsmeEtym: Gr. heterōs = anders, verschillend; Lat. lingua = taal. Het gebruik van andere talen in een tekst; anders gezegd, een geval van literaire meertaligheid. Rainier Grutman introduceerde de term in het Frans (hétérolinguisme) en schoof later ‘anderstaligheid’ naar voren als een plausibel Nederlands equivalent. ‘Heterolinguaal’ als adjectief benoemt ofwel de anderstalige elementen in een tekst of de hele tekst die anderstaligheid vertoont. Op een bepaalde manier is ‘heterolinguaal’ een specifiekere term dan ‘meertalig’. In tegenstelling tot termen als ‘tweetalig’, ‘drietalig’, ‘meertalig’, enz., die een zekere gelijkwaardigheid tussen de betrokken talen suggereren, benadrukt ‘heterolinguaal’ dat meertalige teksten in regel een interne hiërarchie tot stand brengen, met enerzijds de dominante ‘basistaal’ en anderzijds woorden, zinnen, dialogen, enz. in de ‘andere’ taal of talen. In navolging van de sociolinguïstiek (Carol Myers‐Scotton) wordt de eerste de ‘matrijstaal’ genoemd en de tweede de ‘ingebedde taal’. Deze inbedding kan verschillende tekstuele vormen aannemen; zie hiervoor interferentie en taalwisseling (met o.m. het onderscheid tussen code-mixing en code-switching). Op een andere manier wordt ‘heterolinguïsme’ ruimer begrepen dan ‘meertaligheid’ in die zin dat het begrip niet alleen slaat op de erkende standaardtalen maar ook op allerlei variëteiten met beperktere reikwijdte en minder prestige, zoals dialecten, ideolecten, sociolecten, straattaal en slang en zelfs verzonnen talen (kunsttaal). In deze verbreding bespeurt men de invloed van Mikhaïl Bakhtin en zijn concept van de polyfonie. Onder invloed van de ideologie van de natiestaat werd van literatoren vaak verwacht dat ze zich zouden uitdrukken in een correcte standaardtaal, die immers de eenheid, eigenheid en voortreffelijkheid van de natie moest verbeelden en versterken. Vanaf het modernisme en zeker in de context van de globalisering grijpen auteurs weer met minder remmingen naar heterolinguïsme en hebben we ook meer literatuurwetenschappelijke aandacht voor het gebruik ervan in het verleden. Als bekende historische voorbeelden gelden Shakespeares exuberante gebruik van Frans, gebroken Frans, gebroken Engels, Latijn en Engelse dialecten in zijn historiekstuk Henry V (ca. 1599), of de sterke aanwezigheid van het Frans in Tolstoj’s Oorlog en vrede (1872). Tussen de talloze moderne Nederlandse voorbeelden van heterolinguïsme zouden we de congoroman De mensengenezer (2017) van Koen Peeters kunnen citeren. Het precieze aandeel van heterolinguïsme in een tekst kan uiteraard sterk variëren. ‘Harde’ vormen ervan, met lange en onvertaalde passages in andere talen, zijn al bij al relatief zeldzaam omdat sterk anderstalige teksten snel als onleesbaar en dus onverkoopbaar worden beschouwd. Lit: R. Grutman, Des langues qui résonnent. Hétérolinguisme et lettres québécoises (1997) T. Hoenselaars & M. Buning (red.), English literature and the other languages (1999) Heterolingualism in/and translation, themanummer van Target (2006) M. Suchet, L’imaginaire hétérolingue (2014) C. Myers‐Scotton, ‘Code‐switching’ in Fl. Coulmas (red.), The handbook of sociolinguistics (2017), p. 217-237 R. Grutman, ‘Ingelaste talen vertalen: vier scenario’s’ in Filter (2018), nr. 3, p. 5-12 M. Sergier, ‘Guido’s Congo. Koen Peeters’ Afrikaanse Westhoek’ in P. Arblaster, I. Bertrand, V. Bragard & D. Delabastita (red.), Sparks and lustrous words. Literary walks, cultural pilgrimages: essays in honour of Guido Latré (2019), p. 283-292.
|